blok

De factsheet geeft de actuele kennis en toepassingsgebieden weer van vaccinaties voor een uniforme werkwijze van zorgprofessionals die betrokken zijn bij advisering omtrent vaccinaties. De factsheet is gebaseerd op recente kennis, inzichten en kwaliteitsdocumenten. Deze factsheet geeft informatie over de geregistreerde vaccins,de toepassingen, eigenschappen, contra-indicaties, vaccinatieschema’s en werkingsduur. Voor meer informatie zie Ontwikkeling factsheets.

Datum: 5 juli 2023.

Wijzigingen:

  • 12 januari 2025: Aanpassing nieuw schema Rijksvaccinatieprogramma.
  • 29 november 2024: PreHevbri is niet meer verkrijgbaar, gestarte vaccinatieseries kunnen afgemaakt worden met HBVAXPRO of Engerix-B.
  • 4 juni 2024: Informatie over PreHevbri aangevuld en geïntegreerd in de Toelichting effectiviteit.
  • 23 februari 2024: bijlage Hepatitis B non-responders gepubliceerd.
  • 5 juli 2023. Volledig herziene versie: aangepast corform nieuw format, diverse geregistreerde vaccins toegevoegd (waaronder informatie over PreHevbri), informatie over postvaccinatietitercontrole toegevoegd.

Hepatitis B-vaccinatie wordt gegeven ter preventie van infectie met het hepatitis-B-virus (HBV hepatitis B-virus (hepatitis B-virus )). Door vaccinatie kan acute en chronische hepatitis B voorkomen worden en daarmee ook complicaties als levercirrose en leverkanker. Voor informatie over deze ziekten zie de LCI-richtlijn Hepatitis-B.

Deze factsheet geeft informatie over de geregistreerde vaccins, de toepassingen, eigenschappen, contra-indicaties, vaccinatieschema’s en werkingsduur. Postexpositieprofylaxe valt buiten de scope van deze factsheet. Zie hiervoor de Landelijke richtlijn Prikaccidenten en de Richtlijn Seksaccidenten.

Indicaties

Hieronder worden indicaties genoemd die volgen uit een programmatisch aanbod en/of overige indicaties volgend uit bestaande kwaliteitsstandaarden.

Programmatisch aanbod

Tabel: Indicaties
Toepassing Toelichting
Rijksvaccinatieprogramma
  • Alle kinderen tot 18 jaar (sinds 2011). Voor 2011 werd vanaf 2003 hepatitis B- vaccinatie via het RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma ) alleen gegeven aan kinderen van HBsAg-positieve moeders en van ouders uit landen waar hepatitis B veel voorkomt. 
  • Vanaf 2006 krijgen pasgeborenen van HBsAg-positieve moeders ook een hepatitis B-vaccinatie gelijk na de geboorte. Vanaf 2008 is de risicogroep voor vaccinatie na geboorte uitgebreid met kinderen met het syndroom van Down. 

Zie ook:

