blok

De factsheet geeft de actuele kennis en toepassingsgebieden weer van vaccinaties voor een uniforme werkwijze van zorgprofessionals die betrokken zijn bij advisering omtrent vaccinaties. De factsheet is gebaseerd op recente kennis, inzichten en kwaliteitsdocumenten. Deze factsheet geeft informatie over de geregistreerde vaccins, de toepassingen, eigenschappen, contra-indicaties, vaccinatieschema’s en werkingsduur. Voor meer informatie zie Ontwikkeling factsheets.

Vaststelling: 27 augustus 2024 | Publicatie: 4 september 2024

Wijzigingen:

  • 5 september 2025:  
    • Meerdere aanpassingen naar aanleiding van invoering in het Rijksvaccinatieprogramma. Vanaf september 2025 wordt immunisatie tegen RSV respiratoir syncytieel virus (respiratoir syncytieel virus ) programmatisch aangeboden aan alle baby’s in hun eerste levensjaar, die geboren zijn op of na 1 april 2025. Baby’s die geboren worden tijdens het RSV-seizoen krijgen zo kort mogelijk na geboorte (binnen uiterlijk 2 weken) een immunisatie met Beyfortus aangeboden. Baby’s die buiten het RSV-seizoen worden geboren krijgen een immunisatie met Beyfortus aangeboden vlak voor of aan het begin van hun eerste RSV-seizoen.
    • Meerdere aanpassingen naar aanleiding van het advies van de Gezondheidsraad van maart 2025 over vaccinatie van ouderen.
    • Aanpassingen naar aanleiding van wijziging registratie Abrysvo. In de tabel Geregistreerde middelen is de leeftijd van de doelgroep van Abrysvo uitgebreid van 60 jaar naar 18 jaar.
    • Verder:
      • De tabel bij Overige indicaties is aangepast aan de meest recente richtlijnen en standpunten van de beroepsgroepen.
      • Op eigen verzoek en de tabel Geregistreerde middelen zijn aangepast naar aanleiding van de wijziging in de beschikbaarheid van Synagis (palivizumab).
      • Onder Eigenschappen is gecorrigeerd dat Beyfortus een humaan monoklonale antistof is en Synagis een gehumaniseerd monoklonale antistof.
      • De tabel Doseringsschema is aangepast voor wat betreft de dosering van niversevimab voor kinderen uit risicogroepen in hun tweede RSV-seizoen.
      • Interferenties is aangevuld met informatie over mResvia. Effectiviteit en Beschermingsduur zijn aangevuld met nieuwe informatie over Arexvy en Abrysvo. In het gehele document zijn de merknamen Synagis (palivizumab) en Beyfortus (nirsevimab) toegevoegd.
  • 22 november 2024:  Informatie over mResvia is toegevoegd.

RSV-immunisatie kan worden uitgevoerd via actieve immunisatie (vaccinatie) of passieve immunisatie (monoklonale antilichamen). RSV-immunisatie biedt bescherming tegen het respiratoir syncytieel virus (RSV). Voor informatie over deze ziekte, zie de LCI-richtlijn Respiratoir syncytieel virus (RSV)-infectie.

Indicaties

Hieronder worden indicaties genoemd die volgen uit een programmatisch aanbod en/of overige indicaties volgend uit bestaande kwaliteitsstandaarden.

Programmatisch aanbod

Vanaf september 2025 wordt immunisatie tegen RSV programmatisch aangeboden aan alle baby’s in hun eerste levensjaar, die geboren zijn op of na 1 april 2025. Baby’s die geboren worden tijdens het RSV-seizoen krijgen zo kort mogelijk na geboorte (binnen uiterlijk 2 weken) een immunisatie met Beyfortus aangeboden. Baby’s die buiten het RSV-seizoen worden geboren krijgen een immunisatie met Beyfortus aangeboden vlak voor of aan het begin van hun eerste RSV-seizoen.

De Gezondheidsraad adviseerde in maart 2025 over programmatisch aanbod van vaccinatie tegen RSV voor mensen van 75 jaar en ouder, en medische risicogroepen en bewoners van instellingen voor langdurige zorg vanaf 60 jaar. Definitieve besluitvorming is volgens de Gezondheidsraad pas mogelijk zodra meer bekend is over de verwachte beschermingsduur en de timing van eventuele herhaalvaccinaties. Deze informatie is nodig voor een betere inschatting van vaccinatiestrategieën en kosteneffectiviteit. In de Kamerbrief van 12 mei 2025 liet de staatssecretaris weten het advies over te nemen en voorlopig geen programmatische vaccinatie voor ouderen te starten.

Overige indicaties

Tabel: Indicaties monoklonale antilichamen
Toepassing monoklonale antilichamenOpmerking
Medische indicaties

Kinderen in hun eerste levensjaar:

  • Prematuur geboren kinderen met bronchopulmonale dysplasie (BPD) 
    (28 dagen > 21% Fi O2) die in de 6 maanden voorafgaand aan de start van het RSV seizoen behandeling voor chronische longziekte (BPD) nodig hadden.
  • Kinderen met een hemodynamisch significante congenitale hart afwijking (CHD).

Daarnaast kunnen kinderartsen overwegen om RSV-profylaxe toe te dienen bij:

  • kinderen met spinale musculaire atrofie type 1c met betere prognose door medicatie;
  • prematuur (30-32 weken) geboren zuigelingen na individuele afweging en overleg met ouders, rekening houdend met extra risicofactoren zoals leeftijd, gezinsomstandigheden en gezondheidsfactoren;
  • zuigelingen met ernstige longaandoeningen of immunodeficiëntie zoals ernstige longhypoplasie, congenitale hernia diafragmatica, interstitiële longziekten of ernstig beloop van cystic fibrosis (CF).

