Samenvatting

Verwekker: Listeria monocytogenes (bacterie)

Incubatieperiode: Verschilt per klinische vorm

Besmettingsweg: Indirect (via voedsel), direct (contact met dieren, milieu) en verticaal (van zwangere naar foetus)

Besmettelijke periode: Na ziekte en na een asymptomatische infectie: tot enkele maanden via de ontlasting. Gedurende 7-10 dagen na de bevalling via urine en vaginale afscheiding

Maatregelen: Meldingsplicht groep C, bron- en contactonderzoek, bestrijding bron

Symptomen: Niet-invasief: acute febriele gastro-enteritis (koorts, spierpijn, maagdarmklachten zoals misselijkheid en diarree), cutane listeriose. Invasief: bacteriëmie, focale invasieve listeriose, neurolisteriose. Miskraam in de zwangerschap.

blok

Deze richtlijn is ontwikkeld voor zorgprofessionals werkzaam binnen de infectieziektebestrijding. De primaire doelgroepen zijn GGD- en LCI-professionals. Deze richtlijn bevat adviezen, taken en verantwoordelijkheden en vormt een basis voor het nemen van geïnformeerde beslissingen en het maken van beleid in de praktijk. Voor meer informatie zie Ontwikkeling LCI-richtlijnen.

Vaststelling LOI Landelijk Overleg Infectieziektebestrijding (Landelijk Overleg Infectieziektebestrijding ): 20 mei 2025. Vaststelling Diagnostiek: 9 oktober 2024.

De richtlijn is herzien onder leiding van Dr. C.J.G. Kampman, auteur richtlijnen RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ). De arbeidsrelevante aanvullingen zijn herzien onder leiding van M. Wijffels-de Groot, bedrijfsarts RIVM. De veterinaire informatie is herzien onder leiding van Dr. ir. A. Heuvelink, sr. onderzoeker Bacteriologie, GD Gezondheidsdienst voor Dieren (Gezondheidsdienst voor Dieren ).

Nieuw en anders in deze versie ten opzichte van de oude richtlijn:

  • De gehele achtergrondinformatie heeft een revisie ondergaan.
  • Er is een extra achtergrondinformatie-paragraaf gemaakt over Listeria monocytogenes in kazen bij de paragraaf Besmettingsweg.
  • Er is een aantal paragrafen over zwangeren toegevoegd: ziekteverschijnselen bij zwangerschap, natuurlijke immuniteit bij zwangerschap, perinatale overdracht, voorkomen tijdens de zwangerschap, preventieve maatregelen bij zwangeren en maatregelen t.a.v. zwangeren en de neonaat.
  • De meldingsplicht is aangepast: alle vormen van invasieve infecties waarbij Listeria monocytogenes wordt aangetoond middels kweek of aantonen van genetisch materiaal uit een normaal gesproken steriele ruimte dienen te worden gemeld. In de vorige meldingscriteria moest Listeria monocytogenes geïsoleerd worden uit feces, bloed of liquor.
  • In de nieuwe paragraaf Maatregelen ten aanzien van zwangeren is beleid gemaakt over blootgestelde zwangeren (inclusief een wetenschappelijke onderbouwing als bijlage).
  • De paragrafen met arbeidsgerelateerde informatie zijn herzien.
  • De veterinaire informatie is herzien. 

Achtergronden

Verwekker

Listeriose wordt veroorzaakt door een bacterie die behoort tot het genus Listeria, dat totaal 28 species bevat. Listeria monocytogenes is verantwoordelijk voor bijna alle gevallen van listeriose bij de mens (Johnson 2019). Listeria-species zijn Grampositieve staafvormige bacteriën met flagellen die kunnen overleven in extreme condities (Gandhi and Chikindas 2007, Johnson 2019, Koopmans 2023). Listeria-species hebben de capaciteit om verschillende condities te signaleren en vervolgens te adapteren (Quereda 2021). Deze eigenschappen tonen aan dat de bacterie zich heeft aangepast aan menselijke activiteiten (voedselbereiding, boerderij-activiteiten) en zorgen ervoor dat Listeria-species goed overdraagbaar zijn via voedsel (Koopmans 2023, Quereda 2021, Sibanda and Buys 2022).

Epidemiologie

Verspreiding in de wereld

Er zijn weinig gegevens beschikbaar van niet-westerse landen, waar de typische risicoproducten (gekoelde, kant-en-klare producten met lange bewaartijd) waarschijnlijk minder worden geconsumeerd dan in westerse landen, maar waar men wel weer meer in direct contact met dieren leeft. In 2010 bedroeg in Europa de incidentie van L. monocytogenes 0,33 per 100.000 (0,43 voor Nederland) en bleef het aantal gevallen over de periode 2006-2010 stabiel. De incidentie onder mannen ouder dan 65 jaar is het hoogst, gevolgd door jonge kinderen (0-4 jaar), met name in de late zomer en de vroege herfst. In de Verenigde Staten was de gemiddelde incidentie van L. monocytogenes 2,9 per miljoen inwoners over 2009-2011, met de hoogste incidentie onder 65-plussers en een sterftepercentage van 21% (ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control ) 2013).

Voorkomen in Nederland

Humane listeriose kent een incidentie tussen de 0,1 en 11,3 gevallen per miljoen populatie per jaar (Koopmans 2023). Een groot deel van de gevallen van listeriose (ongeveer 50%) is gelinkt aan een uitbraak (Van Walle 2018). In de laatste veertig jaar zijn er meer dan 80 uitbraken wereldwijd geïdentificeerd, waarbij vijf of meer gevallen betrokken waren en waarbij de bron bekend is (Koopmans 2023). De twee grootste uitbraken waren in Italië (1997) en Zuid-Afrika (2017-2018). In de Italiaanse uitbraak waren er 292 kinderen die besmet raakten door maïs en tonijnsalade, dat werd geserveerd in de schoolkantine (Aureli 2000). De Zuid-Afrikaanse uitbraak speelde zich af in het gehele land, waarbij 937 personen geïnfecteerd raakten, waaronder meer dan 400 neonaten en 193 foetale infecties. De bron was verwerkt vlees of worst dat ‘polony’ wordt genoemd (Thomas 2020).

In Europa is listeriose in alle landen meldingsplichtig, behalve in België. In 2023 werden in de Europese Unie door 27 lidstaten 2952 bevestigde gevallen van Listeria monocytogenes gemeld, wat neerkomt op 0,66 gemelde gevallen per 100.000 inwoners. Dit was het hoogste aantal sinds 2007. Dit is de hoogste prevalentie van het aantal gemelde gevallen van listeriose binnen Europa sinds 2007. In de periode 2019 tot en met 2023 is de stijging in het aantal gemelde gevallen significant, in 2019 waren er 2621 gevallen van listeriose gemeld (EFSA 2024). De meeste gevallen van listeriose werden vastgesteld bij personen die ouder zijn dan 64 jaar (2,1 gevallen per 100.000 populatie). De meeste (absolute) gevallen deden zich voor in Duitsland, Frankrijk en Spanje. Op populatieniveau deden de meeste gevallen zich echter voor in Denemarken, Finland en Zweden (ECDC 2024).

Voorkomen tijdens de zwangerschap

Volgens de World Health Organization wordt 43% van alle listeriosegevallen wereldwijd vastgesteld bij zwangeren, 14% daarvan doet zich voor in het derde trimester. De incidentie van aan zwangerschap gerelateerde listeriose laat een afnemende trend zien over de jaren. Waarschijnlijk is dit het gevolg van aangescherpte voedselveiligheidmaatregelen en betere preventieve adviezen en overige zorg voor zwangeren (Wang 2021). 

