blok

De factsheet geeft de actuele kennis en toepassingsgebieden weer van vaccinaties voor een uniforme werkwijze van zorgprofessionals die betrokken zijn bij advisering omtrent vaccinaties. De factsheet is gebaseerd op recente kennis, inzichten en kwaliteitsdocumenten. Deze factsheet geeft informatie over de geregistreerde vaccins, de toepassingen, eigenschappen, contra-indicaties, vaccinatieschema’s en werkingsduur. Voor meer informatie zie Ontwikkeling factsheets.

Datum: 25 november 2025.

Wijzigingen ten opzichte van versie 5 juli 2023:

  • Informatie over Prehevbri en Twinrix Pediatric verwijderd; informatie over HEPLISAV B toegevoegd.
  • Brondocumenten bij indicaties toegevoegd.
  • Contra-indicaties in lijn met RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma )-richtlijn, opgedeeld in absoluut en relatief.
  • Veiligheid rondom vaccinatie van premature zuigelingen conform RVP verwoord. Veiligheid rondom zwangerschap en lactatie herschreven (inhoud niet gewijzigd) en bronnen toegevoegd.
  • Bijwerkingen ingedeeld in zeer vaak en vaak.
  • Beschermingsduur geactualiseerd.

Hepatitis B-vaccinatie wordt gegeven ter preventie van infectie met het hepatitis-B-virus (HBV). Door vaccinatie kan acute en chronische hepatitis B voorkomen worden en daarmee ook complicaties als levercirrose en leverkanker. Voor informatie over deze ziekten zie de LCI-richtlijn Hepatitis-B.

Postexpositieprofylaxe valt buiten de scope van deze factsheet. Zie hiervoor de Landelijke richtlijn Prikaccidenten en de Richtlijn Seksaccidenten.

Indicaties

Hieronder worden indicaties genoemd die volgen uit een programmatisch aanbod en/of overige indicaties volgend uit bestaande kwaliteitsstandaarden.

Programmatisch aanbod

Tabel: Indicaties programmatisch aanbod
ToepassingToelichting
Rijksvaccinatieprogramma
HBV hepatitis B-virus (hepatitis B-virus )-risicogroepen

Overige indicaties

Tabel: Overige indicaties
ToepassingToelichting
Medische indicaties
Beroepsgebonden indicaties
Gedragsgebonden indicaties
Overig
Postexpositieprofylaxe

vergoedingen

Vergoedingen vaccinaties

Als er een medische indicatie is voor een vaccin, betekent dat niet dat het daarmee automatisch voor vergoeding in aanmerking komt.

Zie medicijnkosten.nl voor informatie over de kosten en de extramurale vergoeding van vaccins. Vaccinaties voor medische risicogroepen op indicatie van een behandelend arts kunnen vergoed worden via de Zorgverzekeringswet. 
Informatie over de vergoeding binnen de medisch-specialistische zorg en de mogelijkheden voor intramurale vergoeding is te vinden op de pagina Vaccinaties binnen de medisch-specialistische zorg (Nederlandse Zorgautoriteit).

Voor algemene vragen over de (intramurale en extramurale) vergoeding van vaccinaties binnen de Zorgverzekeringswet kan men terecht bij Zorginstituut Nederland via vragenaanzin@zinl.nl. Voor specifieke vragen kan men terecht bij de individuele zorgverzekeraar. 

Op eigen verzoek

Als een persoon buiten de genoemde indicaties valt en - na overleg met huisarts of vaccinatiebureau - het vaccin wil krijgen, dan kan dat op eigen kosten via de huisarts, GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst ) of ander vaccinatiebureau.

Geregistreerde vaccins

Monovalente vaccins

Tabel: Monovalente vaccins
* Voor een overzicht van de vaccins zie Geneesmiddeleninformatiebank.
Merknaam en bijsluiterSamenstelling*Dosering en bijsluiterGeregistreerde indicaties en bijzonderheden
Engerix-B
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B1,0 ml | 20 mcg16 jaar en ouder 
Momenteel gebruikt binnen het HBV hepatitis B-virus (hepatitis B-virus )-programma risicogroepen voor sekswerkers met heteroseksueel contact.
Engerix-B junior 
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B0,5 ml | 10 mcgTot en met 15 jaar
Fendrix
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B0,5 ml | 20 mcg(Pre)dialysepatiënten en patiënten met onvoldoende werking van de nieren van 15 jaar en ouder
HBVAXPRO (5 mcg/0,5 ml)
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B0,5 ml | 5 mcgTot en met 15 jaar
HBVAXPRO (10 mcg/ml)
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B1,0 ml | 10 mcg16 jaar en ouder
HBVAXPRO (40 mcg/ml)
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B1,0 ml | 40 mcgVolwassen (pre)dialysepatiënten
HEPLISAV B
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B0,5 ml | 20 mcg18 jaar en ouder

