Virale hemorragische koorts - krim-congokoorts Richtlijn
Samenvatting
Verwekker: Bunyaviridae
Incubatietperiode: 1-13 dagen (meestal 1-3 dagen na tekenbeet en 5-6 dagen na contact met geïnfecteerd weefsel/bloed)
Besmettingsweg: Tekenbeten van de reuzenteek (hyalomma teek). Contact met weefsels en lichaamsvloeistoffen van besmette mensen en dieren: via slijmvliezen, niet-intacte huid en intacte huid (met ongemerkte laesies)
Besmettelijke periode: Gedurende de gehele symptomatische periode, mogelijk ook tijdens de convalescentieperiode
Maatregelen: Meldingsplicht groep A2, brononderzoek op indicatie. Contactonderzoek en - monitoring. Strikte isolatie. Beschermende kleding, handschoenen, ademhalingsbeschermingsmasker type FFP2. Postexpositieprofylaxe
Symptomen: Deel asymptomatisch of mild. Acuut, ernstig ziektebeeld. Koorts, myalgie en malaise. Braken, hoofdpijn, sufheid, buikpijn, diarree, icterus, hepatomegalie, splenomegalie, artralgie, lymfadenopathie, keelpijn en hoesten. Petechiën, ecchymosen, epistaxis, hematemesis en melena
Doel en doelgroep
Deze richtlijn is ontwikkeld voor zorgprofessionals werkzaam binnen de infectieziektebestrijding. De primaire doelgroepen zijn GGD- en LCI-professionals. De richtlijn beschrijft duidelijke adviezen, taken en verantwoordelijkheden en vormt een basis voor het nemen van geïnformeerde beslissingen en het maken van beleid in de praktijk. De zorgprofessional kan de richtlijn ook gebruiken voor het bijhouden en vergaren van kennis. De uitvoering van de richtlijn overstijgt institutionele en professionele domeingrenzen en is bedoeld voor het gebruik binnen diverse sectoren van de gezondheidszorg. Voor meer informatie zie Totstandkoming LCI-richtlijnen.
Versiebeheer
Richtlijn herzien door: Rosa Roosten in samenwerking met Edwin Slok en Linda Smid, LCI/RIVM.
Hoofdstuk Diagnostiek herzien door Janette Rahamat-Langendoen en Erasmus MC.
Vastgesteld LOI: 24 september 2024
Wijzigingen:
- 9 oktober 2024: Nieuw en anders in deze richtlijn ten opzichte van de oude richtlijn:
- Incubatieperiode: gespecificeerd voor de wijze waarop het virus is verkregen.
- Ziekteverschijnselen: het ziektebeloop is ingedeeld en beschreven in 4 fasen, daarnaast een actualisatie van het sterftecijfer.
- Besmettingsweg: toegevoegd dat besmetting ook kan plaatsvinden na het eten van rauw vlees van vers geslacht vee en via verticale transmissie; nosocomiale transmissie is veelvuldig gerapporteerd met diverse voorbeelden. Daarnaast zou mogelijk transmissie kunnen plaatsvinden via seksueel contact.
- Besmettelijke periode: toegevoegd dat krim-congovirus tot 17 en 19 dagen na aanvang van de ziekte uit respectievelijk bloed en lichaamsvloeistoffen worden geïsoleerd.
- Herziening van de diagnostiekparagraaf.
- Verhoogde kans op infectie herzien met indeling tussen omgevingsgebonden en beroepsgebonden risico.
- Verhoogd risico op ernstig beloop: ziektebeloop bij kinderen is vaker mild. Infecties tijdens de zwangerschap zijn mogelijk geassocieerd met een verhoogde maternale sterfte.
- Actualisatie van de epidemiologische gegevens.
- Preventie: in gebieden waar het virus endemische circuleert, worden voorzorgsmaatregelen geadviseerd voor personen met een verhoogd risico op het oplopen van de infectie (conform adviezen ECDC, WHO). Beschermende persoonlijke beschermingsmaatregelen staan beschreven voor werkzaamheden waarbij men mogelijk in contact komt met infectieus materiaal.
- Meldingsplicht: aangepast conform ECDC, uniform voor de 3 VHK-richtlijnen.
- Maatregelen: toegevoegd dat monitoring van contacten meteen dient te starten na bevestiging van de diagnose. Hoog risico stratificatie gelijk getrokken met andere VHK’s: personen die direct contact hebben gehad met mogelijk infectieus materiaal zonder adequate beschermende maatregelen. De maatregelen van de risicocontacten verplaatst naar maatregelen t.a.v. patiënt en contacten. Gezien er mogelijk transmissie kan optreden tijdens seksueel contact, dienen hierover adviezen op maat gegeven te worden.
- Behandeling: achtergrondinformatie over klinisch onderzoek naar ribavirine geactualiseerd.
Ziekte & Besmettelijkheid
Verwekker
Krim-congo hemorragische koorts (CCHF) wordt veroorzaakt door een door teken overgedragen virus van de orde Bunyavirales, familie Nairoviridae. Deze familie bestaat uit drie genera, waarvan de virusinfecties bij zoogdieren tot nu toe beperkt zijn tot het genus Orthobunyavirus. Krim-congovirus vormt één van de meer dan 40 species binnen het genus Nairovirus(ICTV 2023). Het virus wordt overgedragen door harde teken die behoren tot het genus Hyalomma en andere tekensoorten binnen de familie der Ixodidae en in beperkte mate door andere tekensoorten. Het genoom bestaat uit drie negatief gepolariseerde RNA-segmenten (Garrison 2020).