De incidentie van neonatale listeriose wereldwijd wordt geschat op 1,3 tot 25 per 100.000 levendgeborenen. Tussen 1980 en 2015 is het aantal gevallen van neonatale listeriose in Nederland met een factor 17 gereduceerd (Koopmans 2017, Koopmans 2023).

Epidemiologie bij dieren

Pathogenese

Listeria monocytogenes komt de gastheer binnen via het maag-darmkanaal met besmet voedsel of vanuit de omgeving. De bacterie is bestand tegen de lage pH van het maagzuur en de galzouten in het duodenum. Bij de meeste personen blijft de bacterie in de darmen en ontstaat er een febriele gastro-enteritis. Bij sommige personen omzeilt de bacterie de afweer en dringt de darmwand binnen. Vervolgens vermenigvuldigt de bacterie zich intracellulair in de darmwand en verspreidt zich via de mesenteriale lymfeklieren naar de bloedcirculatie, o.a. naar de lever en milt. Ongeveer 2 tot 3 dagen na besmetting is deze vermenigvuldiging van de bacterie in de lever op zijn hoogtepunt. Via de bloedcirculatie verspreidt de bacterie zich vervolgens door het hele lichaam en kan het door de bloed-hersenbarrière naar de hersenen gaan en bij zwangeren door de placenta naar de foetus gaan. Doordat de lever en de milt optreden als reservoir voor Listeria monocytogenes en de galblaas, darmwand en caecum gekoloniseerd kunnen zijn, kan er langdurige verspreiding van de bacterie via de bloedbaan voorkomen, alsmede langdurige verspreiding via de feces naar de omgeving (Johnson 2019, Sibanda and Buys 2022).

Incubatieperiode

De mediane incubatieperiode (en range) varieert per klinische manifestatie (Goulet 2013, Godshall 2013), als volgt:

  • gastro-enteritis 24 uur (6-240 uur);
  • bacteriëmie 2 dagen (1-12 dagen);
  • invasieve listeriose 8 dagen (1-67 dagen);
  • infectie van het centraal zenuwstelsel (neurolisteriose) 9 dagen (1-14 dagen);
  • infectie tijdens de zwangerschap 27,5 dagen (17-67 dagen, maar kort bij een bacteriëmie tijdens de zwangerschap).
  • cutane listeriose 2 dagen (6 uur–7 dagen)

Bij een uitbraak van listeriose is de mediane incubatietijd 11 dagen en 90% van de gevallen doet zich voor binnen 28 dagen (Angelo 2016).

Ziekteverschijnselen

Listeria monocytogenes kent een breed spectrum aan ziekteverschijnselen; van een self limiting febriele gastro-enteritis tot invasieve ziekte zoals een bacteriëmie of neurolisteriose (Johnson 2019). Dragerschap van Listeria monocytogenes komt voor bij minder dan 5% van de bevolking en is frequenter bij personen die een persoon met een invasieve listeriose in het huishouden hadden (Hafner 2021, Schoder 2022, Schuchat 1993).

Niet-invasieve listeriose

  • Acute febriele gastro-enteritis: Hierbij zijn er klachten van koorts, hoofdpijn, vermoeidheid, artralgie, misselijkheid en niet-bloederige diarree die ongeveer 1 tot 3 dagen aanhouden (soms een week) en meestal self limiting zijn. Deze vorm komt vaker voor bij gezonde kinderen en volwassenen (Johnson 2019).
  • Cutane listeriose: Cutane listeriose is zeer zeldzaam en komt vaker voor bij personen die blootgesteld zijn aan boerderijdieren. Zij kunnen een papulopustulaire uitslag, vaak gepaard gaand met koorts, ontwikkelen.  Huidlaesies kunnen ook ontstaan na hematogene verspreiding bij immuungecompromitteerden. (Godshall 2013, Johnson 2019). 

Invasieve listeriose

  • Bacteriëmie: De klachten zijn algemeen, non-specifiek en kunnen passen bij een systemische infectie van veel pathogenen. In 94% van de gevallen is er sprake van koorts en tachycardie en 22% heeft diarree. Een bacteriëmie komt vaker voor bij personen met een immuunstoornis of oudere leeftijd (70 jaar of ouder). Ook het gebruik van een protonpompremmer kan de kans op een bacteriëmie verhogen (Johnson 2019, Koopmans 2023).
  • Focale invasieve listeriose: Listeria monocytogenes kan infectie veroorzaken op verschillende plekken van het lichaam en leiden tot een endocarditis, septische artritis, osteomyelitis, peritonitis, urineweginfecties, pneumonie en andere focale infecties die zijn ontstaan door hematogene verspreiding van de bacterie (Johnson 2019).
  • Neurolisteriose: In tegenstelling tot andere bacteriën die meningitis kunnen veroorzaken, heeft Listeria monocytogenes een voorkeur voor infectie van de hersenen zelf. Van de patiënten met een neurolisteriose heeft 13% een geïsoleerde meningitis en 84% een meningo-encefalitis. Andere uitingsvormen zijn een cerebritis, abces en een rhombencefalitis (infectie van het cerebellum en de hersenstam). Bij 14 tot 37% van de patiënten met een neurolisteriose geen risicofactor aanwezig. Mogelijk is er bij deze personen een genetische kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van neurolisteriose (Johnson 2019, Koopmans 2023).

Sterfte

Van alle bacteriële verwekkers van meningitis heeft Listeria monocytogenes de hoogste mortaliteit (27%) (Van Ettekoven 2024). Tussen 1985 en 2014 was in Nederland de sterfte onder 375 listeriosegevallen 31% (Koopmans 2017). De driemaandelijkse sterftekans (de kans dat iemand binnen 3 maanden overlijdt) als gevolg van een bacteriëmie ligt tussen de 21 tot 46%. De sterfte bij personen met neurolisteriose ligt tussen de 13 en 36% in Westerse landen (Koopmans 2023). Van de personen die niet overlijden herstelt 40% volledig en heeft 16 tot 45% persisterende neurologische klachten (Johnson 2019, Koopmans 2023). 

Ziekteverschijnselen bij zwangerschap

Maternale listeriose

Tijdens de zwangerschap kan listeriose zonder symptomen (of alleen met griepachtige symptomen) voorkomen (Charlier 2020, Lamont 2011, Madjunkov 2017). In één studie was dit percentage 29% (totaal 191 zwangeren) en in een andere studie was dit percentage 5% (totaal 107 zwangeren) (Charlier 2017, Mylonakis 2002). De meest voorkomende klinische manifestatie van listeriose in de zwangerschap is koorts (65-81%) (Wang 2021, Xu 2022). Bij 20 tot 34% van de zwangeren met listeriose is er algehele malaise, buikpijn, een droge hoest, misselijkheid, braken, hoofdpijn en dyspnoe. Soms is het eerste symptoom van listeriose een vroegtijdige bevalling met foetale nood (Koopmans 2023). Er is een associatie tussen het symptomatisch zijn van de zwangere en negatieve uitkomsten van de foetus (Wang 2021). Bij een maternale listeriose kan de zwangere minder foetale bewegingen waarnemen; daarnaast kunnen er symptomen van vroeggeboorte zijn, zoals buikpijn, vaginaal bloedverlies of het vroegtijdig breken van de vliezen (Wang 2021).