Kinderen in hun tweede levensjaar:

  • Prematuur geboren kinderen die in de 6 maanden voorafgaand aan de start van het RSV seizoen behandeling voor chronische longziekte (BPD) nodig hadden 

Daarnaast wordt geadviseerd om RSV-profylaxe toe te dienen bij:

  • Kinderen met het syndroom van Down.
  • Kinderen met spinale musculaire atrofie type 1c met betere prognose door medicatie.

Zie ook NVK StandpuntFMS-richtlijn BPD, FMS-richtlijn Mediche begeleiding kinderen met downsyndroom en FMS-richtlijn SMA type 1.

Tabel: Indicaties vaccinatie
 
Toepassing vaccinatieOpmerking
Medische indicaties

Mensen van 60 jaar en ouder met:

  • gevorderde lever- of nieraandoening;
  • chronische luchtwegaandoening (zoals COPD en astma);
  • chronische cardiovasculaire aandoeningen (zoals hartfalen en coronaire hartziekten);
  • morbide obesitas (BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) ≥ 40);
  • immuundeficiëntie;
  • diabetes mellitus type 1 of 2.

Zie ook Advies RSV-vaccinatie voor ouderen van de Gezondheidsraad.

vergoedingen

Vergoedingen vaccinaties

Als er een medische indicatie is voor een vaccin, betekent dat niet dat het daarmee automatisch voor vergoeding in aanmerking komt.

Zie medicijnkosten.nl voor informatie over de kosten en de extramurale vergoeding van vaccins. Vaccinaties voor medische risicogroepen op indicatie van een behandelend arts kunnen vergoed worden via de Zorgverzekeringswet. 
Informatie over de vergoeding binnen de medisch-specialistische zorg en de mogelijkheden voor intramurale vergoeding is te vinden op de pagina Vaccinaties binnen de medisch-specialistische zorg (Nederlandse Zorgautoriteit).

Voor algemene vragen over de (intramurale en extramurale) vergoeding van vaccinaties binnen de Zorgverzekeringswet kan men terecht bij Zorginstituut Nederland via vragenaanzin@zinl.nl. Voor specifieke vragen kan men terecht bij de individuele zorgverzekeraar. 

Op eigen verzoek

Als een persoon gevaccineerd wil worden, dan kan dit na overleg met huisarts of vaccinatiebureau op eigen kosten via de huisarts, GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst ) of ander vaccinatiebureau.

De volgende overwegingen kunnen worden meegenomen:

  • risicofactoren voor een verhoogde kans op ernstig beloop (af te wegen tegen de te verwachten werkzaamheid bij deze risicogroep);
  • contra-indicaties, bijwerkingen en interferenties;
  • de mate en duur van bescherming door vaccinatie en de eventuele noodzaak tot hervaccinatie, zie Effectiviteit;
  • de kosten, meer informatie hierover is te vinden op www.medicijnkosten.nl

Wat betreft passieve immunisatie is Synagis (palivizumab) vanaf december 2025 niet meer verkrijgbaar in Nederland.

Geregistreerde middelen

Er zijn in Nederland vijf geregistreerde middelen voor immunisatie tegen RSV respiratoir syncytieel virus (respiratoir syncytieel virus ) (respiratoir syncytieel virus)-infectie.

Tabel: In Nederland geregistreerde middelen voor immunisatie tegen RSV.
* Voor een volledig overzicht van bestanddelen zie SmPC-tekst. Houd er rekening mee dat wanneer een monoklonaal antilichaam of vaccin geregistreerd is, dit niet automatisch betekent dat het ook verkrijgbaar is in Nederland. 
Merknaam bijsluiterSamenstellingLeeftijdBijzonderheden
Beyfortus Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof: nirsevimab 

Hulpstoffen:

  • L-histidine
  • L-histidinehydrochloride
  • L-argininehydrochloride Sucrose Polysorbaat 80
  • Water voor injecties
  • 0-1 jaar tijdens of voorafgaand aan hun eerste RSV-seizoen
  • 1-2 jaar met een specifieke medische indicatie
Monoklonale antilichamen voor passieve immunisatie.
Synagis Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof: palivizumab 

Hulpstoffen: 

  • Glycine (E640)
  • Histidine, (l-)
  • Stikstof (head space) (E941)
  • Water voor injecties
0-2 jaar met een specifieke medische indicatieMonoklonale antilichamen voor passieve immunisatie. 
(Vanaf december 2025 zal Synagis niet meer verkrijgbaar zijn in Nederland.)
Abrysvo Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof: recombinant respiratoir syncytieel virus subgroep A prefusie F antigeen 847A  en Recombinant respiratoir syncytieel virus subgroep B prefusie F antigeen 847B

Hulpstoffen:

  • Mannitol (d-) (E421)
  • Natriumchloride
  • Polysorbaat 80 (E433)
  • Sacharose
  • Trometamol
  • Trometamolhydrochloride
  • Zoutzuur (voor pH-aanpassing)
  • Water voor injecties
  • ≥ 18 jaar 
  • zwangeren

 

  • Vaccin.
  • Ook goedgekeurd voor toediening aan zwangeren tussen week 24 en week 36 van de zwangerschap.
  • Immunogeniciteit is niet vastgesteld voor immuungecompromitteerde personen.
Arexvy Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof: recombinant humaan respiratoir syncytieel virus type 1 fusieglycoproteïne F-antigeen gestabiliseerd in de pre-fusie conformatie 

Hulpstoffen:

* Poeder (RSVPreF3-antigeen)

  • Trehalosedihydraat
  • Polysorbaat 80 (E433) Kaliumdiwaterstoffosfaat (E 340)
  • Dikaliumfosfaat (E340) 

* Suspensie (AS01E-adjuvantsysteem)