Combinatievaccins

Tabel: Combinatievaccins 
* Voor een overzicht van de vaccins Geneesmiddeleninformatiebank.
Merknaam en bijsluiterSamenstelling*Dosering en bijsluiterGeregistreerde indicaties en bijzonderheden
Ambirix
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis A + B1,0 ml | 20 mcg1 jaar tot en met 15 jaar
Hexacima
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B
+ difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Haemophilus influenza type b

0,5 ml | 10 mcg

 

Kinderen vanaf 6 weken
Hexyon
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B
+ difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Haemophilus influenza type b
0,5 ml | 10 mcgKinderen vanaf 6 weken 
Infanrix hexa
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B
+ difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Haemophilus influenza type b
0,5 ml | 10 mcgKinderen vanaf 6 weken
Werd binnen het RVP gebruikt voor kinderen geboren tot 1 december 2018.
Twinrix Adult
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis A + B1,0 ml | 20 mcg16 jaar en ouder
Wordt momenteel gebruikt binnen het HBV-programma risicogroepen voor MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen ) en MSM-sekswerkers.
Vaxelis
Bijsluiter en SmPC-tekst
Hepatitis B
+ difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Haemophilus influenza type b
0,5 ml | 10 mcgKinderen vanaf 6 weken
Wordt momenteel gebruikt binnen het RVP voor kinderen geboren vanaf 1 december 2018.

 

Uitwisselbaarheid: de vaccins Engerix-B, HBVAXPRO en Twinrix Adult zijn, als ze worden toegediend volgens het standaard schema, onderling uitwisselbaar op basis van theoretische gronden (Bush 1991, Gov UK 2025). Het heeft echter de voorkeur de serie volgens de registratietekst af te ronden en niet halverwege te wisselen van een monovalent hepatitis B-vaccin naar een gecombineerd vaccin. Er zijn geen gegevens over de uitwisselbaarheid met HEPLISAV B.

Eigenschappen vaccins

Hepatitis B-vaccins zijn niet-levende vaccins en bevatten gezuiverd antigeen. De vaccins zijn subunitvaccins (HBs-antigeen) geproduceerd door middel van recombinante DNA-technieken. De vaccins die in Nederland tegen hepatitis B-infectie worden gebruikt, zijn vrij van thiomersal. De vaccins Fendrix en HEPLISAV B bevatten een specifiek adjuvans (resp. 50mcg AS04C en 3000mcg CpG 1018) voor een versterkte immuunrespons.

Doseringsschema

Controle vooraf op doorgemaakte hepatitis B of chronische hepatitis B (aanwezigheid van anti-HBc in bloed, indien deze positief is testen op HBsAg) is te overwegen indien de te vaccineren persoon (grote) kans op blootstelling heeft gehad. Dit wordt standaard gedaan binnen het Hepatitis B-vaccinatieprogramma risicogroepen onder MSM en sekswerkers en wordt geadviseerd op reizigersvaccinatiebureaus bij personen die afkomstig zijn uit HBV-endemisch gebied of waarvan 1 of beide ouders afkomstig is uit endemisch gebied. Vaccineren van mensen die hepatitis B hebben doorgemaakt of chronisch hepatitis B hebben is niet schadelijk, maar niet zinvol.