Pathogenese
Het virus komt de gastheer binnen via de epitheelcellen en komt, na lokale replicatie, het lymfestelsel binnen en infecteert hierna diverse organen (met name de lever en de milt). Het virus infecteert ook macrofagen en dendritische cellen waardoor deze disfunctioneren en diverse cytokinen (TNF-alpha, IL-1 en IL-6) uitscheiden, resulterend in een cytokinenstorm (Frank 2024). Dit kan leiden tot endotheliale activatie, vaatlekkage en diffuse intravasculaire stollingen (DIS) met necrose in verscheidene organen zoals lever en nieren en tevens fatale bloedingen. Trombocytopenie en het verbruik van fibrinogeen ontstaan vaak in een vroeg stadium van de ziekte passende bij een DIS. Leukopenie is in veel gevallen eveneens aanwezig, vaak gepaard gaand met het optreden van co-infecties.
Incubatieperiode
De lengte van de incubatietijd hangt af van de wijze waarop het virus is verkregen (WHO 2022). Na infectie door een tekenbeet: meestal 1 tot 3 dagen (maximaal 9 dagen). Na contact met geïnfecteerd bloed of weefsel: meestal 5 tot 6 dagen (maximaal 13 dagen). Kortere perioden kunnen voorkomen bij een hoge virale dosis en bij sepsis (ECDC 2022).
Ziekteverschijnselen
Infectie met krim-congovirus kan bij de mens tot een ernstig ziektebeeld leiden, maar asymptomatische of milde infecties komen vaak voor (>80%) (ECDC 2022). Kinderen vertonen meestal een mildere vorm van de ziekte. Een infectie kan in vier fasen worden ingedeeld (Hamidinejad 2021, Perveen and Khan 2022):
- Asymptomatische incubatiefase (3-7 dagen), gevolgd door;
- Pre-hemorragische fase (1-7 dagen) met een acuut begin met koorts, myalgie en malaise. Daarnaast worden symptomen zoals braken, hoofdpijn, sufheid, buikpijn, diarree, icterus, hepatomegalie, splenomegalie, artralgie, lymfadenopathie, keelpijn en hoesten vaak gerapporteerd.
- Hemorragische fase (1-3 dagen) kenmerkt zich door ernstigere symptomen als petechiën, ecchymosen, epistaxis, hematemesis en melena, wordt bij 50 tot 95% van de patiënten beschreven. Ernstig zieke patiënten kunnen multi-orgaanfalen ontwikkelen en overlijden.
- Convalescentiefase (tot 10 dagen) begint 10-20 dagen na aanvang ziekte.
Leukopenie en trombocytopenie ontstaan eveneens vaak in het beginstadium van de ziekte. Trombocytopenie, verlenging van de stollingstijd en verhoging van de hoeveelheid fibrinedegradatieproducten zijn frequent aanwezig en weerspiegelen het proces van diffuse intravasale stolling, dat vaak optreedt.
Een hoge virale load, ernstige trombocytopenie, verhoogde leverenzymen en verlengde bloedingstijden zijn voorspellers van ernstige ziekte en fatale afloop (Akinci 2016).
Een recente systematic review en meta-analyse (periode 1974-2020) rapporteren een mondiaal sterftecijfer van 11,7% (95% CI 9.1-14.5) voor personen met een acute krim-congovirusinfectie (Belobo 2021). Het sterftepercentage (CFR) wisselt per regio en was in de studie hoger in lage-inkomstenlanden, landen in WHO-regio’s van Afrika, Zuidoost-Azië en Oostelijke Middellandse Zeegebieden, daarnaast bij volwassenen en ambulante patiënten. De CFR is echter vrijwel zeker een overschatting van de werkelijke ernst van infectie aangezien veel infecties asymptomatisch verlopen.
Gedurende de convalescentieperiode na een ernstig acuut beloop worden vaak restverschijnselen zoals polyneuropathie, hoofdpijn, verminderde visus en gehoorverlies gerapporteerd. Deze symptomen verdwijnen vaak op langere termijn.
Natuurlijke immuniteit
Er is beperkte informatie over de infectie en de immuunresponskinetiek door het ontbreken van voldoende grootschalige klinische studies in verschillende leeftijdsgroepen en het feit dat verder onderzoek in een BSL4-laboratorium gedaan moet worden. Voor zover bekend zijn zowel IgM als IgG na 7 tot 9 dagen aantoonbaar. Gedurende de 2e of 3e week van de ziekte bereiken de IgM-titers een maximum, waarna deze vervolgens in de loop van ongeveer 4 maanden dalen tot onder de detectiewaarde. De IgG-titers kunnen nog geruime tijd stijgen en zijn tot jaren na de infectie aantoonbaar. Neutraliserende antistoffen worden over het algemeen slechts in beperkte hoeveelheden aangemaakt (Shepherd 1989). Het is nog onbekend wat de bijdrage is van de humorale respons in het voorkomen en bestrijden van de ziekte (Munir 2023). De antistofrespons is vaak afwezig of vertraagd in ernstige of fatale gevallen.
Reservoir
Meerdere tekensoorten uit de familie der Ixodidae kunnen dienen als vector, en in veel gevallen tevens als reservoir voor het krim-congovirus. Met name het genus Hyalomma speelt de belangrijkste rol in de transmissie cyclus van het virus. Besmetting van teken vindt plaats wanneer teken zich voeden met bloed van viremische dieren, zie ook dierlijke reservoirs.
Veterinair
Dierlijke reservoirs
Een groot aantal diersoorten, variërend van egels en hazen tot runderen en paarden, wordt in endemische gebieden regelmatig besmet met krim-congovirus. Infectie leidt in de regel niet of nauwelijks tot symptomen. Hoewel Hyalomma-teken frequent parasiteren op vogels, blijken vogels over het algemeen niet gevoelig te zijn voor infectie. Zowel in veldstudies als in experimenten waarbij vogels met het virus werden geïnoculeerd, werden slechts sporadisch infecties vastgesteld. Struisvogels (Struthio camelus) zijn echter wel gevoelig. Subcutane inoculatie van struisvogels met het virus leidt tot infectie waarna het virus tot enkele dagen na inoculatie kan worden geïsoleerd uit bloed en weefsels. Op verschillende Zuid-Afrikaanse boerderijen waar struisvogels worden gefokt voor de vleesindustrie, werd bij ongeveer een kwart van deze dieren antistoffen tegen het virus aangetroffen (Swanepoel 1998, Verwoerd 2000).
