Veterinaire informatie bij de LCI-richtlijn Virale hemorragische koorts - krim-congokoorts
Doel van de veterinaire informatie bij een LCI (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding )-richtlijn is om de GGD (Gemeentelijke gezondheidsdienst )-professional te voorzien van context die relevant kan zijn voor bestrijding van de infectieziekte bij de mens. Dit kan bijvoorbeeld bijdragen aan bronopsporing en begrip van de epidemiologie. Voor meer informatie zie Ontwikkeling LCI-richtlijnen.
Dierlijke reservoirs
Een groot aantal diersoorten, variërend van egels en hazen tot runderen en paarden, wordt in endemische gebieden regelmatig besmet met krim-congovirus. Infectie leidt in de regel niet of nauwelijks tot symptomen. Hoewel Hyalomma-teken frequent parasiteren op vogels, blijken vogels over het algemeen niet gevoelig te zijn voor infectie. Zowel in veldstudies als in experimenten waarbij vogels met het virus werden geïnoculeerd, werden slechts sporadisch infecties vastgesteld. Struisvogels (Struthio camelus) zijn echter wel gevoelig. Subcutane inoculatie van struisvogels met het virus leidt tot infectie waarna het virus tot enkele dagen na inoculatie kan worden geïsoleerd uit bloed en weefsels. Op verschillende Zuid-Afrikaanse boerderijen waar struisvogels worden gefokt voor de vleesindustrie, werd bij ongeveer een kwart van deze dieren antistoffen tegen het virus aangetroffen (Swanepoel 1998, Verwoerd 2000).
- Swanepoel R, Leman PA, Burt FJ, Jardine J, Verwoerd DJ, Capua I, et al. Experimental infection of ostriches with Crimean-Congo haemorrhagic fever virus. Epidemiol Infect. 1998;121(2):427-32. https://doi.org/10.1017/s0950268898001344
- Verwoerd D. Ostrich diseases. Revue Scientifique et Technique-Office International des Epizooties. 2000;19(2):638-52.