  • ​​​​Dioleoylfosfatidylcholine (E322)
  • Cholesterol
  • Natriumchloride
  • Watervrij dinatriumfosfaat (E339)
  • Kaliumdiwaterstoffosfaat (E340)
  • Water voor injecties
  • 50 - 59 jaar met een verhoogd risico op ernstige RSV-infecties
  • ≥ 60 jaar
  • Vaccin
  • Immunogeniciteit is niet vastgesteld voor immuungecompromitteerde personen

 

mResvia Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof: enkelstrengs 5'-capped mRNA dat codeert voor RSV-A glycoproteïne F, gestabiliseerd in de prefusieconformatie

Hulpstoffen:

  • SM-102 (Heptadecaan-9-yl 8-((2-hydroxyethyl) (6-oxo-6-(undecyloxy)hexyl) amino)octanoaat)
  • Cholesterol
  • 1,2-distearoyl-sn-glycero-3-fosfocholine (DSPC)
  • 1,2-dimyristoyl-rac-glycero-3-methoxypolyethyleenglycol-2000 (PEG2000-DMG)
  • Trometamol
  • Trometamolhydrochloride
  • Azijnzuur
  • Natriumacetaattrihydraat
  • Sucrose
  • Water voor injecties
≥ 60 jaar
  • Vaccin
  • Immunogeniciteit is niet vastgesteld voor immuungecompromitteerde personen.

Eigenschappen

Monoklonale antilichamen

Beide monoklonale antilichamen zijn geproduceerd met behulp van recombinant-DNA-technologie en zijn gericht tegen RSV-subtypen A en B. Beyfortus is een humaan monoklonaal antilichaam. Synagis is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam. 

Vaccins

Arexvy en Abrysvo zijn beide eiwitvaccins. Arexvy is een geadjuveerd subunit eiwitvaccin gericht tegen RSV-subtype A. Abrysvo is een bivalent eiwitvaccin gericht tegen RSV-subtypen A en B. mResvia is een mRNA-vaccin.

Doseringsschema

Tabel: Doseringsschema RSV-immunisatie. 
* Aan het begin van het RSV-seizoen of kort na de geboorte indien geboren tijdens het RSV-seizoen (zie verder Beschermingsduur en revaccinatie.)
**Waar mogelijk moet de eerste dosis worden toegediend voor het begin van het RSV-seizoen. De werkzaamheid van palivizumab bij doses anders dan 15 mg/kg of doseringen anders dan maandelijks gedurende het RSV-seizoen is niet vastgesteld.
*** Bij voorkeur toegediend minimaal 4 weken voor de start van het RSV-seizoen. Effectiviteit van maternale vaccinatie is hoger bij vaccinatie tussen week 30 en 36 van de zwangerschap (Zie ook Abrysvo - Samenvatting van de productkenmerken).
DoelgroepMiddelDoseringSchema
0-2 jaarBeyfortus
  • zuigelingen met lichaamsgewicht < 5 kg: 
    50 mg intramusculair
  • zuigelingen met lichaamsgewicht ≥ 5 kg: 
    100 mg intramusculair
  • kinderen in hun tweede levensjaar met verhoogd risico: 200 mg intramusculair 
Eenmalige toediening* 
0-2 jaarSynagis
  • 15 mg/kg lichaamsgewicht 
Eens per maand toegediend gedurende het RSV-seizoen**
Volwassenen 50-59 jaar Arexvy
  • 0,5 ml intramusculair
Eenmalige toediening*
Volwassenen ≥ 60 jaarArexvy
  • 0,5 ml intramusculair 
Eenmalige toediening*
Volwassenen ≥ 60 jaarmResvia
  • 0,5 ml intramusculair
Eenmalige toediening*
Volwassenen ≥ 18 jaarAbrysvo
  • 0,5 ml intramusculair
Eenmalige toediening*
ZwangerenAbrysvo
  • 0,5 ml intramusculair
Eenmalige toediening tussen week 24 en 36*** van de zwangerschap

Wijze van toediening

Monoklonale antilichamen

Beyfortus en Synagis worden intramusculair toegediend, bij voorkeur in de anterolaterale zijde van het dijbeen. 

Vaccins

Abrysvo, Arexvy en mResvia worden intramusculair toegediend, bij voorkeur in de deltaspier musculus deltoïdeus.

De in deze factsheet beschreven middelen zijn niet geregistreerd voor subcutane toediening. De effectiviteit bij subcutane toediening is onbekend. Bij zwangeren kan de effectiviteit door subcutane toediening verder beïnvloed worden, doordat subcutane toediening mogelijk kan leiden tot verminderde placentaire overdracht van antistoffen. Dit kan de effectiviteit van de profylaxe bij de pasgeborene verminderen.

Contra-indicaties

Algemene contra-indicaties voor alle middelen

Absolute contra-indicaties:

  • een bevestigde ernstige allergie voor een van de bestanddelen;
  • een aangetoonde ernstige en/of onmiddellijke (binnen 4 uur optredende) allergische reactie na een eerdere toediening van hetzelfde vaccin/monoklonale antilichamen.

Relatieve contra-indicaties:

  • ziekte die gepaard gaat met > 38,5 °C koorts: immunisatie uitstellen;
  • voorzichtigheid is geboden bij toediening aan personen met trombocytopenie of andere ernstig verhoogde bloedingsneiging, zowel aangeboren als verworven.

Voor contra-indicaties in relatie tot RVP-vaccinaties zie hoofdstuk 5 Contra-indicaties van de RVP-richtlijn Uitvoering

Middelspecifieke contra-indicaties

De contra-indicaties kunnen verschillen per type immunisatie. Voor een volledig overzicht van contra-indicaties zie de bijsluiters.