Besmettingsweg
(In)direct contact
Infecties worden over het algemeen opgelopen via beten van geïnfecteerde tekenvector of door direct contact met geïnfecteerde teken (bijvoorbeeld door tussen de vingers pletten van teken). Transmissie kan ook plaatsvinden door direct contact met bloed of weefsel van viremische patiënten of viremische (landbouwhuis)dieren, op slijmvliezen, niet-intacte huid of intacte huid (door ongemerkte huidlaesies) (Tsergouli 2020). De meeste gevallen hebben zich voorgedaan bij mensen die betrokken zijn bij de veehouderij, zoals landarbeiders, slachthuispersoneel en dierenartsen (Hawman and Feldmann 2023, WHO 2022). Hiernaast zijn enkele cases beschreven na het drinken van ongepasteuriseerde melk of na het eten van rauw vlees van vers geslacht vee (ECDC 2022).
Nosocomiale transmissie is veelvuldig gerapporteerd; via direct contact met bloed en lichaamsvloeistoffen (met name spataccidenten of geen gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen), door prikaccidenten, hergebruik van naalden, onjuiste sterilisatie van medische apparatuur en besmetting van medische benodigdheden (Athar 2005, Guner 2014, Leblebicioglu 2016, WHO 2022). Mens op mens transmissie tussen gezin’s- of familiecontacten door nauw contact wordt weinig gevonden bij contactonderzoek en lijkt daarmee inefficiënt (Gozel 2014a, Hawman and Feldmann 2023, Izadi 2008). Mogelijk kan transmissie ook via seksueel contact plaatsvinden (Pshenichnaya 2016, Yagci-Caglayik 2020). Verticale transmissie is beschreven in enkele case series (Gozel 2014b, Pshenichnaya 2017a).
Aerogeen
Op grond van epidemiologische studies wordt geconcludeerd dat aerogene transmissie tijdens het natuurlijk beloop van de ziekte zelden plaatsvindt. Onder omstandigheden waarbij aerosolen ontstaan, zoals tijdens aerosolvormende handelingen en bij bewerkingen van materiaal in het laboratorium, bestaat een kans op aerogene transmissie (Pshenichnaya and Nenadskaya 2015, Tsergouli 2020)
Besmettelijke periode
De patiënt wordt gedurende de gehele symptomatische periode als besmettelijk beschouwd. Gedurende de incubatieperiode zijn geen secundaire cases beschreven (Fillâtre 2019). Enige tijd na het doormaken van de ziekte blijft de patiënt potentieel besmettelijk. Zo kan krim-congovirus RNA tot 17 en 19 dagen na aanvang van de ziekte uit respectievelijk bloed en lichaamsvloeistoffen worden geïsoleerd, ook bij patiënten die uit het ziekenhuis zijn ontslagen (Yagci-Caglayik 2020).
Besmettelijkheid
De viremie bereikt zijn piek tijdens de pre-hemorragische fase (Hamidinejad 2021). De meest waargenomen mens-op-mens transmissie is bij het ontstaan van hemorragische manifestaties (Bente 2013, Fillâtre 2019, Hamidinejad 2021, Keshtkar-Jahromi 2013, Leblebicioglu 2016).
Diagnostiek
Microbiologische diagnostiek van virale hemorragische koorts
Diagnostiek van virale hemorragische koorts wordt verricht door middel van antigen-, antistof- en/of genoomdetectie. In Nederland wordt deze diagnostiek enkel uitgevoerd in het WHO Reference and Research Centre for Arboviruses and Hemorrhagic Fever Viruses Erasmus MC, afdeling Virologie, Rotterdam. Vooraankondiging en overleg over het type materiaal, de verpakking en de wijze van transport zijn noodzakelijk. De minimale afname voor de krim-congo-diagnostiek betreft volbloed en serum, maar vanwege de vaak niet specifieke aard van de klachten kan een breder afname pakket aangewezen zijn (keel/neus uitstrijk, sputum, feces en urine) (Hawman and Feldmann 2023).
Adres en telefoonnummer:
WHO Reference and Research Centre for Arboviruses and Hemorrhagic Fever Viruses
Erasmus MC, Department of Virology
Kamer Nb 10-52
Wytemaweg 80
3015 CN, Rotterdam
Tel: 010-7033431
Buiten kantooruren kunt u de dienstdoende viroloog bereiken via 010-7040704.
Overige microbiologische diagnostiek
Diagnostiek naar overige ernstige infectieziekten, zoals malaria tropica en bacteriële infecties, dient onmiddellijk, maar onder bioveiligheidsniveau 3, plaats te vinden. Over de invulling daarvan kan overlegd worden met de dienstdoend viroloog van ErasmusMC. Virusisolatie is enkel geoorloofd onder bioveiligheidsniveau 4.
Risicogroepen
Verhoogde kans op infectie
Omgevingsgebonden risico
- Verblijf in een gebied waar één of meerdere van deze virussen endemisch is (zie Verspreiding in de wereld), met name voor personen die aan buitenactiviteiten doen.
Beroepsgebonden risico
- In endemische gebieden wordt CCHF vaker gezien bij personen met verhoogd risico op contact met teken en/of geïnfecteerde dieren en mensen: herders, veehouders, slagers, veeartsen, jagers, militairen en gezondheidsmedewerkers (Nasirian 2022).
Verhoogde kans op ernstig beloop
Tussen de verschillende leeftijdscategorieën bestaan geen grote verschillen wat betreft gerapporteerde sterfte, hoewel het ziektebeloop bij kinderen vaker mild is (Oygar 2023). De sterftepercentages zijn bij mannen en vrouwen ongeveer gelijk.
Zwangerschap
Verhoogd risico bij zwangerschap
Infecties met krim-congovirus bij zwangeren zijn zeldzaam, maar verlopen mogelijk ernstiger en worden geassocieerd met een toename in maternale sterfte en hoge foetale/neonatale sterfte (Gozel 2014b, Pshenichnaya 2017b).
Epidemiologie
Verspreiding in de wereld
Het verspreidingsgebied van het krim-congovirus omvat grote delen van Azië, Afrika, het Midden-Oosten, Oost- en Zuidoost-Europa en recent Zuidwest-Europa (met een autochtone humane casus in Spanje in 2016) (Belobo 2021, ECDC 2023, Spengler 2019). De incidentie van de ziekte is wisselend per regio. Zo leek gedurende lange tijd krim-congokoorts in Turkije zelden voor te komen; sinds enige jaren wordt de ziekte als een prominente tick-born pathogeen gezien (Ergünay 2020). Krim-congokoorts is van toenemend belang in endemische gebieden, doordat klimaatverandering de duur van droog, warm weer verlengt. Daardoor wordt de uitbreiding van de tekenpopulatie die het virus meedraagt vergemakkelijkt (Nasirian 2020).
Informatie over de meest recente uitbraken is te vinden via de WHO: Disease Outbreak News (who.int).
Voorkomen in Nederland
Tot heden (2024) heeft zich in Nederland geen infectie met krim-congovirus voorgedaan. Echter kan de vector, de Hyalomma marginatum-teek, in principe door migrerende wilde vogels vanuit Zuid-Europa en Afrika naar Noord-Europa, o.a. Nederland, worden vervoerd. Tot nu toe zijn er enkele Hyalomma-teken (H. marginatum, H. rufipes en Hyalomma spp.) gevonden in Noord-Europa, o.a. in Nederland (Uiterwijk 2021), maar geen CCHFV. Het huidige klimaat in Nederland is ongeschikt voor Hyalomma-teken om in de winter te overleven, maar zou in toekomst mogelijk wel geschikt kunnen worden door klimaatopwarming (Bekedam 2021).
Preventie
Immunisatie
Actieve immunisatie
Het eerstegeneratievaccin werd in 1970 in Bulgarije ontwikkeld en wordt sinds 1974 toegepast onder militair en medisch personeel, boeren en mensen die leven in endemische gebieden. Sinds de toepassing is er in een periode van 21 jaar een viervoudige reductie in het aantal gerapporteerde gevallen in Bulgarije. De werkzaamheid van het vaccin moet nog worden geëvalueerd (Mousavi-Jazi 2012, Munir 2023, Papa 2011). Er is geen geregistreerd vaccin beschikbaar voor de EU/EEA markt (ECDC 2022). Diverse vaccins zijn nog in ontwikkeling (Appelberg 2022, Berber 2021).
Algemene preventieve maatregelen
Algemene primaire preventie bestaat uit het vermijden van tekenbeten of contact met lichaamsvloeistoffen en -materialen van mogelijk besmette mensen en dieren.
In gebieden waar het virus endemisch circuleert, dienen personen met een verhoogd risico op het oplopen van de infectie voorzorgsmaatregelen te nemen om tekenbeten te voorkomen. Dit omvat onder andere het dragen van beschermende kleding en het gebruik van repellents (chemische tekenwerende middelen) (ECDC 2024, WHO 2022).
Zie tevens Maatregelen ten aanzien van patiënt en contacten.
Desinfectie
Conform de richtlijn Standaardmethoden reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare gezondheidszorg.
Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden waarbij men mogelijk in contact komt met infectieus materiaal, dient men beschermende kleding te dragen volgens de (gedateerde maar nog geldende) WIP-richtlijn Virale Hemorragische koortsen.
Zie ook voor het afvoeren van afval uit isolatiekamers, desinfectie van isolatiekamers en desinfectie van apparatuur de WIP-richtlijn Virale Hemorragische koortsen.
Maatregelen
Meldingsplicht
Virale hemorragische koorts (VHK) is een meldingsplichtige ziekte groep A2.
Dit houdt in dat reeds bij het vermoeden van de ziekte dit onmiddelijk gemeld moet worden aan de GGD. Clinici en GGD wordt verzocht om bij het vermoeden van virale hemorragische koorts direct contact op te nemen met de LCI (088-689 70 00, ook buiten kantoortijden). Indien dit nummer buiten kantoortijden onverhoopt geen gehoor geeft, dan graag de dienstdoende LCI-arts Infectieziektebestrijding op laten piepen door de meldkamer via telefoonnummer 030-2199415.
De GGD meldt telefonisch binnen 24 uur anoniem conform de Wet publieke gezondheid aan het CIb en levert gegevens voor de landelijke surveillance van meldingsplichtige ziekten.
Klinische criteria
Elke persoon met ten minste één van de volgende twee:
- Koorts
- Hemorragische manifestaties in verschillende vormen die kunnen leiden tot falen van meerdere organen
Laboratoriumcriteria
Ten minste één van de volgende twee:
- Isolatie van een specifiek virus uit een klinisch monster
- Detectie van specifiek virusnucleïnezuur in een klinisch monster en bevestiging door sequencing of een tweede test op verschillende genomische doelwitten
Epidemiologische criteria
Ten minste één van de volgende:
- Reizen in de afgelopen 21 dagen naar een regio waar VHK-gevallen bekend zijn of vermoedelijk hebben plaatsgevonden
- Blootstelling in de afgelopen 21 dagen aan een waarschijnlijk of bevestigd geval van VHK waarvan het begin van de ziekte in de afgelopen 6 maanden plaatsvond
Casusclassificatie
- Waarschijnlijk geval: elke persoon die aan de klinische criteria voldoet en een epidemiologisch verband heeft
- Bevestigd geval: elke persoon die voldoet aan de klinische criteria en de laboratoriumcriteria
Inschakelen van andere instanties
Clinici en GGD moeten bij het vermoeden van virale hemorragische koorts direct contact opnemen met de LCI (088-689 70 00, ook buiten kantoortijden). Bij het vermoeden van (of bewezen) virale hemorragische koorts dient contact opgenomen te worden met een VHK-behandelcentrum voor opname of overplaatsing. De LCI is op de hoogte van de actuele beschikbaarheid.
Bronopsporing
Bronopsporing dient te worden verricht wanneer zich 2 of meer gevallen van virale hemorragische koorts voordoen binnen een kort tijdsbestek of wanneer deze ziekte wordt gezien bij een persoon die niet in een periode van 21 dagen hieraan voorafgaand in een van de endemische gebieden heeft verbleven. Mogelijke bronnen zoals genoemd bij Besmettingsweg dienen nagelopen te worden.
Contactonderzoek
Het betreffende ziekenhuis en de GGD verrichten contactonderzoek (zie bijlage 3 van de richtlijn VHK-filovirussen). Alle personen die via de beschreven routes (zie Besmettingsweg) contact hadden met de patiënt, moeten worden aangemerkt als contacten. Contacten moeten worden geïnventariseerd vanaf de eerste ziektedag van de patiënt. Monitoring van de contacten dient te starten meteen na bevestiging van de diagnose bij de index.
Het is raadzaam reeds bij een verdenking van virale hemorragische koorts een contactlijst aan te leggen met incidenteel-, laag- en hoogrisicocontacten. Risicostratificatie vindt als volgt plaats:
Incidenteel contact
Personen die zich in dezelfde ruimte hebben bevonden als de patiënt, maar geen direct contact hebben gehad met de index of infectieus materiaal.
Laag risico
Huisgenoten die geen direct contact hebben gehad met infectieus materiaal, medisch personeel dat geen direct contact heeft gehad met infectieus materiaal of zich hierbij door middel van maatregelen adequaat heeft beschermd.
Hoog risico
Personen die direct contact hebben gehad met mogelijk infectieus materiaal zonder adequate beschermende maatregelen.
Maatregelen ten aanzien van patiënt en contacten
Maatregelen bij contacten
Contacten ingedeeld als ‘incidenteel contact’
Voor personen met een incidenteel contact zijn geen aanvullende maatregelen van kracht. Indien er klachten ontstaan passend bij een krim-congovirusinfectie, dient men contact op te nemen met de betrokken GGD, of de aangewezen contactpersoon in het ziekenhuis voor verdere evaluatie.
Contacten ingedeeld als ‘laag risico’
Gedurende een periode van 3 weken (bij een bevestigde krim-congoinfectie geldt een periode van 2 weken gezien dit de maximale incubatieperiode betreft) dienen deze personen tweemaal daags de lichaamstemperatuur te meten. Bij voorkeur reizen deze laagrisicocontacten gedurende de monitoringsperiode niet naar het buitenland. Indien een temperatuur ≥38 oC wordt gemeten of klachten passend bij een krim-congovirusinfectie, dient men contact op te nemen met de betrokken GGD, of de aangewezen contactpersoon in het ziekenhuis voor verdere evaluatie.
Contacten ingedeeld als ‘hoog risico’
Ook deze personen dienen gedurende een periode van 3 weken (bij een bevestigde krim-congoinfectie geldt een periode van 2 weken gezien dit de maximale incubatieperiode betreft) tweemaal daags de lichaamstemperatuur te meten. Deze personen moeten daarnaast dagelijks contact onderhouden met de betrokken GGD of aangewezen contactpersoon in het ziekenhuis. Indien een temperatuur ≥38oC wordt gemeten of klachten passend bij een krim-congovirusinfectie, dient men contact op te nemen met de betrokken GGD, of de aangewezen contactpersoon in het ziekenhuis voor verdere evaluatie. Daarnaast geldt voor hen een verbod om gedurende de monitoringsperiode het land te verlaten. Er moet individuele evaluatie plaatsvinden door een internist-infectioloog ten aanzien van mogelijkheden voor postexpositieprofylaxe.
Beschermende maatregelen
De beschermende maatregelen die nodig zijn bij beoordeling, vervoer of opname en behandeling van een patiënt met een (vermoeden) van een viraal hemorragische koorts zijn zeer strikt en uitgebreid. Om dit juist uit te voeren, is uitgebreide training onmisbaar. Daarom dient bij een (vermoeden) op een VHK-infectie direct contact gelegd te worden met een ervaren ambulance- en ziekenhuisteam rondom het vervoer en opname van de patiënt.
De volgende richtlijnen zijn van kracht wanneer een patiënt wordt verdacht van virale hemorragische koorts of wanneer deze ziekte is gediagnosticeerd:
- WIP-richtlijn Virale hemorragische koortsen;
- SRI-richtlijn Strikte isolatie;
- Hygiënerichtlijn voor de ambulancezorg.
Gebruik van beschermende kleding (WIP 2017)
- Twee paar niet-steriele handschoenen, waarvan bij reiniging en desinfectie het bovenste paar huishoudhandschoenen (huishoudhandschoenen zijn steviger en daardoor beter bestand tegen scheuren bij huishoudelijke werkzaamheden). Huishoudhandschoenen hoeven niet te voldoen aan NEN-EN 455, omdat ze worden gedragen bij huishoudelijke handelingen.
- Overall met lange mouwen, met of zonder manchetten, eventueel met vaste hoofdbedekking (capuchon) en vaste schoenhoezen.
- (Halter)schort, voor over de overall, van de hals/nek tot halverwege de kuiten.
- Hoofdbedekking (zoals een capuchon of kap) waarbij hals/nek beschermd zijn indien deze niet aan de overall vastzit.
- Overschoenen of laarzen indien er geen overschoenen aan de overall vastzitten. Zorg dat er geen kans is op lekkage van excreta en lichaamsvochten in de overschoen. Onder de overschoenen wordt gesloten schoeisel gedragen, het schoeisel is bestand tegen reinigen én desinfecteren.
- Ademhalingsbeschermingsmasker FFP2 dat tevens voldoet aan de eisen voor een chirurgisch neusmondmasker.
- Ruimzichtbril met indirecte ventilatie.
- Bij gebruik van motoraangedreven ademhalingsbescherming worden de punten 4, 6 en 7 geïntegreerd.
Aanvullende maatregelen
- Krim-congovirus kan gedurende lange tijd in de convalescentieperiode persisteren in bepaalde lichaamsmaterialen en -vloeistoffen. Het screenen van dergelijke materialen kan behulpzaam zijn bij het versoepelen van isolatiemaatregelen (Yagci-Caglayik 2020).
- De preventie van seksuele transmissie verdient speciale aandacht. Het advies bij seksueel contact is doorgaans ook nog een periode na herstel een condoom te gebruiken (Pshenichnaya 2016, Yagci-Caglayik 2020). De duur van dit advies zal casusspecifiek en aan de hand van de meest recente wetenschappelijke inzichten bepaald moeten worden.
- Voor spoedeisende zaken buiten kantoortijden kan men contact opnemen met de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding van het RIVM/CIb, telefoonnummer 088-689 7000.
Ontslagcriteria
Internationaal worden verschillende criteria voor ontslag uit het ziekenhuis gehanteerd. Het (nog) niet of nauwelijks voorhanden zijn van goede gegevens over de viral load in speeksel, feces en urine in relatie tot besmettelijkheid kan daar aan bijdragen.
Wering van werk, school of kinderdagverblijf
Op geleide van de besmettelijkheid van de patiënt dient wering van werk, school of kinderdagverblijf, ook na herstel van de ziekte, overwogen te worden. Hiervoor zal een advies op maat worden opgesteld na gezamenlijke afstemming met de GGD/LCI en bedrijfsarts afhankelijk van de setting en/of werkzaamheden.
Profylaxe & Behandeling
Profylaxe
Postexpositieprofylaxe
Wanneer een persoon mogelijk contact heeft gehad met infectieus materiaal, zoals omschreven in paragraaf Besmettingsweg, moet men de volgende procedure volgen;
- onmiddellijk reinigen van het betreffende lichaamsoppervlak:
- huid: wassen met ruime hoeveelheden water en vloeibare zeep; hierbij moet worden voorkomen dat andere lichaamsdelen, met name slijmvliezen en conjunctivae, met het spoelwater in contact komen;
- slijmvliezen en conjunctivae: spoelen met ruime hoeveelheden water of oogspoelvloeistof. Bij het spoelen van een oog moet worden voorkomen dat het andere oog met het spoelwater in contact komt.
- applicatie van een desinfectans wanneer dit mogelijk is;
- de persoon wordt met spoed verwezen naar een internist-infectioloog in een VHK-behandelcentrum of een UMC voor eventuele profylactische behandeling. Wetenschappelijke onderbouwing voor het gebruik van postexpositieprofylaxe is beperkt. Over eventuele opties daarbij en beschikbaarheid van medicatie dient overlegd te worden met de internist-infectioloog en de LCI.
Behandeling
De hoeksteen van de behandeling bestaat uit ondersteunende therapie gericht op hemodynamische stabiliteit en het monitoren van orgaanfuncties, inclusief het stollingssysteem. Er is geen hard klinisch bewijs voor klinische effectiviteit van (intraveneus) ribavirine (de la Calle-Prieto 2018). Een RCT met oraal ribavirine toonde aan dat er geen positief effect op klinische en laboratorium uitkomsten kon worden aangetoond na behandeling met ribavirine (Koksal 2010). Intraveneus ribavirine is niet in Nederland geregistreerd. Indien gebruik wordt overwogen in de vroege fase van infectie, moet contact opgenomen worden met de LCI over de beschikbaarheid en bestelling van ribavirine. Andere therapieën, waaronder steroïden, immunoglobulines en monoklonale antilichamen vereisen nader onderzoek, waarbij favipiravir het meest belovend lijkt (Hawman and Feldmann 2023, Kouhpayeh 2021).
Historie
De ziekte werd voor het eerst beschreven op het Krim-schiereiland in 1944 en kreeg de naam Krim hemorragische koorts. In 1969 werd erkend dat de ziekteverwekker die hemorragische koorts op de Krim veroorzaakte dezelfde was als die welke verantwoordelijk was voor een ziekte die in 1956 in het Congobekken werd vastgesteld. De koppeling van de twee plaatsnamen resulteerde in de huidige naam voor de ziekte en het virus.
Literatuur
- Akinci E, Bodur H, Sunbul M, Leblebicioglu H. Prognostic factors, pathophysiology and novel biomarkers in Crimean-Congo hemorrhagic fever. Antiviral Res. 2016;132:233-43. https://doi.org/10.1016/j.antiviral.2016.06.011
- Appelberg S, John L, Pardi N, Végvári Á, Bereczky S, Ahlén G, et al. Nucleoside-Modified mRNA Vaccines Protect IFNAR(-/-) Mice against Crimean-Congo Hemorrhagic Fever Virus Infection. J Virol. 2022;96(3):e0156821. https://doi.org/10.1128/jvi.01568-21
- Athar MN, Khalid MA, Ahmad AM, Bashir N, Baqai HZ, Ahmad M, et al. Crimean-Congo hemorrhagic fever outbreak in Rawalpindi, Pakistan, February 2002: contact tracing and risk assessment. Am J Trop Med Hyg. 2005;72(4):471-3.
- Bekedam H, Stegeman A, de Boer F, Fouchier R, Kluytmans J, Koenraadt S, et al. Zoönosen in het vizier. 2021.