Tabel: Doseringsschema
VaccinDoseringSchema
Kinderen  
Vaxelis0,5 ml | 10 mcg1Op de leeftijd van: (2,) 3, 5, 12 mnd1
Ambirix1,0 ml | 20 mcg 0, 6-12 mnd
Engerix-B junior0,5 ml | 10 mcg0, 1, 6 mnd
HBVAXPRO0,5 ml | 5 mcg0, 1, 6 mnd
Volwassenen met normale immuniteit  
HBVAXPRO1,0 ml | 10 mcg0, 1, 6 mnd3
Engerix-B1,0 ml | 20 mcg20, 1, 6 mnd3
Twinrix Adult1,0 ml | 20 mcg20, 1, 6 mnd
HEPLISAV B0,5 ml | 20 mcg 0, 1, mnd
Volwassenen met gestoorde immuniteit: hiv  
Engerix-B2 x 1,0 ml | 20 mcg40, 1, 6 mnd
Twinrix Adult + Engerix-B1 x 1,0 ml | 20 mcg Twinrix + 1 x 1,0 ml | 20 mcg Engerix-B40, 1, 6 mnd
HBVAXPRO2 x 1,0 ml | 10 mcg0, 1, 6 mnd
Volwassenen met gestoorde immuniteit: (pre)dialysepatiënten  
Engerix-B2 x 1,0 ml | 20 mcg50, 1, 2, 6 mnd
HBVAXPRO401,0 ml | 40 mcg50, 1, 6 mnd
Fendrix0,5 ml | 20 mcg50, 1, 2, 6 mnd
HEPLISAV B0,5 ml | 20 mcg5 0, 1, 2, 6 mnd
Volwassenen met gestoorde immuniteit: overige 6  
Zie opmerking 6 hieronder.  
  1. Gebruikt binnen het RVP. Per 2025 is de laatste zuigelingenvaccinatie gewijzigd van 11 maanden naar 12 maanden, zie wijzigingen in het vaccinatieschema per 2025. Soms wordt een extra vaccinatie gegeven bij de leeftijd van 2 maanden, zie voor meer informatie DKTP-Hib-HepB-vaccinatie. Kinderen die later starten met vaccineren, krijgen mogelijk een ander schema. Zie Beslisboom inhaalschema’s Rijksvaccinatieprogramma. Ook kinderen van moeders die HBsAg-drager zijn krijgen een ander schema. Zie RVP-richtlijn Vaccineren van baby’s van moeders die hepatitis B-drager zijn.
  2. Binnen het HBV-programma risicogroepen worden momenteel Engerix-B en Twinrix Adult gebruikt, zie het draaiboek Draaiboek Hepatitis B-vaccinatieprogramma risicogroepen.
  3. Er zijn hiernaast 2 versnelde schema’s, deze zijn alleen geïndiceerd bij reizigers die op reis gaan en in de gezondheidszorg werkzaam zullen zijn. Zie voor meer informatie het LCR Landelijke Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (Landelijke Coördinatiecentrum Reizigersadvisering )-protocol ‘Hepatitis B’.
  4. Binnen het HBV-programma risicogroepen worden een dubbele dosisschema Engerix-B of combinatie Twinrix/Engerix-B gebruikt, zie Personen met hiv vaccineren binnen het Vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen.
  5. Voor het vaccinatiebeleid, titercontrole en eventuele revaccinatie, zie de richtlijn Hepatitis B-preventie bij patiënten met nierfalen.
  6. Het LCR adviseert bij ernstige humorale afweerstoornissen een dubbele dosis. Bij agammaglobulinemie en tijdens het gebruik van rituximab (en tot 6 maanden na staken ervan) heeft vaccineren geen zin. Voor informatie over de vaccinatiedosis en respons chronisch inflammatoire aandoeningen, zie Vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen. Voor overige aandoeningen zie de ziektespecifieke richtlijnen. 

Het heeft de voorkeur de intervallen volgens de SmPC-tekst aan te houden. Een groter interval tussen de 1e en 2e dosis van het 0,1,6-schema heeft weinig effect op de immunogeniciteit of uiteindelijke antilichaamconcentratie (Jilg 1989, Middleman 2001). Een groter interval tussen de 2e en 3e dosis resulteert in hogere antilichaamconcentraties, maar niet meer seroconversie (Thisyakorn 2011).

Toedieningswijze

Zowel volwassenen als kinderen krijgen de vaccinaties i.m. intramusculair (intramusculair ) in de m. deltoideus of m. triceps. Bij pasgeborenen en jonge zuigelingen i.m. toedienen in de anterolaterale dij.