Alleen Abrsyvo heeft een registratie voor gebruik tijdens de zwangerschap, mResvia en Arexvy hebben dat niet. Voor Arexvy wordt toediening tijdens de zwangerschap afgeraden. Tijdens de ontwikkeling van Arexvy is een onderzoeksvaccin zonder adjuvans aan zwangere vrouwen toegediend. Bij maternale vaccinatie hiermee werd een mogelijk verhoogd risico op ongunstige zwangerschapsuitkomsten (preterme geboorte, neonatale sterfte) bemerkt (Boytchev 2023). 

Interferenties

Monoklonale antilichamen 

Aangezien de monoklonale antilichamen specifiek zijn voor RSV, is het niet waarschijnlijk dat Beyfortus en Synagis interfereren met de immuunrespons op andere niet-RSV-vaccins. Er zijn geen interacties waargenomen met de routinematige kindervaccins, het influenzavaccin, bronchusverwijders of corticosteroïden.

Beyfortus en Synagis kunnen interfereren met immuungebaseerde diagnostische RSV-testen, zoals die gebaseerd op antigeendetectie. Ook kan het remmend werken op de replicatie van het virus in celkweken, wat kan interfereren met viruskweekonderzoeken. Interferentie bij deze onderzoeken kan leiden tot vals-negatieve diagnostische RSV-testresultaten. Synagis en Beyfortus hebben geen invloed op onderzoeken die zijn gebaseerd op reverse transcriptase polymerase chain reaction (RT-PCR).

Vaccins

Arexvy 

Arexvy kan gelijktijdig worden toegediend met geïnactiveerde, seizoensgebonden influenzavaccins. 

Bij gelijktijdige toediening van Arexvy en seizoensgebonden influenzavaccins werden over het algemeen lagere niveaus van antistoftiters tegen zowel RSV als influenza waargenomen in vergelijking met afzonderlijke toediening. Deze vermindering werd niet consequent waargenomen in alle onderzoeken. De klinische relevantie van deze bevindingen is niet bekend (Buynak 2024, Clark 2024, Chandler 2022).

Abrysvo 

Bij gelijktijdige toediening van Abrysvo met een seizoensgebonden influenzavaccin (quadrivalent, geïnactiveerd of geadjuveerd) blijven beide vaccins voldoende effectief. In een gerandomiseerd onderzoek onder volwassenen van 65 jaar en ouder werd vastgesteld dat de immuunrespons op zowel het RSV- als het influenzavaccin iets lager was dan wanneer de vaccins gelijktijdig werden toegediend, vergeleken met afzonderlijke toediening. Desondanks voldeden de gemeten antilichaamtiters nog steeds aan de vooraf vastgestelde criteria voor een voldoende immunologische respons (Athan, 2024).

In de SmPC-tekst wordt een minimuminterval van 2 weken aanbevolen tussen de toediening van Abrysvo en de toediening van een vaccin tegen tetanus, difterie en pertussis. Onderzoek onder niet-zwangere vrouwen tussen de 18 en 49 jaar liet zien dat de immuunrespons op de kinkhoestcomponent lager was bij gelijktijdige toediening in vergelijking met afzonderlijke toediening. Immuunreacties op RSV A, RSV B, difterie en tetanus bij gelijktijdige toediening waren niet inferieur aan de immuunreacties na afzonderlijke toediening (Peterson 2022). De klinische relevantie van deze bevindingen is niet bekend, zekerheidshalve wordt daarom een interval tussen toediening van beide vaccins geadviseerd.

Internationaal (bijvoorbeeld Verenigde StatenEngelandBelgië) bestaan er verschillen in de aanbevelingen en aanpak van het (gelijktijdig) toedienen van Abrysvo en andere maternale vaccinaties. Bij de beslissing om andere vaccins gelijktijdig met Abrysvo toe te dienen kunnen zorgprofessionals, naast de mogelijk lagere immuunrespons, ook de volgende factoren in overweging nemen: de kans dat de patiënt terugkeert voor vaccinatie, het risico op het oplopen van de ziekte die door het vaccin kan worden voorkomen en de overwegingen en voorkeuren van de patiënt.

mResvia

Er is nog beperkt onderzoek gedaan naar de gelijktijdige toediening van mResvia met andere vaccins. Een klinische studie toonde aan dat mResvia veilig gelijktijdig kan worden toegediend met het seizoensgebonden geïnactiveerde quadrivalente influenzavaccin of het bivalente COVID-19 mRNA-vaccin. De immuunresponsen tegen RSV, influenza en SARS-CoV-2 voldeden over het algemeen aan de vooraf vastgestelde non-inferioriteitscriteria. Alleen bij combinatie met het influenzavaccin was de antistofrespons tegen RSV-A iets lager dan verwacht en net onder de grens voor non-inferioriteit. De veiligheidsprofielen waren vergelijkbaar met die van afzonderlijke toediening. De langetermijneffecten worden nog onderzocht (Goswami, 2025)

Voor een volledig overzicht van vormen van interactie zie de SmPC-teksten.

Veiligheid en bijwerkingen

Monoklonale antilichamen 

Gemelde bijwerkingen van de monoklonale antilichamen (Beyfortus en Synagis) zijn:

Vaak (1-10%):

  • huiduitslag
  • hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn, wat zich bij zuigelingen kan uiten in o.a. hangerigheid, huilerigheid, prikkelbaarheid en/of vermindering van eetlust
  • vermoeidheid

Soms (0,1–1%):

  • reacties op de injectieplaats, zoals roodheid, zwelling, jeuk en pijn
  • koorts en koude rillingen
  • buikpijn, misselijkheid, braken

Voor Synagis geldt dat anafylaxie en andere acute overgevoeligheidsreacties als bijwerkingen zijn geïdentificeerd via postmarketingsurveillance en zijn vrijwillig gemeld uit een populatie van onbekende grootte; het is niet mogelijk gebleken om een betrouwbare schatting van de frequentie te maken of om een causaal verband met Synagis-blootstelling aan te tonen.