- Belobo JTE, Kenmoe S, Kengne-Nde C, Emoh CPD, Bowo-Ngandji A, Tchatchouang S, et al. Worldwide epidemiology of Crimean-Congo Hemorrhagic Fever Virus in humans, ticks and other animal species, a systematic review and meta-analysis. PLoS Negl Trop Dis. 2021;15(4):e0009299. https://doi.org/10.1371/journal.pntd.0009299
- Bente DA, Forrester NL, Watts DM, McAuley AJ, Whitehouse CA, Bray M. Crimean-Congo hemorrhagic fever: History, epidemiology, pathogenesis, clinical syndrome and genetic diversity. Antiviral Research. 2013;100(1):159-89. https://doi.org/https://doi.org/10.1016/j.antiviral.2013.07.006
- Berber E, Çanakoğlu N, Tonbak Ş, Ozdarendeli A. Development of a protective inactivated vaccine against Crimean-Congo hemorrhagic fever infection. Heliyon. 2021;7(10):e08161. https://doi.org/10.1016/j.heliyon.2021.e08161
- de la Calle-Prieto F, Martín-Quirós A, Trigo E, Mora-Rillo M, Arsuaga M, Díaz-Menéndez M, Arribas JR. Therapeutic management of Crimean-Congo haemorrhagic fever. Enferm Infecc Microbiol Clin (Engl Ed). 2018;36(8):517-22. https://doi.org/10.1016/j.eimc.2017.04.007 (Manejo terapéutico de la fiebre hemorrágica de Crimea-Congo.)
- ECDC. Factsheet about Crimean-Congo haemorrhagic fever. (Geraadpleegd 2022-08-09: https://www.ecdc.europa.eu/en/crimean-congo-haemorrhagic-fever/facts/factsheet) 2022.
- ECDC. The spatial distribution of Crimean-Congo haemorrhagic fever in Europe and neighbouring areas. 2023. Beschikbaar via: https://www.ecdc.europa.eu/sites/default/files/documents/crimean-congo-haemorrhagic-fever-spatial-distribution-december-2023.pdf.
- ECDC. Cases of Crimean-Congo haemorragic fever cases linked to tick bites reported in Europe 2024. Beschikbaar via: https://www.ecdc.europa.eu/en/news-events/cases-crimean-congo-haemorragic-fever-cases-linked-tick-bites-reported-europe. Geraadpleegd op 23-05-2024.
- Ergünay K, Polat C, Özkul A. Vector-borne viruses in Turkey: A systematic review and bibliography. Antiviral Res. 2020;183:104934. https://doi.org/10.1016/j.antiviral.2020.104934
- Fillâtre P, Revest M, Tattevin P. Crimean-Congo hemorrhagic fever: An update. Med Mal Infect. 2019;49(8):574-85. https://doi.org/10.1016/j.medmal.2019.09.005
- Frank MG, Weaver G, Raabe V. Crimean Congo Hemorrhagic Fever Virus for Clinicians-Virology, Pathogenesis, and Pathology. Emerg Infect Dis. 2024;30(5):847-53. https://doi.org/10.3201/eid3005.231646
- Garrison AR, Alkhovsky Альховский Сергей Владимирович SV, Avšič-Županc T, Bente DA, Bergeron É, Burt F, et al. ICTV Virus Taxonomy Profile: Nairoviridae. J Gen Virol. 2020;101(8):798-9. https://doi.org/10.1099/jgv.0.001485
- Gozel MG, Bakir M, Oztop AY, Engin A, Dokmetas I, Elaldi N. Investigation of Crimean-Congo hemorrhagic fever virus transmission from patients to relatives: a prospective contact tracing study. Am J Trop Med Hyg. 2014a;90(1):160-2. https://doi.org/10.4269/ajtmh.13-0306
- Gozel MG, Elaldi N, Engin A, Akkar OB, Bolat F, Celik C. Favorable outcomes for both mother and baby are possible in pregnant women with Crimean-Congo hemorrhagic fever disease: a case series and literature review. Gynecol Obstet Invest. 2014b;77(4):266-71. https://doi.org/10.1159/000360699
- Guner R, Hasanoglu I, Tasyaran MA, Yapar D, Keske S, Guven T, Yilmaz GR. Is ribavirin prophylaxis effective for nosocomial transmission of Crimean-Congo hemorrhagic fever? Vector Borne Zoonotic Dis. 2014;14(8):601-5. https://doi.org/10.1089/vbz.2013.1546
- Hamidinejad M, Esmaeili Gouvarchin Ghaleh H, Farzanehpour M, Bolandian M, Dorostkar R. Crimean-Congo hemorrhagic fever from the immunopathogenesis, clinical, diagnostic, and therapeutic perspective: A scoping review. Asian Pacific Journal of Tropical Medicine. 2021;14(6):254-65. https://doi.org/10.4103/1995-7645.315899
- Hawman DW, Feldmann H. Crimean-Congo haemorrhagic fever virus. Nat Rev Microbiol. 2023;21(7):463-77. https://doi.org/10.1038/s41579-023-00871-9
- ICTV. Crimean-Congo hemorrhagic fever orthonairovirus 2023. Beschikbaar via: https://ictv.global/taxonomy/taxondetails?taxnode_id=202100070. Geraadpleegd op 23-05-2024.
- Izadi S, Salehi M, Holakouie-Naieni K, Chinikar S. The risk of transmission of Crimean-Congo hemorrhagic fever virus from human cases to first-degree relatives. Jpn J Infect Dis. 2008;61(6):494-6.
- Keshtkar-Jahromi M, Sajadi MM, Ansari H, Mardani M, Holakouie-Naieni K. Crimean-Congo hemorrhagic fever in Iran. Antiviral Res. 2013;100(1):20-8. https://doi.org/10.1016/j.antiviral.2013.07.007
- Koksal I, Yilmaz G, Aksoy F, Aydin H, Yavuz I, Iskender S, et al. The efficacy of ribavirin in the treatment of Crimean-Congo hemorrhagic fever in Eastern Black Sea region in Turkey. J Clin Virol. 2010;47(1):65-8. https://doi.org/10.1016/j.jcv.2009.11.007
- Kouhpayeh H. A Systematic Review of Treatment Strategies Including Future Novel Therapies in Crimean-Congo Hemorrhagic Fever. International Journal of Infection. 2021;8(2).