HBV hepatitis B-virus (hepatitis B-virus )-risicogroepen

Overige indicaties
 

Tabel: Overige indicaties
Toepassing Toelichting
Medische indicaties
  • Patiënten met een chronische leveraandoening.
  • Mensen met syndroom van Down of daarmee vergelijkbare ernstige chromosomale afwijking en voor zover dit gepaard gaat met een verstoorde afweerfunctie.
  • Patiënten die zijn aangewezen of op afzienbare termijn aangewezen kan zijn op het regelmatig gebruiken van bloed- of bloedproducten of op dialyse
Beroepsgebonden indicaties
  • Mensen die door hun beroep een groter risico lopen op overdracht van hepatitis B, als risicovormer of risicoloper, bijvoorbeeld mensen werkzaam in de medische of tandheelkundige zorg, maar ook bijvoorbeeld werkenden in de uitvaartbranche of bij de politie.
  • LCI Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding )-richtlijn Preventie iatrogene transmissie hepatitis B
  • LCI-praktijkrichtlijn voor bedrijfsartsen: hepatitis B-vaccinatie van risicolopend personeel dat geen risicovormer is
  • Hepatitis B-vaccinatie voor medewerkers in de gezondheidszorg 
Gedragsgebonden indicaties
  • Voor MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen ) en sekswerkers, zie Programmatisch aanbod HBV-risicogroepen.
  • Individuele zorg bij injecterende drugsgebruikers: sinds begin 2012 is deze doelgroep niet meer opgenomen in het landelijk vaccinatieprogramma voor risicogroepen. Zij kunnen echter nog steeds gevaccineerd worden op basis van individuele zorg. 
  • Reizigers: sommige reizigers die landen bezoeken waar hepatitis B veel voorkomt, dit is afhankelijk van de bestemming, reisduur en persoonlijke kenmerken van de reiziger. Zie LCR Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering )-protocol ‘Hepatitis B’ (voor abonnees in te zien via www.mijnlcr.nl) of win informatie in via een deskundig reizigersgeneeskundig (huis)arts (te vinden via www.lcr.nl/vaccinatie-adressen) of via de publieke website (voor reizigers www.lcr.nl). 
  • Mensen die (anders dan in beroepsuitoefening) in een dagverblijf, in een tehuis, op een school voor personen met een verstandelijke beperking dan wel een sociale werkplaats, blijkens een risicoanalyse van de GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst ), een verhoogde kans op besmetting hebben. 
Postexpositieprofylaxe

vergoedingen

Let op: als er een medische indicatie is voor een vaccin, betekent dat niet dat het daarmee automatisch voor vergoeding in aanmerking komt.

Vaccinaties voor medische risicogroepen op indicatie van een behandelend arts kunnen vergoed worden via de Zorgverzekeringswet (Zvw). Zie medicijnkosten.nl voor informatie over de kosten en de extramurale vergoeding van vaccins. Informatie over de vergoeding binnen de medisch-specialistische zorg en de mogelijkheden voor intramurale vergoeding is te vinden op de pagina ‘Vaccinaties binnen de medisch-specialistische zorg’ (Nederlandse Zorgautoriteit). Voor specifieke vragen over de (intramurale en extramurale) vergoeding van vaccinaties binnen de Zorgverzekeringswet kunt u contact opnemen met Zorginstituut Nederland via ZINInfectieziekten@zinl.nl.

Op eigen verzoek

Als een persoon buiten deze toepassingen valt en – na overleg met huisarts of GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst ) – toch het vaccin wil krijgen, dan kan dat op eigen kosten via de huisarts of GGD.

Geregistreerde vaccins

Een serie die met een bepaald vaccin gestart is, kan zo nodig met een ander vaccin worden afgemaakt (Seto 1999).

Tabel: Geregistreerde vaccins 
*Voor een volledig overzicht van bestanddelen, zie SmPC-teksten.

**PreHevbri is van de markt gehaald en is niet meer verkrijgbaar. Met PreHevbri gestarte vaccinatieseries kunnen volgens het gebruikelijke schema (0, 1, 6 maanden) afgemaakt worden met HBVAXPRO of Engerix-B. Bron: College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en Farmacotherapeutisch Kompas.

Merknaam en bijsluiter Samenstelling* Dosering en bijsluiter Bijzonderheden

Ambirix
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis A + B

1,0 ml | 20 mcg

 

1 tot en met 15 jaar

Engerix-B
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B

1,0 ml | 20 mcg

 

16 jaar en ouder

Engerix-B junior 
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B

0,5 ml | 10 mcg

 

Tot en met 15 jaar

Fendrix
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B

0,5 ml | 20 mcg

 

(Pre)dialysepatiënten en patiënten met onvoldoende werking van de nieren van 16 jaar en ouder

HBVAXPRO 
(5 mcg/0,5 ml)
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B

0,5 ml | 5 mcg

 

Tot en met 15 jaar

HBVAXPRO (10 mcg/ml)
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B

1,0 ml | 10 mcg

 

16 jaar en ouder

HBVAXPRO 
(40 mcg/ml)
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B

1,0 ml | 40 mcg

 

(Pre)dialysepatiënten en patiënten met onvoldoende werking van de nieren

Hexacima
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B
+ difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Haemophilus influenza type b

0,5 ml | 10 mcg

 

Kinderen vanaf 6 weken

Hexyon
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B
+ difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Haemophilus influenza type b

0,5 ml | 10 mcg

 

Kinderen vanaf 6 weken 

Infanrix hexa
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B
+ difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Haemophilus influenza type b

0,5 ml | 10 mcg

 

Kinderen vanaf 6 weken

Werd binnen het RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma ) gebruikt voor kinderen geboren tot 1 december 2018.