Vaccins

Gemelde bijwerkingen van de vaccins Arexvy en Abrysvo zijn:

Zeer vaak (> 10%): 

  • hoofdpijn, spierpijn, artralgie, pijn op de injectieplaats, vermoeidheid
  • lymfadenopathie (mResvia)

Vaak (1–10%): 

  • roodheid of zwelling van de injectieplaats, koorts, koude rillingen
  • misselijkheid en/of braken (mResvia)

Arexvy

Bij maternale vaccinatie met een onderzoeksvaccin zonder adjuvans gedurende de ontwikkeling van Arexvy werd een verhoogd risico op ongunstige zwangerschapsuitkomsten (preterme geboorte, neonatale sterfte) bemerkt. Het is onduidelijk wat daarvoor de oorzaak is. Daarom is er veiligheidshalve een contra-indicatie voor gebruik van Arexvy bij zwangerschap (Boytchev 2023).

Abrysvo

Voor Abrysvo geldt dat er in een zeldzaam geval (0,01-0,1%) melding is gemaakt van Guillain-Barré-syndroom. In vergelijking met Arexvy lijkt er een licht verhoogde incidentie te zijn op Guillain-Barré-syndroom in de 21 dagen na vaccinatie met Abrysvo, maar het aantal gevallen na beide vaccins is zeer laag. Wat de klinische betekenis hiervan is, is nog onbekend. 

Uit een subgroepanalyse blijkt een verhoogde incidentie van vroeggeboortes in Zuid-Afrika (8,3% vs. 4%). In andere hoge- en lage-inkomenslanden wordt deze bijwerking echter niet gevonden. De Amerikaanse geneesmiddelenautoriteit FDA keurt toediening vanwege deze bevinding goed bij 32-36 weken zwangerschap en verplicht monitoring op vroeggeboorte (FDA 2023). 

De EMA staat toediening toe vanaf 24 weken. Ook de EMA verplicht de fabrikant tot postmarketingstudies; niet vanwege het potentieel verhoogde risico op vroeggeboorte, maar omdat er onzekerheid is over de veiligheid bij zwangere vrouwen met een afweerstoornis en bij hoogrisicozwangerschappen (Europees geneesmiddelenbureau 2023). Postmarketing-data uit landen die het vaccin aan zwangeren toedienen zijn nog niet beschikbaar. Zie voor het volledige overzicht van de bijwerkingen de bijsluiters.

content bijwerkingen

Zie voor het volledige overzicht van de bijwerkingen de bijsluiters van de vaccins. Zie ook bijwerkingencentrum Lareb. 

Zorgprofessionals en niet-zorgprofessionals kunnen contact opnemen met Lareb voor het melden van postvaccinale verschijnselen/bijwerkingen. Dit kan via een meldformulier op de website van Lareb: www.lareb.nl.

Lareb geeft geen medisch advies. Bij gezondheidsklachten of vragen wordt geadviseerd contact op te nemen met de arts of apotheker.

Effectiviteit 

De effectiviteit van vaccinaties wordt bepaald op populatieniveau waarbij gekeken wordt naar het voorkomen van ziekte bij een groep gevaccineerde personen versus een groep ongevaccineerde personen. De effectiviteit is nooit 100 procent en in individuele gevallen kan het zijn dat er geen beschermende immuunrespons optreedt (dit is primair vaccinfalen = het niet ontwikkelen van beschermende antistoffen na vaccinatie).

Monoklonale antilichamen 

Beyfortus

De werkzaamheid van Beyfortus is voorafgaand aan marktintroductie onderzocht in twee RCT’s. De MELODY-studie richtte zich op voldragen en laat-premature kinderen (geboren na 35 weken zwangerschap). De MEDLEY-studie volgde zeer premature en matig premature kinderen (geboren na 29 tot 35 weken zwangerschap). Beide studies werden wereldwijd uitgevoerd en toonden aan dat één dosis Beyfortus significant effectief was in het voorkomen van RSV (respiratoir syncytieel virus)-infecties bij kinderen gedurende 150 dagen na toediening. Voor voldragen en laat-premature kinderen werd een effectiviteit van 76 procent gevonden voor het voorkomen van RSV-infectie met medische consultatie, 79 procent voor ziekenhuisopnames door RSV, en 77 procent voor zeer ernstige RSV-infecties met ziekenhuisopname (Hammitt 2022, Muller 2023). Voor zeer premature en matig premature kinderen was de effectiviteit respectievelijk 70, 78 en 87 procent (Griffin 2020). Een gepoolde analyse bevestigde vergelijkbare resultaten voor beide groepen kinderen (Simões 2023). 

De resultaten uit deze klinische studies worden bevestigd door real-world data (Ares-Gómez 2024; Torres 2025).

Synagis 

Meerdere studies, uitgevoerd door de IMPact-RSV-studiegroep (1998), bij kinderen met een hoog risico op ernstige complicaties door RSV-infectie, laten zien dat Synagis effectief is bij het verminderen van RSV-gerelateerde ziekenhuisopnames. De incidentie van RSV-gerelateerde ziekenhuisopnames verminderde met 55 procent bij hoogrisicokinderen, De studies onderzochten de impact van 5 maandelijkse doses van Synagis.