Postvaccinatie-titercontrole 

Postvaccinatie-titercontrole is over het algemeen niet nodig. In uitzonderingsgevallen is titercontrole wél aan te raden of te overwegen. Een anti-HBs wordt dan 4-8 weken na afronding van de vaccinatieserie bepaald. Zie hiervoor postvaccinatie-titercontrole in de LCI-richtlijn Hepatitis B. Bij non-respons volgt een revaccinatieschema, waarbij het aantal vaccinaties afhangt van de titerhoogte (aantal IU anti-HBs/L). Zie de bijlage Hepatitis B non-responders.

Contra-indicaties

Absolute cobtra-indicaties:

  • Bevestigde ernstige allergie voor één van de bestanddelen
  • Aangetoonde ernstige en/of onmiddellijke (binnen 4 uur optredende) allergische reactie na een eerdere toediening van hetzelfde vaccin

Relatieve contra-indicaties:

  • Zoals voor alle vaccins geldt, dient ook toediening van de hepatitis B-vaccins te worden uitgesteld bij personen die lijden aan een koortsende ziekte (38,5 graden of hoger).

Zie voor een volledig overzicht van de contra-indicaties de bijsluiters van de vaccins.

Interferenties

Er zijn geen aanwijzingen dat gelijktijdige toediening met andere vaccins zal resulteren in een interferentie met de immuunrespons. Indien gelijktijdige toediening met andere vaccins nodig wordt geacht, moeten de vaccins op verschillende injectieplaatsen worden toegediend. Er zijn geen gegevens over de gelijktijdige toediening van HEPLISAV B of Fendrix met andere vaccins, en wordt conform de SmPC-teksten niet aanbevolen. 

Indien gelijktijdige toediening van hepatitis B-vaccin met specifieke hepatitis B-immunoglobuline noodzakelijk is, dienen deze op aparte plaatsen te worden geïnjecteerd.

Veiligheid en bijwerkingen

Veiligheid: het Global Advisory Committee on Vaccine Safety van de WHO World Health Organization (World Health Organization ) en het rapport van het Institute of Medicine bevestigen het uitstekende veiligheidsprofiel van het hepatitis B-vaccin (Committee to Review Adverse Effects of 2011). 

Zwangerschap en lactatie: er zijn beperkte gegevens over het gebruik van hepatitis B-vaccins bij zwangeren. Er is echter geen bewijs voor risico’s bij het vaccineren van zwangeren of bij het geven van borstvoeding met geïnactiveerde virale vaccins (Kroger 2013). Zoals met alle geïnactiveerde virale vaccins wordt geen schade verwacht voor de foetus en kan hepatitis B-vaccin toegediend worden wanneer er een duidelijk risico op infectie bestaat (Gov UK 2025). 

Premature zuigelingen: premature zuigelingen kunnen gevaccineerd worden tegen hepatitis B. Premature zuigelingen hebben vaak een indicatie voor vaccinatie onder monitorbewaking, omdat er in de eerste 24-72 uur na vaccinatie cardiorespiratoire incidenten kunnen optreden. Voor meer informatie zie RVP-richtlijn Vaccineren van prematuren in het kader van RVP. Hiernaast is er, zoals in deze populatie te verwachten is, een lagere immuunrespons waargenomen voor bepaalde antigenen.

Bijwerkingen: uit klinische trials en post-marketing-monitoring blijkt dat de bijwerkingen van hepatitis B-vaccinatie mild en kortdurend zijn. Ernstige allergische reacties zijn zeer zeldzaam, maar niet uit te sluiten. 

  • Zeer vaak (> 1/10): plaatselijke reacties zoals roodheid, zwelling en pijn op de injectieplaats, moeheid, prikkelbaarheid.
  • Vaak (> 1/100 tot < 1/10): verlies van eetlust, zich suf voelen, hoofdpijn, gastro-intestinale symptomen, koorts ( ≥ 37,5 graden), malaise.

content bijwerkingen

Zie voor het volledige overzicht van de bijwerkingen de bijsluiters van de vaccins. Zie ook bijwerkingencentrum Lareb. 

Zorgprofessionals en niet-zorgprofessionals kunnen contact opnemen met Lareb voor het melden van postvaccinale verschijnselen/bijwerkingen. Dit kan via een meldformulier op de website van Lareb: www.lareb.nl.

Lareb geeft geen medisch advies. Bij gezondheidsklachten of vragen wordt geadviseerd contact op te nemen met de arts of apotheker.

