Bijlage bij LCI-richtlijn Mazelen
Let op, dit is een concept. Vaststelling is gepland voor het LOI (Landelijk Overleg Infectieziektebestrijding ) op 24 juni 2025.
Contactonderzoek onder wachtkamercontacten is zinvol en proportioneel als verwacht wordt dat er door tijdige toediening van postexpositieprofylaxe ziektegevallen onder personen met een verhoogd risico op ernstig beloop voorkomen kunnen worden.
- Overweeg contactonderzoek bij de wachtkamers waar je veel personen met een verhoogd risico op ernstig beloop van mazelen (ongevaccineerde kinderen tot 14 maanden, zwangeren en immuungecompromitteerden) verwacht.
- Hieronder vallen: SEH (Spoedeisende hulp), huisartsenpraktijk (zie ook Mazelen in de huisartsenpraktijk), consultatiebureau, verloskundigenpraktijk en sommige afdelingen in het ziekenhuis.
- Niet hieronder vallen in principe: apotheek, orthodontist, fysiotherapeut, tandarts, etc.
- Schat het risico op verspreiding van mazelen in de wachtkamer in door te kijken naar risicofactoren voor transmissie, zoals:
- Duur van aanwezigheid index in de wachtkamer.
- Besmettelijkheid index: iemand met klachten is besmettelijker dan iemand zonder klachten, grootste besmettelijkheid rond het ontstaan van het exantheem.
- Situatie in de wachtkamer: ventilatie, grootte wachtkamer, hoe dicht op elkaar gezeten, etc.
- Adviseer aan de hand van de volgende overwegingen die meewegen in het beleid t.a.v. wachtkamercontacten:
- Postexpositieprofylaxe met BMR (Bof, mazelen, rodehond)-vaccinatie is mogelijk zinvol tot en met 72 uur na blootstelling. Voor postexpositieprofylaxe met immunoglobuline geldt een termijn tot en met dag 6 na blootstelling. Als de termijn voor postexpositieprofylaxe is verstreken voor de wachtkamercontacten is wachtkamercontacteninventarisatie niet meer zinvol.
- Uit de laatste PIENTER-studie (nog niet gepubliceerd) blijkt dat er bij het cohort 1965-1975 in meer dan 97% bescherming is tegen mazelen. Wachtkamercontacten uit dit cohort kunnen dus beschouwd te worden als beschermd tegen mazelen.
- De dalende vaccinatiegraad onder personen met een bepaalde migratieachtergrond is begonnen in 2013. Er wordt ook een relatief lage BMR-vaccinatiegraad gevonden bij kinderen die naar orthodox-gereformeerde basisscholen gaan of naar basisscholen met een antroposofische of islamitische denominatie (zie pag. 23 in The National Immunisation Programme in the Netherlands. Surveillance and developments in 2023-2024). De laatste grote mazelen-uitbraak was onder bevindelijk gereformeerden in 2013-2014. Dus ongevaccineerde personen die na 2013-2014 geboren zijn, hebben waarschijnlijk geen mazelen-antistoffen als zij behoren tot één van deze groepen. Maar dit betekent nog niet dat zij een verhoogd risico hebben op ernstig beloop. Overweeg om deze groep een algemeen (inhaal)vaccinatie-aanbod te doen.
De ‘eigenaar’ van de wachtkamer, de wachtkamerhouder, is verantwoordelijk voor de veiligheid van de personen die daar verblijven. Dat betekent dat de wachtkamerhouder een belangrijke rol heeft bij het wachtkamercontactonderzoek, als daartoe besloten wordt. De GGD draagt zorg voor de toediening van PEP (postexpositieprofylaxe ), indien geïndiceerd, of overdracht naar de behandelend specialist, indien geïndiceerd.
- De wachtkamerhouder inventariseert de contacten met verhoogd risico op ernstig beloop van mazelen.
- Vervolgens wordt in overleg met de GGD besloten wie die contacten op welke wijze informeert en adviseert.
In het stroomschema hieronder staan de overwegingen rondom de maatregelen bij wachtkamercontacten schematisch weergegeven.
Figuur: Stroomschema wachtkamercontacten
* Hieronder vallen: SEH, HAP, huisarts, consultatiebureau, verloskundige en sommige afdelingen in het ziekenhuis.
** Afweging op basis van duur van verblijf x inschatting besmettelijkheid x omstandigheden van het verblijf.
*** Hou rekening met incubatieperiode en de kans dat iemand nog klachten gaat ontwikkelen en neem ook de te verwachten tijdsinvestering hierbij mee.