Foetale listeriose

Bij foetale listeriose zijn soms echografische afwijkingen aan het foetale maagdarmkanaal te zien: ascites, galblaasvergroting en verwijding van de dunne darm (Wang 2021). Foetale listeriose in het eerste trimester heeft een slechte prognose, met een kans op miskraam van 65%. Bij een doorgaande zwangerschap na een listeriose in het eerste trimester of als de foetus in het tweede of derde trimester geïnfecteerd is geraakt, is er nog steeds risico van ongeveer 26% op miskraam en foetale dood (Madjunkov 2017).

Neonatale listeriose

Bij pasgeborenen zijn er twee verschijningsvormen van listeriose: early onset verschijnselen die er al zijn bij de geboorte of in ieder geval binnen 48 uur en late onset, waarbij er verschijnselen zijn vanaf 48 uur post partum. In 62 tot 72% van de neonaten is er een bacteriëmie, bij 9 tot 13% een pneumonie en bij 13 tot 19%  van de gevallen een meningitis. Foetale en neonatale ziekteverschijnselen van Listeria monocytogenes komen vaker voor bij infectie tijdens een kortere zwangerschapsduur (Johnson 2019, Koopmans 2023). De neonatale sterfte ligt tussen de 9 en 50%, waarbij de kans op neonatale sterfte groter is bij een early onset neonatale listeriose dan bij een late onset neonatale listeriose (Abu-Raya 2021, Koopmans 2023).

Ziekteverschijnselen bij dieren

Natuurlijke immuniteit

De cellulaire afweer en het aangeboren immuunsysteem is van cruciaal belang bij de afweer tegen Listeria monocytogenes, de humorale afweer speelt nauwelijks een rol bij het klaren van de infectie (Johnson 2019). Listeria monocytogenes heeft mechanismen om deze aangeboren afweer te omzeilen, waardoor er een stille verspreiding naar weefsels in het lichaam kan plaatsvinden. Het aangeboren immuunsysteem is echter wel verantwoordelijk voor de bestrijding van de bacterie, door directe antibacteriële eigenschappen en door het triggeren van de indirecte celgemedieerde immuniteit (Maudet 2021). Na het doormaken van een listeriose is er geen bescherming tegen herinfectie.

Reservoir

De mens is geen reservoir. Listeria monocytogenes komt veelvuldig voor in de omgeving en kan geïsoleerd worden uit aarde, grondwater, vegetatie en uit ontlasting van dieren. Listeria monocytogenes kan ook voedingsmiddelen contamineren (Koopmans 2023). 

Dierlijke reservoirs

Transmissie

Besmettingsweg

De belangrijkste besmettingsweg van Listeria monocytogenes is indirect via het innemen van besmet voedsel (Johnson 2019). Voedingsproducten die gerelateerd zijn aan uitbraken zijn kazen (zie ook Listeria monocytogenes in kazen), groente (o.a. spruiten, ingevroren groente), fruit (cantaloupe meloen, appels), rauwe of gerookte visproducten, ijs en kant-en-klaar vlees, zoals hotdogs en paté (Johnson 2019).
Directe transmissie kan plaatsvinden via het milieu (aarde, vegetatie, water) en via besmetting vanuit de omgeving. Dit geldt met name in koude ruimten waar de bacterie goed kan groeien en de ruimte niet goed gereinigd en gedesinfecteerd kan worden, zoals bij vlees-, vis- en zuivelverwerkende bedrijven (Gandhi 2007, Gomba 2024). 

Directe overdracht van dier naar mens is mogelijk, maar zeldzaam. Dit is dan voornamelijk als gevolg van obstetrische ingrepen bij geïnfecteerde herkauwers, waarbij er een cutane listeriose (dermatitis) kan ontstaan (Laureyns 2008). Verder kan er verticale transmissie optreden van moeder naar kind tijdens de zwangerschap of bij de geboorte. Sporadisch zijn nosocomiale infecties bij neonaten beschreven (Lazarus 2013). Overdracht van mens op mens (met uitzondering van verticale transmissie) komt zelden voor (Victoria 2023).

Listeria monocytogenes kan worden aangetroffen in voedselproductieomgevingen (bijvoorbeeld transportbanden of andere contactoppervlakten), waaronder ook kaasmakerijen. Daarnaast kan de bacterie worden aangetroffen in melk. Kaas gemaakt van melk die niet verhit wordt (rauwmelkse kaas, niet-gepasteuriseerde kaas) kan dus besmet raken vanuit de melk, maar ook door contact met een besmet oppervlak. In goed gemaakte kazen, ook rauwmelkse kaas, gaat Listeria monocytogenes dood, die zijn te zuur en te droog. Een voorbeeld hiervan is Gouda-kaas. Er is maar één type kaas waarin Listeria monocytogenes kan groeien, en dat zijn de zachte witschimmelkazen, zoals brie en camembert. De witte schimmel leidt ertoe dat de korst niet zuur genoeg wordt  om de groei van Listeria monocytogenes in de korst te voorkomen. Het maakt daarbij niet uit of de bacterie uit de melk komt (rauwmelkse kaas) of uit de omgeving via een besmet contactoppervlak (rauwmelkse of gepasteuriseerde kaas). Ook gepasteuriseerde zachte witschimmelkazen kunnen dus Listeria monocytogenes bevatten door nabesmetting vanuit de productieomgeving. Alle andere kazen, gepasteuriseerd of niet, vormen nauwelijks een risico, omdat ze te zuur en droog zijn (Almeida 2013, Gould 2014).

Perinatale transmissie

De belangrijkste besmettingsweg van zwangere naar foetus is transplacentair (Koopmans 2023). Bij early onset-gevallen van listeriose bij neonaten (ziekteverschijnselen binnen 48 uur post partum) wordt gedacht dat transplacentaire transmissie heeft plaatsgevonden. Bij late onset listeriose (ziekteverschijnselen vanaf 48 uur post partum) wordt gedacht dat de neonaat geïnfecteerd raakt door blootstelling aan geïnfecteerde vaginale of cervicale vloeistoffen of urine tijdens de bevalling (Koopmans 2023). De kans op besmetting via de moedermelk zou theoretisch mogelijk zijn, maar dit risico is heel klein en nog nooit beschreven (OTIS 2022).

Besmettelijke periode

Na ziekte en na een asymptomatische infectie kunnen mensen tot enkele maanden Listeria monocytogenes in de ontlasting blijven uitscheiden. Na de bevalling houdt de besmettelijke periode aan tot 7 à 10 dagen via urine en vaginale afscheiding (Heymann 2022, Victoria 2023, Hafner 2021). 

Besmettelijkheid

Listeria monocytogenes kan groeien bij een grote temperatuurrange van -0.4 tot 45 graden Celsius. De bacterie is bestand tegen langdurig invriezen van voedsel (Wiktorczyk-Kapischke 2023). Daarnaast is het bestand tegen een verhoogde osmolaliteit (zoutconcentraties tot 20%), een zoutrijke en zure omgeving (pH 4,6 tot 9,5) en oxidatieve stress (Koopmans 2023, Osek 2022, Quereda 2021). De bacterie besmet gemakkelijk allerlei (voedsel)producten en kan endemisch worden in bedrijven die levensmiddelen produceren (Luber 2011). Onder andere door de vorming van een biofilm met Listeria-bacteriën in apparatuur en transportbuizen kan voedsel besmet raken (Janež 2021). De dosis die nodig is om een persoon te infecteren met Listeria monocytogenes is niet precies bekend, maar wordt geschat op 104 tot 106 organismen per gram voedselproduct. Voor risicogroepen, zoals zwangeren, kan deze infectieuze dosis lager zijn (Lamont 2011).

