Bijlage bij LCI-richtlijn Mazelen, bedoeld als handreiking voor de huisartsenpraktijk

Doel: het borgen van de te nemen maatregelen binnen een huisartsenpraktijk rondom een patiënt met vermoeden/bewezen mazelen. Zie hiervoor ook NHG mazelen. 

Patiënt meldt zich met klachten

  1. Wees alert op mazelen bij niet-immune personen met klachten die kunnen passen bij mazelen én die contact hebben gehad met een mazelenpatiënt of een land hebben bezocht waar mazelen is in de afgelopen 3 weken, zie ook de BMR-landenlijst.
  2. Laat de patiënt, indien mogelijk, niet naar de praktijk komen. Plan indien mogelijk een visite bij patiënt thuis door een medewerker die beschermd is, zie ook hieronder bij personeel.
  3. Bij bezoek aan de praktijk: laat patiënt niet in de wachtkamer van de huisartsenpraktijk plaatsnemen, maar in een aparte ruimte. Zet de patiënt een FFP2-masker op. Gebruik de ruimte waar de patiënt verbleef niet tot 2 uur nadat de patiënt de kamer verlaten heeft en ventileer deze ruimte.
  4. Diagnostiek naar mazelen kan o.a. uitgevoerd worden door de huisarts of de GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst ). Voor de huisarts gaat het in de regel om diagnostiek ten behoeve van het medische behandelbeleid van de patiënt zelf of om infectiepreventiebeleid voor de omgeving van de patiënt. Voor PBM-advies bij diagnostiekafname, zie de NHG-webpagina mazelen.
  5. Bij verwijzing naar het ziekenhuis of andere zorginstelling: stel bij verwijzing het ziekenhuis (of andere zorginstelling) op de hoogte van (de verdenking) mazelen.

Patiënt met verdenking mazelen verbleef in de praktijk/wachtkamer

Patiënten met een verdenking mazelen hoeven niet bij de GGD gemeld te worden, wel is de GGD laagdrempelig benaderbaar voor overleg. 

Bij een sterke verdenking op mazelen bij een patiënt die in de wachtkamer bij de huisarts heeft gezeten, is het raadzaam de wachtkamercontacten alvast te inventariseren, zodat er na bevestiging van de diagnose snel gehandeld kan worden. 

Patiënt met bewezen mazelen verbleef in de praktijk/wachtkamer

Beleid ten aanzien van personeel

Inventariseer de contacten onder het personeel dat werkzaam was en zet deze op een separate contactlijst. Vermeld hierbij -indien bekend- of zij voldoende beschermd zijn en of zij immuungecompromitteerd zijn.* Zie ook de Bijlage Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg

Acties ten aanzien van het personeel:

  • Bij onvoldoende bescherming: bij voorkeur binnen 72 uur na blootstelling BMR-vaccinatie geven.
  • Bij symptomen van mazelen: direct stoppen met werken en diagnostiek inzetten.
  • Bij immuungecompromitteerden: verwijs het personeelslid zo snel mogelijk naar de behandelend arts, conform Postexpositieprofylaxe immuungecompromitteerde contacten.

* In verband met de privacy van de werknemers (AVG) dient het inventariseren van de immuunstatus en de gezondheidsstatus, alsmede het vaccineren en toedienen van immunoglobuline bij personeel bij voorkeur belegd te worden bij een arbodienst, bedrijfsarts of externe partij. 

Beleid ten aanzien van patiënt 

Meld de patiënt bij de GGD. Na de melding start het team infectieziekten van de GGD met het bron- en contactonderzoek rond de patiënt, nog los van de wachtkamercontacten. Indien geïndiceerd beschermt de GGD deze contacten van de patiënt door het geven van postexpositieprofylaxe. 

Beleid ten aanzien van medepatiënten

De ‘eigenaar’ van de wachtkamer, de wachtkamerhouder, is verantwoordelijk voor de veiligheid van de personen die daar verblijven. Dat betekent dat de wachtkamerhouder een belangrijke rol heeft bij het wachtkamercontactonderzoek, als – in overleg met de GGD- daartoe besloten wordt. Zie voor de overwegingen rondom het al dan niet instellen van wachtkamercontactonderzoek de Bijlage Wachtkamercontacten bij mazelen.

De GGD draagt zorg voor de toediening van PEP postexpositieprofylaxe (postexpositieprofylaxe ), indien geïndiceerd, of overdracht naar de behandelend specialist, indien geïndiceerd.

Wachtkamercontactonderzoek

Inventariseer de wachtkamercontacten en zet deze op een contactlijst. Bij een gecombineerde wachtkamer, waar ook patiënten van andere zorgverleners kunnen zitten (bijvoorbeeld fysiotherapeut, apotheek, tandarts), worden alleen de wachtkamercontacten van de huisarts geïnventariseerd. Wachtkamercontacten zijn patiënten die:

  • tegelijk met de patiënt met mazelen in de wachtkamer hebben gezeten;
  • tot 2 uur na verlaten van de patiënt met mazelen gebruik hebben gemaakt van de wachtkamer/ dezelfde spreekkamer.

Verzamel de geboortedatum en contactgegevens van deze wachtkamercontacten, bij voorkeur e-mailadressen en mobiele telefoonnummers. Deze gegevens geven de mogelijkheid een e-mail of SMS/app-bericht te sturen. Maak een notitie bij contacten met verhoogd risico op een ernstig verloop van mazelen, dit zijn:

  • kinderen tot en met 14 maanden;
  • zwangeren;
  • immuungecompromitteerden, bij voorkeur met contactgegevens van behandelend arts.

Neem de contactlijst door met de GGD en bespreek met de GGD welke wachtkamercontacten vaccinatie of immunoglobulinen behoeven. Spreek met de GGD af wie deze contacten op welke wijze hierover informeert en wie dit uitvoert.