Vaccins

Arexvy 

Klinische studies (Ison 2024; Ison 2025) tonen een significante werkzaamheid van Arexvy van 82,6 procent aan bij het voorkomen van een eerste lagere-luchtweginfectie veroorzaakt door RSV (met ten minste twee symptomen van de lagere luchtwegen) bij deelnemers van 60 jaar en ouder. De werkzaamheid van het vaccin werd waargenomen gedurende de mediane follow-upperiode van 6,7 maanden. Het vaccin is effectief tegen zowel RSV A als RSV B, met respectievelijke werkzaamheidspercentages van 84,6 procent en 80,9 procent.

In een studie van Ferguson (2024) werd bij mensen van 50 tot 59 jaar met een verhoogd risico op lagere-luchtweginfecties (LRTD) door RSV, een maand na vaccinatie met één dosis Arexvy, een immuunrespons waargenomen die vergelijkbaar was met die van mensen van 60 jaar en ouder. Dit betrof personen met diabetes en hart-, long-, nier- en leveraandoeningen.

Abrysvo 

Onderzoek naar de werkzaamheid van Abrysvo bij personen van 60 jaar en ouder, gedurende het eerste RSV-seizoen, toont een significante bescherming van 65,1 procent bij RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen met 2 of meer symptomen en 88,9 procent bij RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen met 3 of meer symptomen. Gedurende twee RSV-seizoenen met een mediane follow-uptijd van 16,4 maanden, was de vaccinwerkzaamheid tegen RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen met 2 of meer symptomen 58,8% en 81,5% bij RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen met 3 of meer symptomen (Walsh 2024).

Na maternale vaccinatie is de werkzaamheid tegen RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen bij zuigelingen in het algemeen (zowel ernstig als niet-ernstig) in de eerste 90 dagen na geboorte ongeveer 57 procent en in de eerste 6 maanden ongeveer 51 procent. De werkzaamheid tegen ernstige RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen bij zuigelingen is in de eerste 90 dagen na geboorte ongeveer 82 procent en in de eerste 180 dagen is dit ongeveer 69 procent.

De effectiviteit van het vaccin is hoger voor vrouwen die later in de zwangerschap (30 tot 36 weken zwangerschapsduur) werden gevaccineerd dan voor vrouwen die eerder (24 tot < 30 weken zwangerschapsduur) werden gevaccineerd, zowel voor ernstige als algemene aandoeningen van de onderste luchtwegen. Bij vaccinatie tussen 24 en 30 weken was de werkzaamheid tot 180 dagen na de geboorte tegen een RSV-infectie met medisch consult 31 procent. Bij vrouwen die later, tussen 30 en 36 weken, werden gevaccineerd, was de werkzaamheid 62 procent. Ook voor ernstige RSV-infecties met medisch consult was de werkzaamheid hoger bij latere vaccinatie: 57 procent bij vaccinatie tussen 24 en 30 weken en 78 procent bij vaccinatie tussen 30 en 36 weken. 

mResvia

De effectiviteit van mResvia is onderzocht in een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 2-3 studie tijdens één RSV-seizoen. Na een mediane follow-up van 3,7 maanden liet het vaccin een werkzaamheid zien van 83,7% tegen RSV-LRTD (respiratoire syncytiële virus-gerelateerde lagere-luchtweginfecties) met twee of meer symptomen. Voor drie of meer symptomen was de werkzaamheid 82,4%. Bij een aanvullende analyse na een mediane follow-up van 8,6 maanden was de werkzaamheid tegen RSV-LRTD met twee of meer symptomen 63,3% en voor drie of meer symptomen 63,0%, bij volwassenen van 60 jaar en ouder. De bescherming werd waargenomen tegen beide RSV-subtypen (A en B) en was over het algemeen consistent in verschillende subgroepen, ingedeeld op basis van leeftijd en bestaande aandoeningen (Wilson 2023).

Beschermingsduur en revaccinatie

Monoklonale antilichamen 

Beyfortus

Een enkele dosis van Beyfortus biedt effectieve bescherming gedurende het hele RSV-seizoen, wat meestal ongeveer 5 maanden is. 

Synagis

De beschermingsduur van Synagis is minimaal 1 maand. Gedurende het RSV-seizoen is maandelijkse hervaccinatie nodig, met maximaal 5 doses per RSV-seizoen. Deze 5 maandelijkse doses van Synagis zorgen voor serumconcentraties boven het gewenste minimum voor de meeste kinderen (Robbie 2012).

Vaccins

Arexvy

Na het toedienen van de 1e dosis bleef het vaccin effectief tijdens de periode van het 2e RSV-seizoen, maar de effectiviteit nam wel af in de loop van de tijd. Over drie seizoenen werd met één dosis Arexvy een cumulatieve effectiviteit bereikt van 62,9 procent (69,8 procent effectiviteit tegen RSV A-gerelateerde lagere-luchtweginfectie en 58,6 procent tegen RSV B-gerelateerde lagere-luchtweginfectie). De eenmalige dosis bood een effectiviteit van 82,6 procent in het eerste seizoen, die daalde tot 67,2 procent in het tweede seizoen en 48,0 procent in het derde seizoen. Ondanks deze afname bleef de bescherming in alle drie de seizoenen statistisch significant. Hervaccinatie één jaar na de eerste dosis resulteerde in een cumulatieve effectiviteit van 67,8 procent, wat vergelijkbaar is met de effectiviteit van een eenmalige vaccinatie (Ison 2025). 

Abrysvo

Aan personen van 60 jaar en ouder biedt Abrysvo bescherming tegen RSV-gerelateerde luchtweginfecties gedurende minstens twee RSV- seizoenen. Over twee RSV-seizoenen bleek de vaccinwerkzaamheid in subgroepen naar leeftijd en onderliggende aandoeningen consistent met de effectiviteit zoals gemeten na het eerste RSV-seizoen (Walsh, 2024). De noodzaak voor hervaccinatie kan dan nog niet vastgesteld worden. 