PreHevbri**
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B

1,0 ml | 10 mcg

 

Volwassenen

Twinrix Adult
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis A + B

1,0 ml | 20 mcg

 

16 jaar en ouder

Twinrix Paediatric
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis A + B

0,5 ml | 10 mcg

 

1 tot en met 15 jaar

Vaxelis
Bijsluiter en SmPC-tekst

Hepatitis B
+ difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Haemophilus influenza type b

0,5 ml | 10 mcg

 

Kinderen vanaf 6 weken

Wordt momenteel gebruikt binnen het RVP voor kinderen geboren vanaf 1 december 2018.

Eigenschappen vaccins

Het hepatitis B-vaccin is een niet-levend vaccin. Het bevat geïnactiveerd en gezuiverd antigeen. De vaccins zijn subunitvaccins (HBs-antigeen) geproduceerd door middel van recombinante DNA-technieken. De vaccins die in Nederland tegen hepatitis B-infectie worden gebruikt, zijn vrij van thiomersal.

Doseringsschema

Controle vooraf op doorgemaakte hepatitis B of chronische hepatitis B (aanwezigheid van anti-HBc in bloed, indien positief tevens testen op HBsAg) is te overwegen indien de te vaccineren persoon (grote) kans op blootstelling heeft gehad. Dit wordt standaard gedaan binnen het Hepatitis B vaccinatieprogramma risicogroepen onder MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen ) en sekswerkers en wordt geadviseerd op reizigersvaccinatiebureaus bij personen die afkomstig zijn uit HBV hepatitis B-virus (hepatitis B-virus )-endemisch gebied of waarvan 1 of beide ouders afkomstig is uit endemisch gebied. Vaccineren van mensen die hepatitis B hebben doorgemaakt of chronisch hepatitis B hebben is niet schadelijk, maar is niet zinvol.

Zowel volwassenen als kinderen krijgen de vaccinaties i.m. in de m. deltoideus of m. triceps. Bij pasgeborenen en jonge zuigelingen i.m. toedienen in de anterolaterale dij.

Tabel: Doseringsschema
1 Vaxelis
Per 2025 is de laatste zuigelingenvaccinatie gewijzigd van 11 maanden naar 12 maanden, voor meer informatie zie wijzigingen in het vaccinatieschema per 2025. Soms wordt een extra vaccinatie gegeven bij de leeftijd van 2 maanden, zie voor meer informatie DKTP-Hib-HepB-vaccinatie. Kinderen die later starten met vaccineren, krijgen mogelijk een ander schema. Zie Beslisboom inhaalschema's rijksvaccinatieprogramma. Ook kinderen van moeders die HBsAg-drager zijn krijgen een ander schema. Zie Addendum: Het vaccineren van baby’s van moeders die hepatitis B-drager zijn
3 Engerix-B-junior of Ambirix. 
4 Vaccinatieschema 0,6 maanden middels Ambirix 20 mcg.
5 Er zijn hiernaast 2 versnelde schema’s, deze zijn alleen geïndiceerd bij reizigers die op reis gaan en in de gezondheidszorg werkzaam zullen zijn. Zie voor meer informatie het LCR Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering ) protocol ‘Hepatitis B’.
6 Bij het Vaccinatieprogramma voor risicogroepen van hepatitis B wordt een titerbepaling niet vergoed. 
7 Dubbele dosisschema HBVAXPRO10µg of dubbele dosisschema Engerix-B20ug. Voor meer informatie zie Personen met hiv vaccineren binnen het Vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen.
8 HBVAXPRO40
9 Fendrix
10 Iedere 6 maanden na vaccinatie volgt titercontrole, indien titer <10 IU/L daalt, wordt een booster vaccinatie gegeven (40 mcg).
11 Het LCR adviseert bij ernstige humorale afweerstoornissen een dubbele dosis. Bij agammaglobulinemie en tijdens het gebruik van rituximab (en tot 6 maanden na staken ervan) heeft vaccineren geen zin. Voor informatie over de vaccinatiedosis en respons chronisch inflammatoire aandoeningen, zie Vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen.
Doelgroep Dosering Schema Evaluatie
Pasgeborenen RVP 0,5 ml 10 mcg1 (2,) 3, 5, 12 mnd2 -
Kinderen 1-15 jaar (niet RVP) 0,5 ml 5-10 mcg
 