Transmissie bij dieren

Risicogroepen

Verhoogde kans op infectie

De volgende personen hebben een verhoogde kans op infectie (Gomba 2024, Kerr 1993, Heymann 2022): 

  • Personen die werken met dieren, met name personen die werken (of wonen) op een boerderij, in de kippenindustrie, slachthuizen (vleesverwerking) of dierenartsen;
  • Personen die werken in de levensmiddelenindustrie; 
  • Een foetus en neonaat van zwangeren met listeriose. 

Voor meer informatie, zie Arbeidsgerelateerde risicogroepen.

Verhoogde kans op ernstig beloop

Een verhoogde kans op een ernstig beloop, d.w.z. invasieve listeriose, komt voor bij:

  • Ouderen: door een afgenomen immuunrespons bij ouderen is de kans op een invasieve listeriose groter. Vergeleken met de algemene populatie is de incidentie van invasieve listeriose sterk verhoogd bij personen ≥ 65 jaar (relatief risico 4.4)(CDC Centers for Disease Control and Prevention (Centers for Disease Control and Prevention) 2013).
  • Personen met een immuunstoornis: vooral personen die immuunsuppresiva gebruiken en personen met diabetes mellitus of maligniteiten (hematologisch/solide tumoren) hebben een verhoogde kans op neurolisteriose en een spontane bacteriële peritonitis (Blanchard 2024, Charlier 2017). Ook hebben personen met alcoholisme en chronische leverziekten een verhoogde kans op neurolisteriose (Koopmans 2023).
  • Protonpompremmergebruik: personen die protonpompremmers gebruiken hebben een grotere kans op listeriose, omdat deze medicatie de pH in de maag verhoogt, waardoor Listeria monocytogenes beter kan overleven (Ducarmon 2019).

Daarnaast hebben zwangeren en neonaten een verhoogde kans op een ernstig beloop, zie de paragraaf Verhoogd risico op invasieve infectie zwangerschap hieronder.

Verhoogde kans op ernstig beloop bij zwangerschap

Risico voor zwangere

Vergeleken met de algemene populatie hebben zwangeren een 10 tot 18 keer hogere kans op listeriose. Binnen de groep zwangeren hebben personen met een migratieachtergrond een verhoogd risico op listeriose, mogelijk door voedingsgewoontes en ontoereikende voorlichting over preventie van listeriose tijdens de zwangerschap (Koopmans 2023). Daarnaast hebben zwangeren een verhoogde kans op invasieve listeriose. Sterfte onder zwangeren met listeriose is zeldzaam (Wang 2021).

Risico voor de foetus

Bij maternale listeriose is er een verhoogde kans op invasieve listeriose bij de foetus. Uit een grote studie onder 107 zwangeren met listeriose, bleek dat dit in 83% van de gevallen ernstige gevolgen had voor de zwangerschap, zoals miskraam en vroeggeboorte (Charlier 2017, Wang 2021). De zwangerschapsuitkomst is afhankelijk van het trimester waarin de zwangere geïnfecteerd raakt; in de vroege zwangerschap loopt 65% uit op een miskraam, in het tweede en derde trimester is dit 26%. De meeste infecties worden opgedaan in het derde trimester (Wang 2021).

Risico voor de neonaat

De neonaat van een zwangere met listeriose heeft een verhoogd risico op invasieve listeriose (62 tot 72% kans op een bacteriëmie). Dit is het gevolg van een nog niet ontwikkeld cellulair afweersysteem. Ook de kans op sterfte van de neonaat als gevolg van listeriose is verhoogd (tussen de 9 en 50% en 9 tot 13% van de gevallen ontwikkelt neurologische restverschijnselen op lange termijn (Koopmans 2023).

Behandeling

Zie voor de behandeling van volwassenen met listeriose de richtlijnen van de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (Stichting Werkgroep Antibioticabeleid )) voor meningitis en voor sepsis. Voor kinderen is er de richtlijn meningitis (primair) en het kinderformularium.

Behandeling bij dieren

Diagnostiek

Zie ook Diagnostisch Vademecum Listeria monocytogenes.

Microbiologische diagnostiek

Directe diagnostiek

Listeria monocytogenes kan gekweekt worden uit bloed en liquor cerebrospinalis. In een grampreparaat van de liquor zijn soms grampositieve staven te zien, maar een grampreparaat zonder bacteriën sluit Listeria-meningitis zeker niet uit. Als bij een neonaat aan listeriose gedacht wordt, kunnen ook kweken van amnionvocht, meconium, sputum, placenta en huid zinvol zijn. Bij zwangeren met koorts en een mogelijke bacteriëmie is een bloedkweek de beste manier om de diagnose te stellen. Omdat L. monocytogenes langzaam groeit, komt het voor dat de kweek pas positief wordt na 48 of 72 uur incubatie.

Het is mogelijk L. monocytogenes te kweken uit feces, maar asymptomatisch dragerschap komt ook voor, waardoor de interpretatie van een positieve kweek moeilijk is. In Nederland zijn er geen laboratoria waar feceskweken op L. monocytogenes routinematig uitgevoerd worden.

Bij patiënten met meningitis of meningo-encefalitis kan een liquormonster ook door middel van een NAAT nucleïnezuur amplificatietest (zoals PCR) (nucleïnezuur amplificatietest (zoals PCR) ) geanalyseerd worden. Dit kan nuttig zijn omdat een kweek op L. monocytogenes soms negatief blijft vanwege eerder antibioticagebruik of lage load van bacteriën in de liquor. Er zijn NAAT’s die specifiek zijn voor L. monocytogenes maar L. monocytogenes is ook vaak een onderdeel van multiplex-NAAT’s waarmee verschillende meningitispathogenen kunnen worden aangetoond (Favaro 2013, Le Monnier 2011).

Indirecte diagnostiek

Serologie is niet klinisch bruikbaar en is niet routinematig beschikbaar in Nederland.

Typering voor bron- en contactonderzoek

Typering van Listeria-stammen wordt uitgevoerd in het kader van nationale surveillance. Gekweekte stammen uit bloed en liquor worden hiervoor opgestuurd naar het Nederlands Referentielaboratorium voor Bacteriële Meningitis (RLBM) waar serotypering plaatsvindt. Ook Listeria-stammen geïsoleerd uit andere materialen, zoals abortusmateriaal of nageboorte, kunnen worden ingestuurd. Sinds januari 2017 worden alle stammen die worden ingestuurd naar het RLBM door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) verder getypeerd d.m.v. whole genome sequencing.

Niet-microbiologische diagnostiek

Niet van toepassing.

Diagnostiek bij dieren

Preventie

Immunisatie

Geen.

Immunisatie bij dieren

Algemene preventieve maatregelen

Levensmiddelen mogen Listeria monocytogenes bevatten, maar hier zit wel een grens aan. In Europese wetgeving t.a.v. Listeria monocytogenes in kant-en-klare levensmiddelen, wordt een grens van maximaal 100 eenheden per gram aangehouden als een veilige limiet voor consumenten die niet behoren tot een risicogroep (WHO World Health Organization (World Health Organization ) 2004). 