- Leblebicioglu H, Sunbul M, Guner R, Bodur H, Bulut C, Duygu F, et al. Healthcare-associated Crimean-Congo haemorrhagic fever in Turkey, 2002-2014: a multicentre retrospective cross-sectional study. Clin Microbiol Infect. 2016;22(4):387.e1-.e4. https://doi.org/10.1016/j.cmi.2015.11.024
- Mousavi-Jazi M, Karlberg H, Papa A, Christova I, Mirazimi A. Healthy individuals' immune response to the Bulgarian Crimean-Congo hemorrhagic fever virus vaccine. Vaccine. 2012;30(44):6225-9. https://doi.org/10.1016/j.vaccine.2012.08.003
- Munir F, Shakoor A, Sindhu ZUD, Aleem MT. Crimean-Congo hemorrhagic fever: Immunopathogenesis and recent advances in the development of vaccines. Microb Pathog. 2023;177:106054. https://doi.org/10.1016/j.micpath.2023.106054
- Nasirian H. New aspects about Crimean-Congo hemorrhagic fever (CCHF) cases and associated fatality trends: A global systematic review and meta-analysis. Comp Immunol Microbiol Infect Dis. 2020;69:101429. https://doi.org/10.1016/j.cimid.2020.101429
- Nasirian H. Ticks infected with Crimean-Congo hemorrhagic fever virus (CCHFV): A decision approach systematic review and meta-analysis regarding their role as vectors. Travel Med Infect Dis. 2022;47:102309. https://doi.org/10.1016/j.tmaid.2022.102309
- Oygar PD, Gürlevik SL, Sağ E, İlbay S, Aksu T, Demir OO, et al. Changing Disease Course of Crimean-Congo Hemorrhagic Fever in Children, Turkey. Emerg Infect Dis. 2023;29(2):268-77. https://doi.org/10.3201/eid2902.220976
- Papa A, Papadimitriou E, Christova I. The Bulgarian vaccine Crimean-Congo haemorrhagic fever virus strain. Scandinavian Journal of Infectious Diseases. 2011;43(3):225-9. https://doi.org/10.3109/00365548.2010.540036
- Perveen N, Khan G. Crimean-Congo hemorrhagic fever in the Arab world: A systematic review. Frontiers in Veterinary Science. 2022:1408.
- Pshenichnaya NY, Leblebicioglu H, Bozkurt I, Sannikova IV, Abuova GN, Zhuravlev AS, et al. Crimean-Congo hemorrhagic fever in pregnancy: A systematic review and case series from Russia, Kazakhstan and Turkey. Int J Infect Dis. 2017a;58:58-64. https://doi.org/10.1016/j.ijid.2017.02.019
- Pshenichnaya NY, Leblebicioglu H, Bozkurt I, Sannikova IV, Abuova GN, Zhuravlev AS, et al. Crimean-Congo hemorrhagic fever in pregnancy: A systematic review and case series from Russia, Kazakhstan and Turkey. International Journal of Infectious Diseases. 2017b;58:58-64. https://doi.org/https://doi.org/10.1016/j.ijid.2017.02.019
- Pshenichnaya NY, Nenadskaya SA. Probable Crimean-Congo hemorrhagic fever virus transmission occurred after aerosol-generating medical procedures in Russia: nosocomial cluster. Int J Infect Dis. 2015;33:120-2. https://doi.org/10.1016/j.ijid.2014.12.047
- Pshenichnaya NY, Sydenko IS, Klinovaya EP, Romanova EB, Zhuravlev AS. Possible sexual transmission of Crimean-Congo hemorrhagic fever. Int J Infect Dis. 2016;45:109-11. https://doi.org/10.1016/j.ijid.2016.02.1008
- Shepherd AJ, Swanepoel R, Leman PA. Antibody Response in Crimean-Congo Hemorrhagic Fever. Reviews of Infectious Diseases. 1989;11(Supplement_4):S801-S6. https://doi.org/10.1093/clinids/11.Supplement_4.S801
- Spengler JR, Bergeron É, Spiropoulou CF. Crimean-Congo hemorrhagic fever and expansion from endemic regions. Current Opinion in Virology. 2019;34:70-8. https://doi.org/https://doi.org/10.1016/j.coviro.2018.12.002
- Swanepoel R, Leman PA, Burt FJ, Jardine J, Verwoerd DJ, Capua I, et al. Experimental infection of ostriches with Crimean-Congo haemorrhagic fever virus. Epidemiol Infect. 1998;121(2):427-32. https://doi.org/10.1017/s0950268898001344
- Tsergouli K, Karampatakis T, Haidich AB, Metallidis S, Papa A. Nosocomial infections caused by Crimean–Congo haemorrhagic fever virus. Journal of Hospital Infection. 2020;105(1):43-52. https://doi.org/https://doi.org/10.1016/j.jhin.2019.12.001
- Uiterwijk M, Ibáñez-Justicia A, van de Vossenberg B, Jacobs F, Overgaauw P, Nijsse R, et al. Imported Hyalomma ticks in the Netherlands 2018-2020. Parasit Vectors. 2021;14(1):244. https://doi.org/10.1186/s13071-021-04738-x
- Verwoerd D. Ostrich diseases. Revue Scientifique et Technique-Office International des Epizooties. 2000;19(2):638-52.
- WHO. Crimean-Congo haemorrhagic fever 2022. Beschikbaar via: https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/crimean-congo-haemorrhagic-fever. Geraadpleegd op 23-05-2024.
- Yagci-Caglayik D, Kayaaslan B, Yapar D, Kocagul-Celikbas A, Ozkaya-Parlakay A, Emek M, et al. Monitoring Crimean-Congo haemorrhagic fever virus RNA shedding in body secretions and serological status in hospitalised patients, Turkey, 2015. Euro Surveill. 2020;25(10). https://doi.org/10.2807/1560-7917.Es.2020.25.10.1900284