0, 1, 6 mnd3
0, 6 mnd4
-
Volwassenen met normale immuniteit 1,0 ml 10-20 mcg 0 ,1, 6 mnd5 7(-8) mnd6
Volwassenen met gestoorde immuniteit: hiv 2x1,0 ml 10 mcg7 0, 1, 6 mnd 7(-8) mnd
Volwassenen met gestoorde immuniteit: (pre)dialysepatiënten 1,0 ml 40 mcg8 of 0,5ml 20 mcg9 0, 1, 2, 6 mnd10 7(-8) mnd
Volwassenen met gestoorde immuniteit: overigen 1,0 ml (20-40mcg)11 0, 1, 6 mnd 7(-8) mnd

Een groter interval tussen de eerste en tweede dosis van het 0,1,6-schema, heeft slechts een beperkt effect op de immunogeniciteit en/of uiteindelijke antilichaamconcentratie. Een langer interval tussen de tweede en derde dosis resulteert in hogere antilichaamconcentraties, maar niet in meer personen die seroconversie bereiken.

Bij non-respons volgt een revaccinatieschema, waarbij het aantal vaccinaties afhangt van de titerhoogte (aantal IU anti-HBs/L). Op 23 februari 2024 is de bijlage over non-responders bij deze factsheet gepubliceerd.

PreHevbri is van de markt gehaald en is niet meer verkrijgbaar. Met PreHevbri gestarte vaccinatieseries kunnen volgens het gebruikelijke schema (0, 1, 6 maanden) afgemaakt worden met HBVAXPRO of Engerix-B.  

Contra-indicaties

Er zijn geen specifieke absolute contra-indicaties voor hepatitis B vaccins, behalve een voorgeschiedenis van acute, ernstige overgevoeligheid (allergie of anafylactische shock) op een van de bestanddelen na eerdere vaccinaties. Zie voor de volledige contra-indicaties de bijsluiters van de vaccins.

Absoluut:

  • Acute, ernstige overgevoeligheid voor een van de bestanddelen
  • Acute allergische reactie of anafylactische shock na eerdere toediening van hetzelfde vaccin

Relatief:

  • koorts > 38,5 graden.

Toelichting contra-indicaties

Niet alle vaccins zijn onderzocht bij zwangeren. Omdat het hier echter om een geïnactiveerd vaccin gaat, wordt er vanuit gegaan dat gebruik in de zwangerschap veilig is.

Premature zuigelingen kunnen gevaccineerd worden tegen hepatitis B. Er is echter, zoals in deze populatie te verwachten is, een lagere immuunrespons waargenomen voor bepaalde antigenen. Het potentiële risico op apnoe en de behoefte om de respiratoire functies gedurende 48-72 uur te monitoren dient in beschouwing te worden genomen in het geval van primaire immunisatie bij zeer premature kinderen (geboren ≤ 28 weken zwangerschap), in het bijzonder voor kinderen met een nog niet volledig ontwikkeld ademhalingsstelsel in de anamnese. Aangezien het profijt van vaccineren bij deze kinderen groot is, dient de vaccinatie niet onthouden of uitgesteld te worden.

Interferenties

Er zijn geen aanwijzingen dat gelijktijdige toediening met andere vaccins zal resulteren in een interferentie met de immuunrespons. Indien gelijktijdige toediening met andere vaccins nodig wordt geacht, moeten de vaccins op verschillende injectieplaatsen worden toegediend. Er zijn echter geen gegevens over de gelijktijdige toediening van PreHevbri en andere vaccins. Het gelijktijdige gebruik van PreHevbri en andere vaccins wordt niet aanbevolen.