Abrysvo biedt zuigelingen, waarvan de moeders tussen week 24 en 36 van hun zwangerschap zijn gevaccineerd, bescherming tegen RSV-gerelateerde onderste-luchtwegaandoeningen gedurende de eerste 6 maanden na de geboorte. De bescherming tegen RSV-infecties is het hoogst binnen de eerste 90 dagen en blijft significant tot in ieder geval 180 dagen na geboorte. Er zijn nog geen data over revaccinatie bij volgende zwangerschappen.

mResvia

Aan personen van 60 jaar en ouder biedt mResvia bescherming tegen RSV-gerelateerde luchtweginfecties gedurende minstens het 1e seizoen. Er zijn nog niet voldoende gegevens bekend over een langere beschermingsduur. De noodzaak voor hervaccinatie kan dan ook nog niet vastgesteld worden. 

Literatuur

  • Athan, Eugene, et al. “Safety and Immunogenicity of Bivalent RSVpreF Vaccine Coadministered With Seasonal Inactivated Influenza Vaccine in Older Adults.” Clinical Infectious Diseases, vol. 78, no. 5, May 2024, pp. 1360–68. DOI.org (Crossref)https://doi.org/10.1093/cid/ciad707.
  • Beroepsinfectieziekte Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) /KIZA Kennissysteem Infectieziekten en Arbeid (Kennissysteem Infectieziekten en Arbeid ) https://www.kiza.beroepsziekten.nl/bahkaart/beroepsinfectieziekte-respiratoir-syncytieel-virus-rsv Geraadpleegd op 29 april 2024.
  • Boytchev, Hristio. “Maternal RSV Vaccine: Further Analysis Is Urged on Preterm Births.” BMJ, May 2023, p. p1021. DOI.org (Crossref)https://doi.org/10.1136/bmj.p1021.
  • Buynak, Robert, et al. “Randomized, Open-Label Phase 3 Study Evaluating Immunogenicity, Safety, and Reactogenicity of RSVPreF3 OA Coadministered with FLU-QIV-HD in Adults Aged ≥ 65.” Infectious Diseases and Therapy, vol. 13, no. 8, Aug. 2024, pp. 1789–805. DOI.org (Crossref)https://doi.org/10.1007/s40121-024-00985-4.
  • CBG College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen )/EMA. Samenvatting van de productkenmerken (SmPC) voor Beyfortus 2022. Beschikbaar via: Beyfortus, INN-nirsevimab. Geraadpleegd op 05 juni 2024.
  • CBG/EMA. Samenvatting van de productkenmerken (SmPC) voor Synagis 2009. Beschikbaar via: Synagis, INN-palivizumab. Geraadpleegd op 05 juni 2024.
  • CBG/EMA. Samenvatting van de productkenmerken (SmPC) voor Arexvy 2023. Beschikbaar via: Arexvy, INN-Respiratory Syncytial Virus (RSV) vaccine (recombinant, adjuvanted)Geraadpleegd op 05 juni 2024.
  • CBG/EMA. Samenvatting van de productkenmerken (SmPC) voor Abrysvo 2023. Beschikbaar via: Abrysvo, INN-respiratory syncytial virus vaccine (bivalent, recombinant). Geraadpleegd op 05 juni 2024.
  • CBG/EMA. Samenvatting van de productkenmerken (SmPC) voor mResvia 2024. Beschikbaar via: mRESVIA, INN-Respiratory Synctial Virus mRNA vaccine. Geraadpleegd op 30 oktober 2024.
  • Chandler, Reynaldo, et al. “2139. Immunogenicity, Reactogenicity and Safety of a Respiratory Syncytial Virus Prefusion F (RSVPreF3) Candidate Vaccine Co-Administered with the Seasonal Quadrivalent Influenza Vaccine in Older Adults.” Open Forum Infectious Diseases, vol. 9, no. Supplement_2, Dec. 2022, p. ofac492.1759. DOI.org (Crossref)https://doi.org/10.1093/ofid/ofac492.1759.
  • Clark, Rebecca, et al. “Safety and Immunogenicity of Respiratory Syncytial Virus Prefusion F Protein Vaccine When Co-Administered with Adjuvanted Seasonal Quadrivalent Influenza Vaccine in Older Adults: A Phase 3 Randomized Trial.” Clinical Infectious Diseases, Aug. 2024, p. ciae365. DOI.org (Crossref)https://doi.org/10.1093/cid/ciae365.
  • Gezondheidsraad. Advies immunisatie tegen RSV in eerste levensjaar. Den Haag 2024. Beschikbaar via: Advies Immunisatie tegen RSV in het eerste levensjaar
  • Clinicaltrials.gov. A Study to Evaluate the Safety and Efficacy of MEDI8897 for the Prevention of Medically Attended RSV LRTI in Healthy Late Preterm and Term Infants (MELODY). https://clinicaltrials.gov/ct2/show/NCT03979313.
  • Clinicaltrials.gov. A Study to Evaluate the Safety and Efficacy of MEDI8897 for the Prevention of Medically Attended RSV LRTI in Healthy Preterm Infants. (MEDI8897 Ph2b). https://clinicaltrials.gov/ct2/show/results/NCT02878330.
  • European Medicines Agency. Abrysvo - Risk Management Plan. 2023. https://www.ema.europa.eu/en/documents/rmp/abrysvo-epar-risk-management-plan_en.pdf
  • Ferguson, M., Schwarz, T. F., Nunez, S. A., Rodriguez-Garcia, J., Mital, M., Zala, C., . . . Group, R. O. A.-S. (2024). Noninferior Immunogenicity and Consistent Safety of Respiratory Syncytial Virus Prefusion F Protein Vaccine in Adults 50-59 Years Compared to >/=60 Years of Age. Clin Infect Dis, 79(4), 1074-1084. https://doi:10.1093/cid/ciae364