Effectiviteit

De werkzaamheid (efficacy) van het vaccin wordt bepaald in vergelijkende klinische studies en uitgedrukt in een percentage. Dat percentage geeft het aantal voorkómen ziektegevallen in de gevaccineerde groep ten opzichte van het aantal ziektegevallen in de groep die placebo kreeg weer. Een werkzaamheid van 80 procent wil zeggen dat er in de gevaccineerde groep 80 procent minder ziektegevallen waren. 

Hiernaast is de effectiviteit (effectiveness) van vaccinatie van belang, wat de bescherming van het vaccin beschrijft onder alledaagse omstandigheden. De effectiviteit wordt daarmee bepaald door meer factoren dan de werkzaamheid, zoals bijvoorbeeld hoe goed het vaccin aangepast is aan het virus of de bacterie die mensen in die periode ziek maakt, de leeftijd en gezondheid van de gevaccineerden en eerdere infecties of vaccinaties. 

Sommige groepen (zoals immuungecompromitteerden of de alleroudsten) zijn vaak niet opgenomen in klinische studies, maar soms is er wel data over de effectiviteit uit observationeel onderzoek. Daarnaast wordt soms de vaccinrespons (antistoffen) in bloedmonsters van gevaccineerden bepaald en kunnen deze immunogeniciteitsgegevens toch een indicatie van de werkzaamheid geven, mits bekend is welke antistofconcentraties nodig zijn voor bescherming tegen ziekte.

Na een volledige serie hepatitis B-vaccinaties heeft meer dan 95% van de jonge kinderen bescherming tegen het hepatitis B-virus (Op de Coul 2010). Bij gezonde volwassenen onder de 40 jaar induceren vaccinaties een beschermende antistoftiter (anti-HBs ≥ 10 IE/l) bij gemiddeld 30-55% na de eerste vaccinatie, 75% na de tweede vaccinatie en meer dan 90% na de derde vaccinatie (Andre 1989, Zajac 1986). Bij volwassenen ouder dan 40 jaar neemt de respons af met de leeftijd, en op 60-jarige leeftijd ontwikkelt zich bij slechts 75% van de gevaccineerde personen een beschermende antistoftiter (Ward 2023).

Toelichting

Een aantal factoren zijn geassocieerd met een verhoogde kans op non-respons. Gebleken is dat personen boven de 40 jaar, mannen, rokers, personen met een BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) > 30, personen met nier- en leverziekten of hiv een grotere kans hebben op verminderde en non-respons na vaccinatie (Andre 1989, Averhoff 1998, Vermeiren 2013, Wood 1993). Ook bij bepaalde patiëntengroepen waarbij sprake is van gestoorde afweer (bijvoorbeeld cellulaire immuunstoornis, dialysepatiënten, patiënten die immunosuppressiva gebruiken of chemotherapie krijgen en volwassenen met het downsyndroom) kan de immuunrespons verminderd zijn. Voor informatie over de vaccinatierespons bij personen met hiv zie Personen met hiv vaccineren binnen het Vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen. Voor meer informatie over de vaccinatierespons bij patiënten met nierfalen zie de richtlijn Hepatitis B-preventie bij patiënten met nierfalen. Voor meer informatie over de vaccinatierespons bij patiënten met chronisch inflammatoire aandoeningen, zie Handleiding Vaccinatieadviezen bij chronische inflammatoire aandoeningen

Een aantal vaccins geven in specifieke groepen een krachtigere immuunrespons ten opzichte van de reguliere recombinante vaccins. In klinisch onderzoek was 1 maand na vaccinatie met Twinrix Adult bij personen ouder dan 40 jaar het percentage met seroprotectie 92% ten opzichte van 80% en 71% na respectievelijk Engerix-B 20 mcg en HBVAXpro 10 mcg (Chlíbek 2007, Chlíbek 2011). Vaccinatie met HEPLISAV B volgens het 2-dosesschema bleek in klinische studies niet-inferieur ten opzichte van 3 doses Engerix-B. De antistofrespons was superieur bij volwassenen van 40-70 jaar en bij mensen met diabetes (Halperin 2012, Heyward 2013, Jackson 2018). 

Revaccinatie van non-responders na een primaire vaccinatieserie met een vaccin met een hogere antigeendosering (bijvoorbeeld HBVaxPro-40) of een ander adjuvans (Fendrix), geeft bij gezonde personen een hoger percentage seroconversie ≥ 10 IU/l (83-87%) in vergelijking met reguliere vaccins zoals Engerix-B of HBVAXPRO10 (67%). Ook Twinrix geeft een hoger percentage seroconversie (80%), maar lag net onder de vastgestelde klinisch relevante grens (15% verschil) (Raven 2020). In een klein prospectief onderzoek onder gezondheidsmedewerkers heeft HEPLISAV B ook een goede response rate bij non-responders (Russ 2024). Informed consent voor gebruik van deze vaccins is belangrijk, gezien de off-label-status van deze vaccins voor gezonde non-responders. 

Beschermingsduur en revaccinatie

Voor hepatitis B wordt bij een antistoftiter (anti-HBs) ≥10 IE/l na een volledige serie vaccinaties bij een normale immuniteit uitgegaan van levenslange bescherming en is revaccinatie niet nodig.

Toelichting

Na primaire vaccinatie daalt de anti-HBs titer snel in het 1e jaar en langzamer in de jaren erna. Van de kinderen die reageren op een primaire reeks van drie vaccinaties, heeft 15-50% na 5-15 jaar lage of ondetecteerbare titers anti-HBs. Van de volwassenen heeft 7-50% binnen 5 jaar titers <10 IE/l, en 25-60% binnen 9-20 jaar na vaccinatie (Ward 2023). Het beschermende effect van het vaccin echter is blijvend, ook als de titer na verloop van tijd zou dalen tot onder de 10 IE/l (Banatvala 2003). Dit komt door inductie van geheugen B- en T-cellen die een versterkte immuunreactie (boosterrespons) geven bij een nieuwe blootstelling. 

Observationele studies tonen een zeer goede langetermijnbescherming van meer dan 30 jaar tegen acute en chronische hepatitis B, ondanks een gedaalde of verdwenen anti-HBs. Enkele langetermijnstudies rapporteerden doorbraakinfecties (seroconversie van anti-HBcore), maar vrijwel geen acute ziekte of dragerschap (Ward 2023). 

Literatuur

  • Andre FE. Summary of safety and efficacy data on a yeast-derived hepatitis B vaccine. Am J Med. 1989;87(3A):14S–20S.
  • Averhoff F, Mahoney F, Coleman P, Schatz G, Hurwitz E, Margolis H. Immunogenicity of hepatitis B Vaccines. Implications for persons at occupational risk of hepatitis B virus infection. Am J Prev Med. 1998;15(1):1–8.
  • Banatvala JE, Van Damme P. Hepatitis B vaccine -- do we need boosters? J Viral Hepat. 2003;10(1):1–6. https://doi.org/10.1046/j.1365-2893.2003.00400.x
  • Bush LM, Moonsammy GI, Boscia JA. Evaluation of initiating a hepatitis B vaccination schedule with one vaccine and completing it with another. Vaccine. 1991;9(11):807–9. https://doi.org/10.1016/0264-410x(91)90217-t
  • Chlíbek R, Smetana J, Sindelár R, Cecetková B, Prymula R, Kohl I. [Immunogenicity of vaccines against viral hepatitis A and B in the population above 40 years of age -- impact of risk factors]. Epidemiol Mikrobiol Imunol. 2007;56(3):119–28. (Imunogenita vakcín proti virovým hepatitidám A a B u osob starsích 40 let -- vliv rizikových faktorů.)
  • Chlibek R, von Sonnenburg F, Van Damme P, Smetana J, Tichy P, Gunapalaiah B, et al. Antibody persistence and immune memory 4 years post-vaccination with combined hepatitis A and B vaccine in adults aged over 40 years. J Travel Med. 2011;18(2):145–8. https://doi.org/10.1111/j.1708-8305.2010.00499.x
  • Committee to Review Adverse Effects of V, Institute of M. In: Stratton K, Ford A, Rusch E, Clayton EW, editors. Adverse Effects of Vaccines: Evidence and Causality. Washington (DC): National Academies Press (US) 2011.
  • Gov.UK. Green book: Hepatitis B. 2025. Beschikbaar via: https://assets.publishing.service.gov.uk/media/68385046e0f10eed80aafad9/Hepatitis-B-green_book-chapter-18-06-03-2025.pdf.
  • Halperin SA, Ward B, Cooper C, Predy G, Diaz-Mitoma F, Dionne M, et al. Comparison of safety and immunogenicity of two doses of investigational hepatitis B virus surface antigen co-administered with an immunostimulatory phosphorothioate oligodeoxyribonucleotide and three doses of a licensed hepatitis B vaccine in healthy adults 18-55 years of age. Vaccine. 2012;30(15):2556–63. https://doi.org/10.1016/j.vaccine.2012.01.087
  • Heyward WL, Kyle M, Blumenau J, Davis M, Reisinger K, Kabongo ML, et al. Immunogenicity and safety of an investigational hepatitis B vaccine with a Toll-like receptor 9 agonist adjuvant (HBsAg-1018) compared to a licensed hepatitis B vaccine in healthy adults 40-70 years of age. Vaccine. 2013;31(46):5300–5. https://doi.org/10.1016/j.vaccine.2013.05.068
  • Jackson S, Lentino J, Kopp J, Murray L, Ellison W, Rhee M, et al. Immunogenicity of a two-dose investigational hepatitis B vaccine, HBsAg-1018, using a toll-like receptor 9 agonist adjuvant compared with a licensed hepatitis B vaccine in adults. Vaccine. 2018;36(5):668–74. https://doi.org/10.1016/j.vaccine.2017.12.038
  • Jilg W, Schmidt M, Deinhardt F. Vaccination against hepatitis B: comparison of three different vaccination schedules. J Infect Dis. 1989;160(5):766–9. https://doi.org/10.1093/infdis/160.5.766
  • Kroger A, Atkinson W, Pickering L. General immunization practices. In: Plotkin SA OWaO, editor. Plotkin's vaccines. 6th ed. PA2013.
  • Middleman AB, Kozinetz CA, Robertson LM, DuRant RH, Emans SJ. The effect of late doses on the achievement of seroprotection and antibody titer levels with hepatitis b immunization among adolescents. Pediatrics. 2001;107(5):1065–9. https://doi.org/10.1542/peds.107.5.1065
  • Op de Coul EL, van Weert JW, Oomen PJ, Smit C, van der Ploeg CP, Hahne SJ, et al. [Antenatal screening in the Netherlands for HIV, hepatitis B and syphilis is effective]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2175. (Prenatale screening op hiv, hepatitis B en syfilis in Nederland effectief.)
  • Raven SFH, Hoebe C, Vossen A, Visser LG, Hautvast JLA, Roukens AHE, et al. Serological response to three alternative series of hepatitis B revaccination (Fendrix, Twinrix, and HBVaxPro-40) in healthy non-responders: a multicentre, open-label, randomised, controlled, superiority trial. Lancet Infect Dis. 2020;20(1):92–101. https://doi.org/10.1016/s1473-3099(19)30417-7
  • Russ RK, Vandehei HM, Golovkina MI, Mogallapalli H, Caldera F, Hayney MS. Hepatitis B–CpG Vaccine Series for Healthcare Workers Who Are Hepatitis B Vaccine Nonresponders. Clinical Infectious Diseases. 2024;79(2):562–3. https://doi.org/10.1093/cid/ciae320
  • Thisyakorn U, Montellano M, Lane A. Routine Newborn Hepatitis B Immunization: A Review of Schedules. Infectious Diseases in Clinical Practice. 2011;19:326–31.
  • Vermeiren AP, Hoebe CJ, Dukers-Muijrers NH. High non-responsiveness of males and the elderly to standard hepatitis B vaccination among a large cohort of healthy employees. J Clin Virol. 2013;58(1):262–4. https://doi.org/10.1016/j.jcv.2013.07.003
  • Ward JW, Wanlapakorn N, Poovorawan Y, Shouval D. Chapter 27 - Hepatitis B Vaccines. In: Orenstein W, Offit P, Edwards KM, Plotkin S, editors. Plotkin's Vaccines (Eighth Edition). Philadelphia: Elsevier; 2023. p. 389–432.e21.
  • Wood RC, MacDonald KL, White KE, Hedberg CW, Hanson M, Osterholm MT. Risk factors for lack of detectable antibody following hepatitis B vaccination of Minnesota health care workers. JAMA. 1993;270(24):2935–9.
  • Zajac BA, West DJ, McAleer WJ, Scolnick EM. Overview of clinical studies with hepatitis B vaccine made by recombinant DNA. J Infect. 1986;13 Suppl A:39–45. https://doi.org/10.1016/s0163-4453(86)92668-x