Gelijktijdige toediening van Infanrix of Vaxelis met pneumokokken of BMR Bof, mazelen, rodehond (Bof, mazelen, rodehond)-vaccin kan de kans op een koortsreactie vergroten.

Veiligheid en bijwerkingen

Vaccinatie tegen hepatitis B is veilig bevonden (André 1989). Uit klinische trials en post-marketing monitoring blijkt dat de bijwerkingen van hepatitis B-vaccinatie mild en kortdurend zijn. Een uitgebreide beschrijving van mogelijke bijwerkingen is te vinden in de bijsluiter van het vaccin.

Veel voorkomende bijwerkingen: slaperigheid, hoofdpijn, spierpijn en plaatselijke reacties zoals roodheid, zwelling en pijn op de injectieplaats.

Ernstige allergische reacties: ernstige allergische reacties zijn zeer zeldzaam, maar niet uit te sluiten.

Geen bijwerkingen: ernstigere bijwerkingen (behalve anafylaxie) zijn in langdurige follow-up-studies nooit aangetoond.

Zwangerschap en lactatie: tijdens de zwangerschap of lactatieperiode lijkt vaccinatie met HBvaxPRO, Engerix-B of Fendrix geen probleem. Er zijn geen (ernstige) bijwerkingen van de vaccins voor moeder of kind te verwachten en kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden.

content bijwerkingen

Zie voor het volledige overzicht van de bijwerkingen de bijsluiters van de vaccins. Zie ook bijwerkingencentrum Lareb. 

Zorgprofessionals en niet-zorgprofessionals kunnen contact opnemen met Lareb voor het melden van postvaccinale verschijnselen/bijwerkingen. Dit kan  via een meldformulier op de website van Lareb: www.lareb.nl.

Lareb geeft geen medisch advies. Bij gezondheidsklachten of vragen wordt geadviseerd contact op te nemen met de arts of apotheker.

Effectiviteit 

De effectiviteit van vaccinaties wordt bepaald op populatieniveau waarbij gekeken wordt naar het voorkomen van ziekte bij een groep gevaccineerde personen versus een groep ongevaccineerde personen. De effectiviteit is nooit 100%, en in individuele gevallen kan het zijn dat er geen beschermende immuunrespons optreedt (is primair vaccinfalen = het niet ontwikkelen van beschermende antistoffen na vaccinatie).

Na een volledige serie hepatitis B-vaccinaties heeft meer dan 95% van de jonge kinderen bescherming tegen het hepatitis B-virus (Op de Coul 2010). Bij gezonde volwassenen onder de 40 jaar induceren vaccinaties een beschermende antistoftiter (anti-HBs ≥10 IE/l) bij gemiddeld 30-55% na de eerste vaccinatie, 75% na de tweede vaccinatie en meer dan 90% na de derde vaccinatie (Zajac 1986, André 1989). De respons kan lager zijn bij het bestaan van factoren die geassocieerd zijn met een verhoogd kan op non-respons, (zie Toelichting effectiviteit). 

Postvaccinatie-titercontrole

Postvaccinatie-titercontrole is over het algemeen niet nodig. In uitzonderingsgevallen is titercontrole wél aan te raden of te overwegen: 

AANBEVOLEN
1) als blootstelling mogelijk al heeft plaatsgevonden vóór vaccinatie van het contact:

  • bij zuigelingen van HBsAg-positieve moeders;
  • bij sekspartners van dragers;*

2) vaccinatie vanwege een beroepsgebonden risico;

3) wens van gevaccineerde.

TER OVERWEGING
1) bij een hoog-viremische bron (HBeAg positief, of hoge virale load);*

2) indien kans op non-respons verhoogd is:

  • immuunstoornis (ziekte, medicamenteus);
  • (combinatie van) roken, mannelijk geslacht, leeftijd > 40, hoog BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.). 

* Overweeg ook anti-HBc-bepaling.

Wanneer men in het verleden wel is gevaccineerd maar geen titer is bepaald, adviseren we om per situatie een risico-inschatting te maken en op basis van dit risico een besluit te nemen (titercontrole, booster, of combinatie hiervan of geen actie ondernemen). In alle andere gevallen is het niet nodig om een postvaccinatie-titercontrole uit te voeren.

Toelichting effectiviteit

Gebleken is dat personen boven de 40 jaar, mannen, rokers, personen met een hoge BMI (body-mass index > 30), personen met nier- en leverziekten of hiv een grotere kans hebben op verminderde en non-respons na vaccinatie (André 1989, Wood 1993, Averhoff 1998, Vermeiren 2013). Ook bij bepaalde patiëntengroepen waarbij sprake is van gestoorde afweer (bijvoorbeeld cellulaire immuunstoornis, dialysepatiënten, patiënten die immuunsuppressiva gebruiken of chemotherapie krijgen en volwassenen met het Downsyndroom) kan de immuunrespons verminderd zijn. 

Vaccineren met een vaccin met 3-antigenen (PreHevbri) geeft in vergelijking met reguliere vaccins een betere respons bij personen ≥ 45 jaar. Een multicenter RCT toont superioriteit aan 4 weken na de 3e dosis PreHebvri t.o.v. Engerix-B (maand 0,1,6) bij volwassenen ≥ 45 jaar met een serobeschermingsniveau 89,4% vs. 73,1% en non-inferioriteit bij alle volwassenen ≥ 18 jaar met een serobeschermingsniveau 91,4% vs 76,5% (Vesikari 2021). Daarnaast werd in de leeftijdsgroep 18-44 jaar een vergelijkbaar serobeschermingsniveau gezien na 2 doses PreHevbri versus 3 doses Engerix-B (87,2% vs 91,1%). In deze studie werden personen met stabiele chronische aandoeningen geïncludeerd (o.a. roken, BMI > 30 en een kleine subgroep met diabetes mellitus). Een 2e multicenter RCT toonde eveneens non-inferioriteit aan van 3 doses PreHevbri versus Engerix-B bij volwassenen van 18-45 jaar 4 weken na de 3e dosis t.a.v. de GMC en ook het serobeschermingsniveau (99,3% vs. 94,8%) (Vesikari JAMA Netw open 2021). Er zijn slechts beperkte gegevens beschikbaar van overige groepen met een verminderde immuunrespons op vaccinatie, zoals personen met hiv of dialyse patiënten (Weinstein 2004, Elhanan 2018, Alon 2017). 

Van de personen met non-respons na de initiële vaccinatiereeks, heeft 44 tot meer dan 70% alsnog na een herhaling van de vaccinatiereeks met drie doses een anti-HBs ≥ 10 IU/l . De kans hierop is groter als de titer na de eerste vaccinatiereeks laag, maar meetbaar is evenals het gebruik van een vaccin met een hogere antigeen dosering (bijvoorbeeld HBVaxPro-40) of een krachtiger adjuvans (Fendrix) in vergelijking met een regulier vaccin zoals Engerix-B of HBVaxPro-10 (Hadler 1986, Hoebe 2012, Zhang 2015, Raven 2020, Beulens 2022). Mogelijk geldt dit ook voor een vaccin met meerdere antigenen (PreHevbri, 3-antigenen) (Weinstein 2004, Krawczyk 2014).

Beschermingsduur en revaccinatie

Voor hepatitis B wordt bij een antistoftiter (anti-HBs) > 10 IE/l 4-8 weken na een volledige serie vaccinaties bij een normale immuniteit uitgegaan van levenslange bescherming en is revaccinatie niet nodig.

Toelichting beschermingsduur en revaccinatie

Het beschermende effect van het vaccin is blijvend, ook als de titer na verloop van tijd zou dalen tot onder de 10 IE/l (Benatvala 2003). Dit komt naast inductie van anti-HBs ook door inductie van geheugen B- en T-cellen. Van de kinderen die met een primaire reeks van drie vaccinaties geïmmuniseerd is, heeft 15-50% na 5-15 jaar lage of ondetecteerbare titers anti-HBs (Liao 1999, Boxall 2004, Hammitt 2007). Van de volwassenen heeft 7-50% na 5 jaar titers lager dan 10 IE/l, en 30-60% na 9-11 jaar (Hadler 1986, Wainwright 1997, Goh 1995). Hoe hoger de antistoftiter direct na vaccinatie, hoe langer deze detecteerbaar blijft in het bloed (Ayerbe 2001).

Literatuur