Om voedselinfecties in het algemeen te voorkomen wordt er verwezen naar de maatregelen om voedselinfecties te voorkomen. Hiernaast zijn er aanvullende maatregelen om de kans op een voedselinfectie met Listeria monocytogenes verder te verkleinen (Johnson 2019, Voedingscentrum 2024):

  • Was rauwe groenten met kraanwater voordat het gegeten, gesneden of gekookt wordt. Ook groenten die geschild worden, moeten eerst gewassen worden.
  • Was de handen, messen, het aanrecht en snijplanken na het bereiden van ongekookt voedsel.
  • Stel de koelkast in op 4 graden of lager, en de vriezer op -18 graden of lager. 
  • Zet gekoelde producten, zoals vleeswaren, vis, kazen en kant-en-klaarmaaltijden na aankoop (en na gebruik) zo snel mogelijk in de koelkast op de onderste plank.
  • Maak een verontreinigde koelkast direct goed schoon, met name als er vleessappen, resten van vleeswaren of rauw vlees of vis in de koelkast lagen. Listeria monocytogenes kan anders groeien en zich verspreiden naar andere producten in de koelkast.
  • Kook of bak rauw voedsel van dierlijke oorsprong goed door (zoals rund, varkensvlees, kippenvlees).
  • Consumeer kant-en-klaar of voorgekookt voedsel zo snel mogelijk. Bewaar dit niet in de koelkast na de houdbaarheidsdatum, maar gooi het weg.
  • Eet kliekjes binnen 2 dagen op. Verhit kliekjes goed voordat ze gegeten worden.
  • Drink geen rauwe melk en eet geen voedsel waar rauwe melk in zit (zoals zachte kazen).

Preventieve maatregelen bij zwangeren

Voor zwangeren (en andere personen met een verhoogde kans op een ernstig beloop) gelden de volgende aanvullende preventieve maatregelen (Johnson 2019, Voedingscentrum 2024):

  • Bewaar producten waarvan het etiket vermeldt ‘verpakt onder beschermende atmosfeer’ (zoals vleeswaren of gekoelde kant-en-klaarmaaltijden) na openen niet langer dan 2 dagen in de koelkast. Indien het product wordt ingevroren, kan het langer bewaard worden.
  • Vermijd het eten van risicovolle producten, deze zijn te vinden op de webpagina over zwangerschap van het Voedingscentrum.

Preventieve maatregelen bij dieren

Reiniging, desinfectie en sterilisatie

Conform de richtlijn Standaardmethoden reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare gezondheidszorg.

Reinigen en desinfecteren van dierverblijven

Maatregelen

Meldingsplicht

Listeriose is een meldingsplichtige ziekte groep C. Het laboratorium en de arts melden een geval van listeriose binnen 1 werkdag aan de GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst ). De GGD meldt anoniem conform de Wet Publieke Gezondheid binnen 3 dagen aan het CIb Centrum Infectieziektebestrijding (onderdeel van het RIVM) (Centrum Infectieziektebestrijding (onderdeel van het RIVM)) en levert gegevens voor de landelijke surveillance van meldingsplichtige ziekten. 

Meldingscriteria

Een persoon bij wie Listeria monocytogenes wordt aangetoond middels kweek of aantonen van genetisch materiaal, in materiaal uit een normaal gesproken steriele ruimte.

OF

Een zwangerschap waarbij Listeria monocytogenes wordt aangetoond middels kweek of aantonen van genetisch materiaal, in materiaal van een foetus, doodgeboren kind, pasgeboren kind of de moeder. In deze gevallen wordt zowel moeder als kind apart gemeld.

Als zich in een instelling een of meerdere gevallen voordoen met klachten en symptomen passend bij listeriose, kan er sprake zijn van meldingsplicht op basis van artikel 26 Wet publieke gezondheid.

Meldingsplicht veterinair

Inschakelen van andere instanties

De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) kan worden ingeschakeld als er een vermoeden is van voedsel of dieren als mogelijke bron. Dit is ongeacht het aantal ziektegevallen. Bij voldoende aanknopingspunten kan er reden zijn voor de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ) voor aanvullend onderzoek, zoals monstername.
De NVWA heeft als bevoegde autoriteit een belangrijke rol in de controle op het naleven van relevante wet- en regelgeving in de gehele voedsel- en productieketen (van boer tot aan de gebruiker). De NVWA is een handhavende instantie die is bevoegd om direct maatregelen op te leggen bij tekortkomingen en misstanden die kunnen leiden tot mogelijke (volksgezondheid)risico’s. Voor ondersteuning en collegiaal overleg met betrekking tot onderzoek naar uitbraken en infecties met een mogelijke voedselbron kan de NVWA worden ingeschakeld via de Alimentair Consulenten van het Expertisecentrum voedselvergiftiging.

Het laboratorium stuurt de geïsoleerde stammen van de patiënt door naar het Nederlands Referentielaboratorium voor Bacteriële Meningitis (NRLBM) voor nadere typering door middel van whole genome sequencing. Mogelijk verdachte voedselbronnen kunnen door de NVWA worden onderzocht op ziekteverwekkers. Sequenties van isolaten van patiënten en van niet-humane bronnen zullen met elkaar worden vergeleken door het RIVM.

Zie ook het Vademecum Zoönosen.

Bron- en contactonderzoek

Bronopsporing

Bij een solitair geval van listeriose of bij een cluster is bronopsporing van belang. Clusters kunnen opgemerkt worden door nationale surveillance via Osiris, door medisch-microbiologische laboratoria, door typering door het referentielaboratorium of door artsen die meerdere gevallen van listeriose signaleren.

Zowel bij clusters als bij solitaire gevallen, neemt de GGD een voedselanamnese af. Bij een landelijke uitbraak of als de uitbraak regio-overschrijdend is, zal de algemene coördinatie van het onderzoek in de meeste gevallen bij het CIb/RIVM terechtkomen in samenwerking met de betrokken GGD’en, laboratoria en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA, inclusief het laboratorium Wageningen Food Safety Research). De GGD start dan vaak een brononderzoek met behulp van een vragenlijst. Hierin staan vragen over wat mensen gegeten hebben, waar zij gegeten hebben en waar zij hun boodschappen hebben gedaan.

In geval van voedsel als potentiële bron is het van belang snel te handelen, omdat voedselresten mogelijk worden weggegooid. Het advies is om snel de NVWA in te schakelen. Aanvullend onderzoek naar de potentiële bron kan door de NVWA worden uitgevoerd door middel van traceringsonderzoek of een analyse van data verzameld uit inspecties door de NVWA. Indien nodig kan ook monstername worden uitgevoerd op een verdacht product of in een verdachte productieomgeving. Ook in geval van verdenking van zoönotische risico’s (contactoverdraagbare zoönosen) kan de NVWA worden ingeschakeld.

Contactonderzoek

Bij een bevestigde bron dient te worden nagegaan of er personen zijn die mogelijk hetzelfde voedsel gegeten hebben. Als hier zwangeren bij zijn, moet hen verteld worden dat zij alert moeten zijn op het ontwikkelen van symptomen. Zie ook de Maatregelen ten aanzien van zwangeren.

Maatregelen ten aanzien van index, contacten en bron

Een patiënt met listeriose kan behandeld worden met antibiotica, zie Behandeling. Maatregelen ten aanzien van contacten zijn niet zinvol, omdat de transmissie van mens op mens zeldzaam is (Victoria 2023).

Maatregelen ten aanzien van zwangeren

Voor asymptomatische zwangeren die een risicoproduct of voedsel hebben gegeten dat (mogelijk) besmet was met Listeria monocytogenes geldt een afwachtend beleid; er wordt geen postexpositieprofylaxe geadviseerd. Hierbij gelden de volgende adviezen:

•    Aan immuuncompetente zwangeren die een (mogelijk) met Listeria monocytogenes-besmet product uit een teruggeroepen batch hebben gegeten, wordt een afwachtend beleid geadviseerd. De GGD geeft uitleg over mogelijke symptomen van listeriose en verzoekt om deze gedurende de incubatieperiode (2 maanden) te monitoren. Bij het ontstaan van symptomen die kunnen passen bij listeriose dient de zwangere laagdrempelig contact op te nemen met de verloskundige en/of de huisarts.
•    Immuungecompromitteerde zwangeren die een (mogelijk) besmet product vanuit een teruggeroepen batch hebben gegeten, wordt geadviseerd symptomen niet af te wachten en gelijk contact op te nemen met hun behandelend specialist en/of de gynaecoloog.
•    Voor zwangeren die een ‘risicoproduct’ hebben gegeten zonder dat er sprake is van een teruggeroepen batch wegens besmetting met Listeria monocytogenes gelden geen specifieke instructies. 

Voor de onderbouwing van dit beleid, zie de bijlage Onderbouwing blootstelling zwangeren aan Listeria monocytogenes.

Het beleid ten aanzien van symptomatische zwangeren die een (mogelijk) besmet product vanuit een teruggeroepen batch hebben gegeten valt buiten het domein van deze richtlijn. Zwangeren met klachten worden geadviseerd contact op te nemen met de verloskundige of huisarts voor beoordeling en eventuele verwijzing naar de gynaecoloog.

Maatregelen ten aanzien van de neonaat

Meconium van neonaten van geïnfecteerde zwangeren kan onderzocht worden op Listeria monocytogenes. Indien deze positief is, kan de neonaat behandeld worden met antibiotica, zie Behandeling.

Profylaxe

Profylaxe wordt niet standaard geadviseerd. Voor het beleid bij zwangeren zie de Maatregelen ten aanzien van zwangeren

Wering

Wering is vanuit het perspectief van de volksgezondheid niet zinvol. Voor werknemers, zie de paragraaf Wering van werk.

Arbeidsrelevante aanvullingen

Deze aanvullingen zijn geschreven voor en door bedrijfsartsen en beschrijven de preventieve maatregelen om het oplopen van infectieziekten tijdens het werk te voorkomen (werknemer als risicoloper) en de maatregelen/aanpassingen die genomen kunnen worden bij vaststelling van de infectieziekte bij de werknemer (werknemer als risicovormer). In de werksituatie gelden de Arbowet, het arbeidsomstandighedenbesluit en de Europese Richtlijn 2000/54, gericht op preventie. Zie ook biologische agentia in de wet op Arboportaal

Ziekteverschijnselen in relatie tot arbeid 

Of een patiënt kan werken zal volledig afhangen van de ernst van het beeld. De bedrijfsarts zal de beperkingen en daarmee de mogelijke inzetbaarheid dienen vast te stellen. Zie ook bij Ziekteverschijnselen.

Arbeidsgerelateerde risicogroepen 

Beroepsgroepen met een verhoogde kans op infectie

Werkgerelateerde risicolopers zijn personen die tijdens hun werkzaamheden direct of indirect (bijvoorbeeld via besmet materiaal zoals ontlasting of besmette grond) contact hebben met Listeria monocytogenes, zoals boeren, dierenartsen, voedselverwerkers, slachthuispersoneel (Gomba 2024, Kerr 1993, Adam-Poupart 2021, Cherry 2022, Godshall Casey 2020). Van dierenartsen en veehouders is bekend dat zij cutane listeriose kunnen oplopen na een verlossing bij geïnfecteerde landbouwhuisdieren of na contact met geïnfecteerd aan geboorte gerelateerd weefsel (Moore 1993, Godshall Casey 2020, McLauchlin 1994, Visser 1996). Ook is dit beschreven bij een groenwerker (Godshall Casey 2020). Werknemers in slachthuizen en laboratoriummedewerkers die direct met Listeria monocytogenes werken, hebben een verhoogde kans op asymptomatisch fecaal dragerschap (Heymann 2022). 

Werknemers met een verhoogde kans op ernstig beloop

Zie paragraaf Verhoogd risico op ernstig beloop.

Preventieve maatregelen op het werk 

Voor meer informatie, zie ook Algemene preventieve maatregelen

Volgens het Arbeidsomstandighedenbesluit moet een werkgever als onderdeel van de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie de blootstelling aan biologische agentia beoordelen, hier voorlichting over geven en toezicht op bescherming houden (Overheid 2020). De werknemer moet hierbij worden voorgelicht over transmissierisico, het belang van hygiënemaatregelen en juiste toepassing van eventuele sectorafhankelijke, door werkgever verstrekte, persoonlijke beschermingsmiddelen afgestemd op de werkzaamheden.

In het kader van listeriose gaat het hier om werknemers in de voedselverwerking, visserij, veeteelt (Hygiëneadviezen voor de dierhouderij), laboratoria en groen (Gomba 2024). Hierbij kan gedacht worden aan het dragen van lange handschoenen, een waterdicht schort en een spatbril bij risicovolle handelingen, zoals het geven van geboortehulp bij mogelijk besmette dieren. In situaties waarbij aerosolen vrijkomen, moet ook mond- en neusbescherming (type FFP2) gedragen worden (met toezicht op juist gebruik) (Cherry 2022, Rørvik 1997, Moore 1993). Huidwondjes moeten worden afgedekt met een waterdichte pleister (Godshall Casey 2020).

In alle gevallen is het noodzakelijk dat werknemers hygiënisch werken en zorgen voor een goede persoonlijke hygiëne (onder andere consequent handen wassen, bedrijfskleding op bedrijf laten). Bij hygiënisch werken moet ook gedacht worden het reinigen van gebruiksmaterialen en een besmette omgeving, zoals bijvoorbeeld stallen na abortus (Jemmi 2006). 

De bedrijfsarts kan in een preventief arbeidsomstandighedenspreekuur zwangeren of personen met een zwangerschapswens adviseren over de risico’s, zie de paragraaf Wering van werk hieronder.

Wering van werk 

Het is zinvol om medisch kwetsbare werknemers (zwangeren en immuungecompromitteerde werknemers) te weren van contact met besmette, aborterende of dode landbouwhuisdieren. Ook is het zinvol deze werknemers niet te laten assisteren bij verlossingen van schapen, geiten en koeien, contact te laten hebben met nageboorte of geboortemateriaal van deze dieren of met werkkleding die bij een verlossing is gebruikt. Ook het uitmesten van stallen van deze dieren, waar veel Listeria monocytogenes aanwezig kan zijn, moet worden vermeden (Moore 1993).

Personen die betrokken zijn bij de bereiding en verwerking van voedsel zijn gehouden aan de wettelijke hygiënevoorschriften genoemd in de Europese wetgeving voor levensmiddelenhygiëne (EG 2004), die door de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ) wordt gevolgd bij het houden van toezicht op levensmiddelenbedrijven. Hierin wordt gesteld dat personen die lijden aan of drager zijn van een ziekte die via voedsel kan worden overgedragen, geen levensmiddelen mogen hanteren of ruimten mogen betreden waar levensmiddelen worden gehanteerd, indien er kans bestaat op rechtstreekse of onrechtstreekse verontreiniging. 

Wanneer dergelijke personen in een levensmiddelenbedrijf werken, dienen zij hun ziekte of de symptomen en indien mogelijk de oorzaken ervan onmiddellijk kenbaar te maken aan de exploitant van het levensmiddelenbedrijf.

Voor zover ziekteverschijnselen en arbeidsomstandigheden dit toelaten, kunnen (in overleg met de bedrijfsarts) vervangende werkzaamheden worden aangeboden (EG 2004).

Melden als beroepsziekte 

Zowel bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (Nederlands Centrum voor Beroepsziekten )) als in Osiris zijn de afgelopen jaren geen meldingen geregistreerd van Listeria monocytogenes opgelopen tijdens het werk. Dit zegt weinig over het daadwerkelijk aantal beroepsmatig opgelopen gevallen. Het NCvB heeft te maken met onderregistratie. 

Literatuur

  • Abu-Raya B, Jost M, Bettinger JA, Bortolussi R, Grabowski J, Lacaze-Masmonteil T, et al. Listeriosis in infants: Prospective surveillance studies in Canada and Switzerland. Paediatr Child Health. 2021;26(7):e277-e82. https://doi.org/10.1093/pch/pxab035
  • Adam-Poupart A, Drapeau LM, Bekal S, Germain G, Irace-Cima A, Sassine MP, Simon A, Soto J, Thivierge K & Tissot F. Occupations at risk of contracting zoonoses of public health significance in Québec. Canada communicable disease report = Releve des maladies transmissibles au Canada, 2021; 47(1), 47–58. https://doi.org/10.14745/ccdr.v47i01a08
  • Almeida G, Magalhães R, Carneiro L, Santos I, Silva J, Ferreira V, Hogg T, Teixeira P. Foci of contamination of Listeria monocytogenes in different cheese processing plants. Int J Food Microbiol. 2013 Nov 1;167(3):303-9. doi: 10.1016/j.ijfoodmicro.2013.09.006.
  • Angelo KM, Jackson KA, Wong KK, Hoekstra RM, Jackson BR. Assessment of the Incubation Period for Invasive Listeriosis. Clin Infect Dis. 2016;63(11):1487-9. https://doi.org/10.1093/cid/ciw569
  • Aureli P, Fiorucci GC, Caroli D, Marchiaro G, Novara O, Leone L, Salmaso S. An outbreak of febrile gastroenteritis associated with corn contaminated by Listeria monocytogenes. N Engl J Med. 2000;342(17):1236-41. https://doi.org/10.1056/nejm200004273421702
  • Blanchard F, Henry B, Vijayaratnam S, Canouï E, Moura A, Thouvenot P, Bracq-Dieye H, Tessaud-Rita N, Valès G, Diakité A, Leclercq A, Lecuit M, Charlier C; Listeria monocytogenes-associated Spontaneous Peritonitis Study Group. Listeria monocytogenes-associated spontaneous bacterial peritonitis in France: a nationwide observational study of 208 cases. Lancet Infect Dis. 2024 Jul;24(7):783-792. doi: 10.1016/S1473-3099(24)00151-8.
  • Bos J, Klous, G, de Boer, P, McDonald, S, Franz, E, van Rooijen, M. Staat van infectieziekten in Nederland, 2022. 2023. Beschikbaar via: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2023-0396.pdf.
  • CDC Centers for Disease Control and Prevention (Centers for Disease Control and Prevention). Vital signs: Listeria illnesses, deaths, and outbreaks--United States, 2009-2011. MMWR Morb Mortal Wkly Rep. 2013;62(22):448-52.
  • Charlier C, Disson O, Lecuit M. Maternal-neonatal listeriosis. Virulence. 2020;11(1):391-7. https://doi.org/10.1080/21505594.2020.1759287
  • Charlier C, Perrodeau É, Leclercq A, Cazenave B, Pilmis B, Henry B, et al. Clinical features and prognostic factors of listeriosis: the MONALISA national prospective cohort study. Lancet Infect Dis. 2017;17(5):510-9. https://doi.org/10.1016/s1473-3099(16)30521-7
  • Cherry CC et al. Large animal veterinarians' knowledge, attitudes, and practices regarding livestock abortion-associated zoonoses in the United States indicate potential occupational health risk. J Am Vet Med Assoc 2022; 260(7): 780-788.
  • Ducarmon QR, Zwittink RD, Hornung BVH, van Schaik W, Young VB, Kuijper EJ. Gut Microbiota and Colonization Resistance against Bacterial Enteric Infection. Microbiology and Molecular Biology Reviews. 2019;83(3):10.1128/mmbr.00007-19. https://doi.org/10.1128/mmbr.00007-19
  • ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control ). Listeriosis annual epidemiological report for 2022. Stockholm, Zweden: European Centre for Disease Prevention and Control; 2024.
  • EG. VERORDENING Nr. 852/2004 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Inzake levensmiddelenhygiëne. 29 april 2004.
  • European Food Safety Authority (EFSA); European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC). The European Union One Health 2023 Zoonoses report. EFSA J. 2024 Dec 10;22(12):e9106. doi: 10.2903/j.efsa.2024.9106.
  • Friesema IH. Surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland, 2019. Infectieziekten Bulletin. 2020(3).
  • Friesema IH. Surveillance van enterale infecties en zoönosen. Jaarrapportage 2022. 2023. https://doi.org/https://rivm.openrepository.com/handle/10029/626919
  • Gandhi M, Chikindas ML. Listeria: A foodborne pathogen that knows how to survive. Int J Food Microbiol. 2007;113(1):1-15. https://doi.org/10.1016/j.ijfoodmicro.2006.07.008
  • Godshall Casey E. Cutaneous Listeriosis. Journal of Clinical Microbiology 2020; 51(11): 3591-3596.
  • Godshall CE, Suh G, Lorber B. Cutaneous listeriosis. J Clin Microbiol. 2013 Nov;51(11):3591-6. doi: 10.1128/JCM.01974-13.
  • Gomba N SL. Listeriosis in the workplace: National institute for occupational health; cited 2024. Beschikbaar via: https://www.nioh.ac.za/fact-sheets/listeriosis-in-the-workplace/.
  • Gould LH, Mungai E, Behravesh CB. Outbreaks attributed to cheese: differences between outbreaks caused by unpasteurized and pasteurized dairy products, United States, 1998-2011. Foodborne Pathog Dis. 2014 Jul;11(7):545-51. doi: 10.1089/fpd.2013.1650.
  • Goulet V, King LA, Vaillant V, de Valk H. What is the incubation period for listeriosis? BMC Infect Dis. 2013;13:11. https://doi.org/10.1186/1471-2334-13-11
  • Hafner L, Pichon M, Burucoa C, Nusser SHA, Moura A, Garcia-Garcera M, Lecuit M. Listeria monocytogenes faecal carriage is common and depends on the gut microbiota. Nat Commun. 2021;12(1):6826. https://doi.org/10.1038/s41467-021-27069-y
  • Harvey PJH. Listeria: Change of name for a genus bacteria. Nature. 1940;264(45). https://doi.org/10.1038/145264a0
  • Heymann. Control of communicable diseases manual. 21st ed2022.
  • Janež N, Škrlj B, Sterniša M, Klančnik A, Sabotič J. The role of the Listeria monocytogenes surfactome in biofilm formation. Microb Biotechnol. 2021;14(4):1269-81. https://doi.org/10.1111/1751-7915.13847
  • Jemmi T. and Stephan R. Listeria monocytogenes: food-borne pathogen and hygiene indicator. Rev Sci Tech 2006; 25(2): 571-580.
  • Johnson JM, E. Chapter 206 Listeria monocytogenes. Benett JE DR, Blaser MJ, editor: Elsevier OHCE; 2019.
  • Kerr KG, Birkenhead D, Seale K, Major J, Hawkey PM. Prevalence of Listeria spp. on the Hands of Food Workers. J Food Prot. 1993;56(6):525-7. https://doi.org/10.4315/0362-028x-56.6.525
  • Koopmans MM, Bijlsma MW, Brouwer MC Medisch Centrum (Medisch Centrum ), van de Beek D, van der Ende A. Listeria monocytogenes meningitis in the Netherlands, 1985-2014: A nationwide surveillance study. J Infect. 2017;75(1):12-9. https://doi.org/10.1016/j.jinf.2017.04.004
  • Koopmans MM, Brouwer MC, Vázquez-Boland JA, van de Beek D. Human Listeriosis. Clin Microbiol Rev. 2023;36(1):e0006019. https://doi.org/10.1128/cmr.00060-19
  • Lagerweij G, Schimmer B, Mooij S, Raven S, Schoffelen A, de Gier B, Hahné S. Staat van infectieziekten in Nederland, 2019. 2020. Beschikbaar via: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2020-0048.pdf.
  • Lamont RF, Sobel J, Mazaki-Tovi S, Kusanovic JP, Vaisbuch E, Kim SK, et al. Listeriosis in human pregnancy: a systematic review. J Perinat Med. 2011;39(3):227-36. https://doi.org/10.1515/jpm.2011.035
  • Laureyns J, Moyaert H, Werbrouck H, Catry B, de Kruif A, Pasmans F. Pustular dermatitis by Listeria monocytogenes after the assisted delivery of a dead calf. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift. 2008;77:29-34.
  • Lazarus C, Leclercq A, Lecuit M, Vaillant V, Coignard B, Blanchard H, et al. Probable nosocomial transmission of listeriosis in neonates. J Hosp Infect. 2013;85(2):159-60. https://doi.org/10.1016/j.jhin.2013.06.019
  • Luber P, Crerar S, Dufour C, Farber J, Datta A, Todd EC. Controlling Listeria monocytogenes in ready-to-eat foods: Working towards global scientific consensus and harmonization–Recommendations for improved prevention and control. Food Control. 2011;22(9):1535-49.
  • Madjunkov M, Chaudhry S, Ito S. Listeriosis during pregnancy. Arch Gynecol Obstet. 2017;296(2):143-52. https://doi.org/10.1007/s00404-017-4401-1
  • Maudet C, Levallois S, Disson O, Lecuit M. Innate immune responses to Listeria in vivo. Curr Opin Microbiol. 2021;59:95-101. https://doi.org/10.1016/j.mib.2020.11.006
  • Moore RM, Jr, Davis YM, Kaczmarek RG. An overview of occupational hazards among veterinarians, with particular reference to pregnant women. American Industrial Hygiene Association journal, 1993; 54(3), 113–120. https://doi.org/10.1080/15298669391354423
  • McLauchlin J, Low JC. Primary cutaneous listeriosis in adults: an occupational disease of veterinarians and farmers. Vet Rec 1994; 135(26): 615-617.
  • Murray EGD, Webb RE, Swann MBR. A disease of rabbits characterized by a large mononuclear leucocytosis, caused by a hitherto undescribed bacillus Bacterium monocytogenes (n. sp.). J Pathol Bacteriol 1926;29:407-39.
  • Mylonakis E, Paliou M, Hohmann EL, Calderwood SB, Wing EJ. Listeriosis during pregnancy: a case series and review of 222 cases. Medicine (Baltimore). 2002;81(4):260-9. https://doi.org/10.1097/00005792-200207000-00002
  • Osek J, Lachtara B, Wieczorek K. Listeria monocytogenes - How This Pathogen Survives in Food-Production Environments? Front Microbiol. 2022;13:866462. https://doi.org/10.3389/fmicb.2022.866462
  • OTIS. Mother to baby; Listeria infection (listeriosis) 2022. Beschikbaar via: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK582795/#:~:text=It%20is%20not%20c….
  • Overheid (2020). Arbeidsomstandighedenbesluit: Artikel 4.84. Biologische agentia, celculturen en micro-organismen. Beschikbaar via: https://www.arboportaal.nl/onderwerpen/biologische-agentia-in-de-wet
  • Quereda JJ, Morón-García A, Palacios-Gorba C, Dessaux C, García-Del Portillo F, Pucciarelli MG, Ortega AD. Pathogenicity and virulence of Listeria monocytogenes: A trip from environmental to medical microbiology. Virulence. 2021;12(1):2509-45. https://doi.org/10.1080/21505594.2021.1975526
  • Rørvik LM et al. Risk factors for contamination of smoked salmon with Listeria monocytogenes during processing. Int J Food Microbiol 1997; 37(2-3): 215-219.
  • Schoder D, Guldimann C, Märtlbauer E. Asymptomatic Carriage of Listeria monocytogenes by Animals and Humans and Its Impact on the Food Chain. Foods. 2022;11(21). https://doi.org/10.3390/foods11213472
  • Schuchat A, Deaver K, Hayes PS, Graves L, Mascola L, Wenger JD. Gastrointestinal carriage of Listeria monocytogenes in household contacts of patients with listeriosis. J Infect Dis. 1993;167(5):1261-2. https://doi.org/10.1093/infdis/167.5.1261
  • Sibanda T, Buys EM. Listeria monocytogenes Pathogenesis: The Role of Stress Adaptation. Microorganisms. 2022;10(8). https://doi.org/10.3390/microorganisms10081522
  • Thomas J, Govender N, McCarthy KM, Erasmus LK, Doyle TJ, Allam M, et al. Outbreak of Listeriosis in South Africa Associated with Processed Meat. N Engl J Med. 2020;382(7):632-43. https://doi.org/10.1056/NEJMoa1907462
  • van Ettekoven CN, Liechti FD, Brouwer MC, Bijlsma MW, van de Beek D. Global Case Fatality of Bacterial Meningitis During an 80-Year Period: A Systematic Review and Meta-Analysis. JAMA Netw Open. 2024 Aug 1;7(8):e2424802.
  • Van Walle I, Björkman JT, Cormican M, Dallman T, Mossong J, Moura A, et al. Retrospective validation of whole genome sequencing-enhanced surveillance of listeriosis in Europe, 2010 to 2015. Eurosurveillance. 2018;23(33):1700798. https://doi.org/doi:https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2018.23.33.170…
  • Victoria D. Listeriosis Victoria, Australia: Department of Health Victoria; 2023.  Geraadpleegd op 8-4-2024.
  • Visser IJ. Pustular dermatitis in veterinarians following delivery in domestic animals; an occupational disease. Ned Tijdschr Geneeskd 1996; 140(22): 1186-1190.
  • Voedingscentrum. Listeria 2024. Beschikbaar via: https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/listeria.aspxen#:~:text=Om%….
  • Wang Z, Tao X, Liu S, Zhao Y, Yang X. An Update Review on Listeria Infection in Pregnancy. Infect Drug Resist. 2021;14:1967-78. https://doi.org/10.2147/idr.S313675
  • Wiktorczyk-Kapischke N, Skowron K, Wałecka-Zacharska E, Grudlewska-Buda K, Wnuk K, Buszko K, Gospodarek-Komkowska E. Assessment of the influence of selected stress factors on the growth and survival of Listeria monocytogenes. BMC Microbiol. 2023;23(1):27. https://doi.org/10.1186/s12866-023-02766-4
  • World Health Organization. Risk assessment of Listeria monocytogenes in ready-to-eat foods: technical report. WHO World Health Organization (World Health Organization ) 2004.
  • Xu L, Du Y, Wu Y. Neglected listeria infection in pregnancy in China: 93 cases. J Matern Fetal Neonatal Med. 2022;35(25):9549-57. https://doi.org/10.1080/14767058.2022.2047925