  • FDA. FDA Approves First Vaccine for Pregnant Individuals to Prevent RSV in Infants. https://www.fda.gov/news-events/press-announcements/fda-approves-first-vaccine-pregnant-individuals-prevent-rsv-infants.
  • Goswami J., et al. Safety and immunogenicity of mRNA-1345 RSV vaccine coadministered with an influenza or COVID-19 vaccine in adults aged 50 years or older: an observer-blinded, placebo-controlled, randomised, phase 3 trial. Lancet Infect Dis. 2025 Apr;25(4):411-423. https://doi: 10.1016/S1473-3099(24)00589-9. Epub 2024 Nov 25. PMID: 39608389.
  • Griffin P, MD et al. (2020). Single-Dose Nirsevimab for Prevention of RSV in Preterm Infants. NEJM 2020; 383: 415-425. DOI: 10.1056/NEJMoa1913556.
  • Hammitt, LL., et al. “Nirsevimab for Prevention of RSV in Healthy Late-Preterm and Term Infants.” New England Journal of Medicine, vol. 386, no. 9, Mar. 2022, pp. 837–46. DOI.org (Crossref)https://doi.org/10.1056/NEJMoa2110275.
  • Ison, M. G., Papi, A., Athan, E., Feldman, R. G., ….. for the AReSVi-006 Study Group , Efficacy and Safety of Respiratory Syncytial Virus (RSV) Prefusion F Protein Vaccine (RSVPreF3 OA) in Older Adults Over 2 RSV Seasons, Clinical Infectious Diseases, Volume 78, Issue 6, 15 June 2024, Pages 1732–1744, https://doi.org/10.1093/cid/ciae010
  • Ison, M. G., Papi, A., Athan, E., Feldman, R. G., … AReSVi-006 study group (2025). Efficacy, safety, and immunogenicity of the AS01E-adjuvanted respiratory syncytial virus prefusion F protein vaccine (RSVPreF3 OA) in older adults over three respiratory syncytial virus seasons (AReSVi-006): a multicentre, randomised, observer-blinded, placebo-controlled, phase 3 trial. The Lancet. Respiratory medicine13(6), 517–529. https://doi.org/10.1016/S2213-2600(25)00048-7
  • Muller, W. J., Madhi, S. A., Nuñez, B. S., Cots, M. B., Bosheva, M., Dagan, R., Hammitt, L. L., Llapur, C. J., Novoa, J. M., Llorens, X. S., Grenham, A., Kelly, E. J., Mankad, V. S., Shroff, M., Takas, T., Leach, A., & Villafana, T. (2023). Nirsevimab for Prevention of RSV in Term and Late-Preterm Infants. New England Journal Of Medicine388(16), 1533–1534. https://doi.org/10.1056/nejmc2214773
  • Peterson, James T., et al. “Safety and Immunogenicity of a Respiratory Syncytial Virus Prefusion F Vaccine When Coadministered With a Tetanus, Diphtheria, and Acellular Pertussis Vaccine.” The Journal of Infectious Diseases, vol. 225, no. 12, June 2022, pp. 2077–86. DOI.org (Crossref)https://doi.org/10.1093/infdis/jiab505.
  • Robbie, Gabriel J., et al. “Population Pharmacokinetics of Palivizumab, a Humanized Anti-Respiratory Syncytial Virus Monoclonal Antibody, in Adults and Children.” Antimicrobial Agents and Chemotherapy, vol. 56, no. 10, Oct. 2012, pp. 5431–5431. DOI.org (Crossref)https://doi.org/10.1128/AAC.01747-12.
  • IMpact-RSV Study Group. (1998). Palivizumab, a humanized respiratory syncytial virus monoclonal antibody, reduces hospitalization from respiratory syncytial virus infection in high-risk infants. *Pediatrics, 102*(3 Pt 1), 531-537.
  • Simões, E. a. F., Madhi, S. A., Muller, W. J., Atanasova, V., Bosheva, M., ……..Villafana, T. (2023). Efficacy of nirsevimab against respiratory syncytial virus lower respiratory tract infections in preterm and term infants, and pharmacokinetic extrapolation to infants with congenital heart disease and chronic lung disease: a pooled analysis of randomised controlled trials. The Lancet Child & Adolescent Health, 7(3), 180–189. https://doi.org/10.1016/s2352-4642(22)00321-2
  • Swathi, M. “Arexvy: A Comprehensive Review of the Respiratory Syncytial Virus Vaccine for Revolutionary Protection.” Viral Immunology, vol. 37, no. 1, Jan. 2024, pp. 12–15. DOI.org (Crossref), https://doi.org/10.1089/vim.2023.0093.
  • Walsh, E. E., Pérez Marc, G., Falsey, A. R., Jiang, Q.,… Gurtman, A. (2024). RENOIR Trial - RSVpreF Vaccine Efficacy over Two Seasons. The New England journal of medicine391(15), 1459–1460. https://doi.org/10.1056/NEJMc2311560
  • Wilson, Eleanor, et al. “Efficacy and Safety of an mRNA-Based RSV PreF Vaccine in Older Adults.” New England Journal of Medicine, vol. 389, no. 24, Dec. 2023, pp. 2233–44. DOI.org (Crossref)https://doi.org/10.1056/NEJMoa2307079.
  • Zorginstituut Nederland.(2021). Nirsevimab
    https://www.horizonscangeneesmiddelen.nl/geneesmiddelen/nirsevimab-infe…. Geraadpleegd op 12 april 2024.
  • Zorginstituut Nederland (z.d.). RS-virusvaccin
    https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/r/rs_virusvaccin.Geraadpleegd op 12 april 2024.

Overige richtlijnen waarnaar wordt verwezen zijn: