Tekenencefalitis Richtlijn

Centraaleuropese encefalitis (CEE)
'frühsommer'-meningo-encefalitis (FSME)
Russian spring-summer encephalitis (RSSE)
biphasic milk fever

Samenvatting

Verwekker: Tick-borne encephalitis virus (TBEV) 
Incubatieperiode: 2-34 dagen (meestal 7-14) dagen, gemiddeld 8 dagen. Na inname van besmette melk: 3-4 dagen.
Besmettingsweg: Tekenbeet. Ongepasteuriseerde melk.
Besmettelijke periode: Niet van toepassing, geen mens-op-mens transmissie.
Maatregelen: Vaccinatie op indicatie, tekenwerende maatregelen.
Symptomen: Asymptomatisch, milde griepachtige symptomen tot een ernstig neurologisch beeld. 

Doel en doelgroep

Deze richtlijn is ontwikkeld voor zorgprofessionals werkzaam binnen de infectieziektebestrijding. De primaire doelgroepen zijn GGD- en LCI-professionals. De richtlijn beschrijft duidelijke adviezen, taken en verantwoordelijkheden en vormt een basis voor het nemen van geïnformeerde beslissingen en het maken van beleid in de praktijk. De zorgprofessional kan de richtlijn ook gebruiken voor het bijhouden en vergaren van kennis. De uitvoering van de richtlijn overstijgt institutionele en professionele domeingrenzen en is bedoeld voor het gebruik binnen diverse sectoren van de gezondheidszorg. Voor meer informatie zie Totstandkoming LCI-richtlijnen

Ziekte & Besmettelijkheid

Verwekker

Het Tick-borne encephalitis virus (TBEV) is de verwekker van tekenencefalitis (Tick-borne encephalitis, TBE). Het virus wordt overgedragen door geïnfecteerde teken. In mindere mate kan het virus ook via ongepasteuriseerde besmette melkproducten worden overgedragen. De drie meest relevante subtypes van het TBEV zijn (Dobler 2012, Thomas 2020):

  • het Europese subtype (TBEV-Eur)
  • het Siberische subtype (TBEV-Sib)
  • het Verre Oosten of Far Eastern subtype (TBEV-FE)

In Nederland en Centraal-Europa komt alleen het subtype TBEV-Eur voor. Het subtype TBEV-FE en TBEV-Sib komt voor in Rusland en omringende landen (Kunze 2022).

TBEV is een enkelstrengs RNA-virus. Het behoort tot de familie van de Flaviviridae, genus Orthoflavivirus (Król 2024). Andere bekende virussen uit deze genus zijn het gelekoortsvirus, het Japanse-encefalitisvirus, westnijlvirus en het denguevirus (Dobler 2012, Heinz 2003, Thomas). Deze verwantschap kan diagnostiek compliceren door kruisreactiviteit (Thomas 2020).

De ziekte tickborne-encephalitis heeft verschillende namen, afhankelijk van o.a. het virus subtype en de regio. Voorbeelden zijn ‘frühsommer’-meningo-encefalitis (FSME), Centraaleuropese encefalitis (CEE) Russian spring-summer encephalitis (RSSE) en biphasic milk fever (Dobler 2012, Thomas 2020).

Pathogenese

TBEV komt het lichaam doorgaans binnen via het speeksel van een geïnfecteerde teek. Macrofagen transporteren het virus naar regionale lymfeklieren. Daar vindt replicatie plaats. Het virus verspreidt zich vervolgens via de bloedbaan naar o.a. de milt, lever en het beenmerg (Haglund 2003, Pustijanac 2023). Deze viremische fase kan gepaard gaan met griepachtige symptomen. Tijdens deze viremie passeert het virus de bloed-hersenbarrière. Tussen de griepachtige symptomen en het moment dat het virus symptomen veroorzaakt in het centrale zenuwstelsel, kan een periode zonder symptomen optreden (bifasisch verloop). De infectie van het centraal zenuwstelsel veroorzaakt celdood van neuronen (Pustijanac 2023, Thomas 2020).

Incubatieperiode

De incubatieperiode is meestal 7-14 dagen (spreiding van 2-34) (Czupryna 2011, de Graaf 2016, Henningsson 2016, Kaiser 1999).

Na inname van gecontamineerde melkproducten is de gemiddelde incubatietijd korter: 3-4 dagen (Elbaz 2022, Hudopisk 2013). Van de geïnfecteerden via melkproducten heeft 90% een incubatietijd van minder dan twee weken (Elbaz 2022).

Ziekteverschijnselen

Een infectie met TBEV verloopt meestal asymptomatisch of kan variëren van milde griepachtige symptomen tot een ernstig neurologisch beeld. Het is niet precies bekend hoe vaak de ziekte asymptomatisch, met milde klachten of ernstiger verloopt. Internationale instanties schatten het percentage asymptomatische infecties tussen de 33-75% (ECDC 2024b, Hills 2023, Thomas 2020). Er zijn aanwijzingen vanuit serologische studies dat slechts 2-3% van de TBEV-infecties zich als neurologische ziekte manifesteert (Albinsson 2024, Euringer 2023). 

Bij het ontstaan van ziekteverschijnselen, kan dit verlopen in twee fasen (bifasisch) of enkelvoudige fase. De meeste data in de literatuur over ziekteverschijnselen betreffen doorgaans ernstig zieke patiënten opgenomen in het ziekenhuis met het Europese subtype. Bij deze groep verloopt de ziekte in 66-77% bifasisch (Elbaz 2022, Kaiser 1999, Kohlmaier 2021). 

Bifasisch beloop

De eerste fase wordt gekenmerkt door een aspecifiek griepachtig beeld met koorts, vermoeidheid, malaise, hoofdpijn en spierpijn. Deze fase duurt meestal 4 dagen (1-7) (Kaiser 1999). Dit wordt gevolgd door een periode zonder klachten van gemiddeld 7 dagen (range 1-33) (Kaiser 1999, Nygren 2023a). 

De tweede fase wordt gekenmerkt door neurologische symptomen zoals meningitis, meningo-encefalitis en meningo-encefalomyelitis (Czupryna 2011, Kaiser 1999, Kohlmaier 2021, Schuler 2014). Symptomen zijn veranderde mentale toestand, verminderd cognitief functioneren (zoals concentratie- en geheugenproblemen), coördinatiestoornissen, spierstijfheid, trillingen en uitval van hersenzenuwen en ledematen (Czupryna 2011, Kaiser 1999, Kohlmaier 2021).

Beloop bij een enkelvoudige fase

In gevallen met een enkelvoudige fase kan de presentatie variëren van een griepachtig beeld, een neurologisch beeld of een combinatie van beide (Bogovič 2022, Nygren 2023a). 

Restverschijnselen

In een multicenterstudie in Europa werd ongeveer 60% van de opgenomen patiënten met neurologische symptomen uit het ziekenhuis ontslagen met resterende klachten. Er werd verwacht dat ongeveer de helft hiervan zou herstellen (Kohlmaier 2021). Dit komt overeen met andere studies waarin 20-35% van de patiënten restverschijnselen hadden (Czupryna 2018, Mickiene 2002, Nygren 2023b). 

Bij patiënten met een vastgestelde TBEV-Eur infectie is de kans op overlijden ongeveer 0,4-1,5% (Hellenbrand 2019, Kaiser 1999, Kohlmaier 2021). Er zijn aanwijzingen dat infecties met TBEV-Sib en TBEV-FE een ander, ernstiger, beloop kunnen hebben dan met TBEV-Eur (Poponnikova 2006, Ternovoi 2003).

Natuurlijke immuniteit

De bescherming na een doorgemaakte TBEV-infectie wordt beschouwd als levenslang (Dumpis 1999, Hills 2023). Tot op heden (november 2024) zijn er geen gevallen beschreven van herinfecties.

Zwangerschap

Natuurlijke immuniteit bij zwangerschap

Er zijn aanwijzingen dat er overdracht is van antistoffen van moeder op kind (Bjonholm 2022, Eder 2003). Het is niet duidelijk of en eventueel hoelang dit bescherming biedt voor het kind.

Reservoir

Kleine knaagdieren vormen het belangrijkste dierlijke reservoir. Grotere zoogdieren, zoals herten, wilde zwijnen, schapen, runderen en geiten, kunnen ook geïnfecteerd worden (ECDC 2024b, Elbaz 2022). Mensen zijn incidentele gastheren en eindgastheer (ECDC 2024b).

Teken fungeren als vector en zijn zelf ook reservoir van TBEV (Lindquist 2008). De in Nederland voorkomende tekensoort Ixodes ricinus (schapenteek) is de belangrijkste vector van TBEV-Eur. De tekensoort Ixodes persulcatus (taigateek) is de belangrijkste vector voor TBEV-FE en TBEV-Sib (Lindquist 2008). Deze teek komt niet in Nederland voor. 

Besmettingsweg

Tekenbeten

Besmetting via een tekenbeet is de belangrijkste transmissieroute. TBEV wordt via het speeksel van een geïnfecteerde teek overgedragen (Lindquist 2008). In de literatuur is niet beschreven hoe snel de overdracht van TBEV naar de mens plaatsvindt. Volgens expertconsensus wordt TBEV veel sneller overgedragen dan de ziekte van Lyme. In muizen is aangetoond dat de overdracht van TBEV kan plaatsvinden binnen een uur na de beet (Alekseev 1996).

Ongeveer 60-70% van de individuen gediagnosticeerd met TBE herinnert zich een tekenbeet (Kaiser 1999, Kohlmaier 2021, Krbková 2015).

Ongepasteuriseerde melkproducten

Besmetting kan ook plaatsvinden door inname van producten met ongepasteuriseerde besmette melk van geïnfecteerde koeien, geiten en schapen (Elbaz 2022, Martello 2022). Een meta-analyse beschrijft voedselgerelateerde uitbraken met 410 gevallen tussen 1980 en 2021. De meeste uitbraken vonden plaats in Centraal- en Oost-Europa tijdens de zomermaanden en meestal waren besmette geitenmelk(producten) de bron (Elbaz 2022).

Incidentele besmettingsroutes 

Er zijn incidentele TBEV-infecties beschreven via bloedtransfusies (Wahlberg 1989), orgaantransplantatie (Lipowski 2017) en waarschijnlijk via borstvoeding (Kerlik 2022). Er worden ook enkele infecties beschreven via laboratoriumwerkzaamheden, allemaal voor 1992 (Avšič-Zupanč 1995, Wahlberg 1989). Hierbij worden aerosolen als potentiële besmettingsroute genoemd.

Besmettelijke periode

Overdracht van mens op mens komt in principe niet voor (Martello 2022). Een uitzondering hierop is transmissie via bloedtransfusie en orgaantransplantatie, wat incidenteel beschreven is. Hiervan is geen besmettelijke periode bekend.

Zwangerschap

Perinatale overdracht

Er zijn geen studies die de overdracht van TBEV van moeder op kind tijdens de zwangerschap beschrijven (Martello 2022). Er is wel casuïstiek beschreven waarbij TBEV mogelijk via moedermelk van moeder op kind werd overgedragen (Kerlik 2022).

Besmettelijkheid

In principe wordt het virus niet overgedragen via oppervlakken of via de lucht. Mogelijke uitzonderingen doen zich voor bij laboratoriumwerkzaamheden, waarbij hoge concentraties van het virus worden gekweekt. In laboratorium- en/of gecontroleerde omstandigheden is TBEV gevoelig voor verhitting, blootstelling aan UV-licht, een lage pH en verschillende desinfectiemiddelen (Wiesner 2023).

Diagnostiek

Diagnostiek

De diagnose TBE is gebaseerd op:

  • epidemiologie (endemisch gebied, positieve anamnese voor tekenbeten);
  • klinisch beeld (niet specifiek);
  • serologie: IgM en IgG in serum en liquor.

Microbiologische diagnostiek

De gouden standaard in de diagnostiek van TBE is het aantonen van IgM- en IgG-TBE-specifieke antilichamen door middel van enzyme-linked immunosorbent assay (ELISA). IgM-antilichamen zijn soms tot maanden na de infectie te detecteren, terwijl IgG-antilichamen levenslang aanwezig zijn (Holzmann 2003). In geval van andere flaviviruscontacten (vaccinatie tegen gele koorts of Japanse encefalitis, denguevirusinfectie) is het noodzakelijk om een neutralisatieassay te verrichten in verband met flavivirussen cross-reactiviteit van de ELISA. In de eerste fase van de ziekte is het mogelijk om het virus in het bloed te isoleren. In fatale gevallen kan het virus geïsoleerd worden in de hersenen en in andere organen door reverse transcriptase polymerase chain reaction (RT-PCR) (Holzmann 2003). Het diagnostisch onderzoek kan verricht worden bij het WHO Reference and Research Centre for Arboviruses and Hemorrhagic Fever Viruses, Erasmus MC, Afdeling Virologie, Rotterdam.

Overige diagnostiek

In het algemeen van beperkte waarde, inclusief MRI en SPECT (Dumpis 1999, Holzmann 2003).

 

Risicogroepen

Verhoogde kans op infectie

In Nederland worden tekenbeten het meest opgelopen tijdens buitenactiviteiten zoals wandelen en werken in de tuin (Mulder 2013). Personen met (vrijwilligers)werk ‘in het groen’ lopen meer risico op tekenbeten (Gezondheidsraad 2023, Schielein 2022). Zie ook ‘Arbeidsgerelateerde risicogroepen’. 

Patiënten zijn vaker man (verhouding man-vrouw: 3:2) en in de leeftijd tussen de 45-64 jaar (ECDC 2024a, Hellenbrand 2019). De verklaring die de rapporterende ECDC hiervoor gaf is dat deze groep meer blootstelling aan tekenbeten heeft tijdens buitenactiviteiten met werk of vrijetijdsbesteding (ECDC 2024a). Een andere mogelijke verklaring die werd gegeven is dat vrouwen mogelijk een hogere risicoperceptie hebben, mogelijk meer kennis hebben over tekenoverdraagbare ziektes en meer geneigd zouden zijn beschermende maatregelen te nemen om tekenbeten te voorkomen (ECDC 2024a, Jepsen 2019, Slunge 2018, Slunge 2019).

Risicosituaties

De kans om tekenbeten op te lopen in stedelijk gebied is waarschijnlijk lager dan op het platteland of in natuurgebieden (Oechslin 2017, Schielein 2022). Dit hangt onder meer samen met de aanwezige, lokale dichtheid van teken. Teken leven op de bodem, in de oppervlakkige strooisellaag van vochtige, dode bladeren. Ze leven niet in kaal zand of plekken zonder strooisellaag, zoals midden op een bospad of grasveld in een park. Een hogere kans op tekenbeten treedt voornamelijk op bij verlaten van de paden in bossen en parken.

De meeste tekenbeten, en daarmee TBEV-infecties, komen voor in de warmere maanden met een piek rond juni-juli (spreiding maart tot en met november) (Hellenbrand 2019, RIVM 2020). Dat wordt verklaard doordat teken actiever zijn in deze periode en omdat mensen dan veel in de natuur zijn. Voor het oplopen van TBEV-infectie moet een teek het TBEV bij zich dragen. Voor gebieden waar teken TBEV bij zich dragen, zie ‘Epidemiologie’.

Verhoogde kans op ernstig beloop

Een ernstiger beloop van TBE wordt gezien bij de volgende groepen:

  • Personen met een hogere leeftijd (Hellenbrand 2019, Radzišauskienė 2020, Schuler 2014). De mortaliteit was 2,1% bij personen ≥70 jaar ten opzichte van 0,4% (alle leeftijden) in een studie uit Duitsland onder meldingsplichtige patiënten (n=6063) (Hellenbrand 2019).
  • Personen met cormorbiditeiten (o.a. hypertensie, diabetes mellitus) (Bogovič 2018, Lenhard 2016, Nygren 2023a, Radzišauskienė 2020).
  • Personen die zich presenteren met een neurologisch beeld, zonder een voorafgaande griepachtige fase (niet bifasisch verloop) (Nygren 2023a, Radzišauskienė 2020).
     

Er zijn enkele casestudies beschreven van TBE bij zwangeren (Bjonholm 2022, Divé 2020, Kepková 2023, Weinmayr 2020). Hieruit kunnen geen definitieve conclusies worden getrokken over het beloop bij zwangeren. In deze casestudies werden geen afwijkingen bij de pasgeborene gevonden.

Epidemiologie

Verspreiding in de wereld

TBEV komt voor van West- en Noord-Europa (ECDC 2024a) tot aan Noord- en Oost-Azië (Yoshii 2017, Dai 2018). CDC biedt een situatieschets van de gebieden waar TBEV voorkomt. TBEV komt niet voor in de VS. 

In Europa gaat het met name om het subtype TBEV-Eur. De subtypes TBEV-Sib en TBEV-FE komen voor in Rusland en omringende landen zoals Finland en de Baltische staten (Kunze 2022).

Bij de ECDC werden in 2022 in totaal 3650 patiënten met TBE gemeld waarvan het grootste gedeelte lokaal werd opgelopen (97,7%). Slechts 2,3% was opgelopen tijdens reizen. De hoogste incidentie in 2022 was in Litouwen (13,4/100.000), Estland (10,5/100.000) en Tsjechië (6.7/100.000). Landen met het hoogste aantal TBE meldingen zijn Tsjechië (n=709), Duitsland (n=554) en Zweden (n=465 meldingen) (ECDC 2024a).

In Oostenrijk wordt in het nationaal vaccinatieprogramma aangeraden om te vaccineren tegen TBE (Fischer 2024). Een studie naar de incidentie sinds het invoeren van een TBE-vaccinatie in het nationaal vaccinatieprogramma in Oostenrijk laat een daling in TBE-incidentie zien: van 5,7/100.000 in de jaren 1972-1981 naar 0,9/100.000 in de jaren 2002-2011 (Heinz 2013). 

Klimaatverandering, omgevingsverandering en afname in biodiversiteit hebben op verschillende manieren invloed op de aanwezigheid van teken en hun leefgebied (Cunze 2022). De verwachting is o.a. dat mildere winters en warmere lentes het tekenseizoen zullen verlengen (Gray 2009).

Voorkomen in Nederland

In Nederland was er tot 2016 geen bewijs voor de aanwezigheid van TBEV (van der Poel 2005). In 2016 werden monsters afgenomen bij reeën (verzameld in 2010), waarbij serologische aanwijzingen werden gevonden voor infectie met TBEV. In 2016 werd ook de eerste patiënt gemeld met een autochtone TBEV-infectie (Weststrate 2017). Tussen 2016 en juni 2024 zijn er 23 patiënten gemeld die tekenencefalitis hebben opgelopen in Nederland (Bos 2025). TBEV is in het merendeel van de Nederlandse provincies gevonden. Aangenomen wordt dat TBEV in dierlijke reservoirs en teken in heel Nederland kan voorkomen.

TBEV komt in Nederland weinig voor, er zijn slechts een paar meldingen per jaar. In gebieden waar TBEV is gevonden, waren ongeveer 1 op 1500 teken besmet met dit virus (Esser 2022). Dat is veel minder dan bijvoorbeeld de bacterie Borrelia burgdorferi, die de ziekte van Lyme veroorzaakt (ter vergelijking: B. burgdorferi wordt gevonden in ongeveer in één op de vijf teken, zie ook de RIVM-pagina over de ziekte van Lyme)

Meer informatie kunt u vinden via de VZinfo-pagina Atlasinfectieziekten en op de RIVM-publieksinformatiepagina Tekenencefalitis (TBE).

Preventie

Immunisatie

Actieve immunisatie

Tekenencefalitisvaccinatie heeft als doel ziekte te voorkomen veroorzaakt door het tick-borne encephalitis (TBE)-virus. Voor de indicaties voor TBE-vaccinatie, de geregistreerde vaccins, eigenschappen, contra-indicaties, vaccinatieschema’s en werkingsduur, zie de factsheet TBE-vaccinatie. Zie ook Vaccinatie voor werknemers

Passieve immunisatie

TBEV-immunoglobuline voor postexpositieprofylaxe is niet meer verkrijgbaar. Het heeft een ongunstige invloed op het ziektebeloop en wordt niet meer gegeven (Arras 1996, Dumpis 1999, Kluger 1995, Waldvogel 1996). In Rusland en Kazachstan werd het in 2019 nog wel gebruikt ter preventie en behandeling (Ruzek 2019).

Algemene preventieve maatregelen

Consumptie van ongepasteuriseerde melk(producten) moet worden vermeden (Dumpis 1999).

Adviezen voor het algemene publiek, ter voorkoming van een tekenbeet in endemische gebieden tijdens het ‘tekenseizoen’, zijn:

  • Blijf op de paden en vermijd contact met hoog gras of laag struikgewas.
  • Draag bedekkende kleding (lange broek, broekspijpen in de sokken, stevige schoenen).
  • Smeer de onbedekte huid in met insectenwerende producten die DEET bevatten. Bij het gebruik van middelen die DEET bevatten is voorzichtigheid geboden bij excessief gebruik. Deze middelen kunnen schadelijk zijn voor het zenuwstelsel (Nentwig 2003). Smeer broek/sokken in met DEET of draag eventueel met permetrine geïmpregneerde kleding.
  • Kampeer niet aan de bosrand, niet langs de omzoming van de camping.
     

Adviezen na een beet ter voorkoming van overdracht van micro-organismen zijn:

  • Onderzoek aan het einde van de dag elkaars lichaam op teken. Een groot deel van de tekenbeten blijft onopgemerkt door de analgetische stoffen in het speeksel van de teek. De voorkeursplaatsen voor de tekenbeten zijn liezen en externe genitalia, knieholten en bij kinderen de nek en achter de oren (Gammons 2002).
  • Verwijder de teek zo snel mogelijk.
  • Verwijder de teek door met een fijnpuntig pincet of speciale ‘tekentang’ de 'kop' dichtbij de huid vast te pakken en los te trekken, zonder de teek vooraf te ‘behandelen’ met chemicaliën (Gammons 2002).
  • Brand de teek niet uit, gebruik geen olie of andere chemicaliën om de teek te verdoven.
  • Desinfecteer na het verwijderen de beetplaats met jodiumtinctuur of alcohol 70%.
  • Noteer de datum, de plaats op het lichaam en het gebied waar de tekenbeet is opgelopen.
  • Ga met klachten naar een arts.

Reiniging, desinfectie en sterilisatie

Niet van toepassing voor de GGD.

Maatregelen

Meldingsplicht

Geen.

Bronopsporing

Door middel van een casusregister houdt het RIVM bij hoeveel patiënten in Nederland tekenencefalitis hebben. De LCI zal aan de GGD vragen om een vragenlijst (zie bijlage TBE-vragenlijst) bij Nederlandse patiënten met tekenencefalitis af te nemen.

Contactonderzoek

Niet nodig.

Maatregelen ten aanzien van patiënt en contacten

Geen.

Wering van werk, school of kinderdagverblijf

Niet zinvol. Tekenencefalitis is niet van mens op mens overdraagbaar.

Profylaxe & Behandeling

Profylaxe

Geen.

Behandeling

Er bestaat geen specifieke antivirale therapie. De behandeling is symptomatisch en ondersteunend (ECDC 2024b, Thomas 2020).

Literatuur

  • Albinsson B, Hoffman T, Kolstad L, Bergström T, Bogdanovic G, Heydecke A, et al. Seroprevalence of tick-borne encephalitis virus and vaccination coverage of tick-borne encephalitis, Sweden, 2018 to 2019. Euro Surveill. 2024;29(2). https://doi.org/10.2807/1560-7917.Es.2024.29.2.2300221
  • Alekseev AN, Burenkova LA, Vasilieva IS, Dubinina HV, Chunikhin SP. Preliminary studies on virus and spirochete accumulation in the cement plug of ixodid ticks. Exp Appl Acarol. 1996;20(12):713-23. https://doi.org/10.1007/bf00051556 
  • Arras C, Fescharek R, Gregersen JP. Do specific hyperimmunoglobulins aggravate clinical course of tick-borne encephalitis? Lancet. 1996;347(9011):1331. https://doi.org/10.1016/s0140-6736(96)90977-0 
  • Avsic-Zupanc T, Poljak M, Maticic M, Radsel-Medvescek A, LeDuc JW, Stiasny K, et al. Laboratory acquired tick-borne meningoencephalitis: characterisation of virus strains. Clin Diagn Virol. 1995;4(1):51-9. https://doi.org/10.1016/0928-0197(94)00062-y 
  • Bjonholm E, Soderholm S, Stephansson O, Askling HH. Tick-borne encephalitis in pregnant women: A mini narrative review. New Microbes New Infect. 2022;48:101017. https://doi.org/10.1016/j.nmni.2022.101017 
  • Bogovič P, Kastrin A, Lotrič-Furlan S, Ogrinc K, Županc TA, Korva M, et al. Clinical and Laboratory Characteristics and Outcome of Illness Caused by Tick-Borne Encephalitis Virus without Central Nervous System Involvement. Emerg Infect Dis. 2022;28(2):291-301. https://doi.org/10.3201/eid2802.211661 
  • Bogovič P, Lotrič-Furlan S, Avšič-Županc T, Lusa L, Strle F. Factors associated with severity of tick-borne encephalitis: A prospective observational study. Travel Med Infect Dis. 2018;26:25-31. https://doi.org/10.1016/j.tmaid.2018.10.003 
  • Bos JC, de Boer P, Franz E. Staat van Infectieziekten in Nederland, 2023. RIVM. 2025. https://doi.org/10.21945/RIVM-2024-0135
  • Cunze S, Glock G, Kochmann J, Klimpel S. Ticks on the move-climate change-induced range shifts of three tick species in Europe: current and future habitat suitability for Ixodes ricinus in comparison with Dermacentor reticulatus and Dermacentor marginatus. Parasitol Res. 2022;121(8):2241-52. https://doi.org/10.1007/s00436-022-07556-x 
  • Czupryna P, Grygorczuk S, Krawczuk K, Pancewicz S, Zajkowska J, Dunaj J, et al. Sequelae of tick-borne encephalitis in retrospective analysis of 1072 patients. Epidemiol Infect. 2018;146(13):1663-70. https://doi.org/10.1017/s0950268818002005 
  • Czupryna P, Moniuszko A, Pancewicz SA, Grygorczuk S, Kondrusik M, Zajkowska J. Tick-borne encephalitis in Poland in years 1993-2008--epidemiology and clinical presentation. A retrospective study of 687 patients. Eur J Neurol. 2011;18(5):673-9. https://doi.org/10.1111/j.1468-1331.2010.03278.x
  • Dai X, Shang G, Lu S, Yang J, Xu J. A new subtype of eastern tick-borne encephalitis virus discovered in Qinghai-Tibet Plateau, China. Emerg Microbes Infect. 2018;7(1):74. https://doi.org/10.1038/s41426-018-0081-6 
  • de Graaf JA, Reimerink JH, Voorn GP, Bij de Vaate EA, de Vries A, Rockx B, et al. First human case of tick-borne encephalitis virus infection acquired in the Netherlands, July 2016. Euro Surveill. 2016;21(33). https://doi.org/10.2807/1560-7917.Es.2016.21.33.30318 
  • Divé I, Veje M, Dobler G, Bergström T, Buxmann H, Paul B, et al. Tick-borne encephalitis virus (TBEV) infection in pregnancy: Absence of virus transmission to the fetuses despite severe maternal disease - A case study. Ticks Tick Borne Dis. 2020;11(5):101491. https://doi.org/10.1016/j.ttbdis.2020.101491 
  • Dobler G, Gniel D, Petermann R, Pfeffer M. Epidemiology and distribution of tick-borne encephalitis. Wien Med Wochenschr. 2012;162(11-12):230-8. https://doi.org/10.1007/s10354-012-0100-5 
  • Dumpis U, Crook D, Oksi J. Tick-borne encephalitis. Clin Infect Dis. 1999;28(4):882-90. https://doi.org/10.1086/515195 
  • ECDC. Annual epidemiological report for 2022. Stockholm: European Centre for Disease Prevention and Control; 2024a. Beschikbaar via: https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/tick-borne-encephalitis-annual-epidemiological-report-2022.
  • ECDC. Factsheet about tick-borne encephalitis (TBE). ECDC; 2024b. Beschikbaar via: https://www.ecdc.europa.eu/en/tick-borne-encephalitis/facts/factsheet.
  • Eder G, Kollaritsch H. Antigen dependent adverse reactions and seroconversion of a tick-borne encephalitis vaccine in children. Vaccine. 2003;21(25-26):3575-83. https://doi.org/10.1016/s0264-410x(03)00422-5 
  • Elbaz M, Gadoth A, Shepshelovich D, Shasha D, Rudoler N, Paran Y. Systematic Review and Meta-analysis of Foodborne Tick-Borne Encephalitis, Europe, 1980-2021. Emerg Infect Dis. 2022;28(10):1945-54. https://doi.org/10.3201/eid2810.220498 
  • Esser HJ, Lim SM, de Vries A, Sprong H, Dekker DJ, Pascoe EL, et al. Continued Circulation of Tick-Borne Encephalitis Virus Variants and Detection of Novel Transmission Foci, the Netherlands. Emerg Infect Dis. 2022;28(12):2416-24. https://doi.org/10.3201/eid2812.220552
  • Euringer K, Girl P, Kaier K, Peilstöcker J, Schmidt M, Müller-Steinhardt M, et al. Tick-borne encephalitis virus IgG antibody surveillance: vaccination- and infection-induced seroprevalences, south-western Germany, 2021. Euro Surveill. 2023;28(12). https://doi.org/10.2807/1560-7917.Es.2023.28.12.2200408
  • Fischer; K, Ursula Karnthaler J-PK, Daniela Kohlfürst, Herwig Kollaritsch, , Michael Kundi GP, Maria Paulke-Korinek, Daniela Philadelphy, Albrecht , Prieler KR, Monika Redlberger-Fritz, Marton Széll, Barbara Tucek, Ursula , Wiedermann-Schmidt KZ. Impfplan Österreich 2023/2024. Wenen: Bundesministerium für Soziales, Gesundheit, Pflege und Konsumentenschutz (BMSGPK),; 2024. Beschikbaar via: https://www.sozialministerium.at/dam/jcr:32a90bf4-6728-432e-ae5b-f52bd07c25c0/Impfplan_%C3%96sterreich_2023_2024_Version_2.0_vom_14.5.2024_pdfUA.pdf.
  • Gammons M, Salam G. Tick removal. Am Fam Physician. 2002;66(4):643-5. 
  • Gezondheidsraad. Vaccinatie van werknemers: tekenencefalitis. Den Haag: Gezondheidsraad; 2023. 
  • Gray JS, Dautel H, Estrada-Peña A, Kahl O, Lindgren E. Effects of climate change on ticks and tick-borne diseases in europe. Interdiscip Perspect Infect Dis. 2009;2009:593232. https://doi.org/10.1155/2009/593232 
  • Haglund M, Günther G. Tick-borne encephalitis--pathogenesis, clinical course and long-term follow-up. Vaccine. 2003;21 Suppl 1:S11-8. https://doi.org/10.1016/s0264-410x(02)00811-3 
  • Heinz FX. Molecular aspects of TBE virus research. Vaccine. 2003;21 Suppl 1:S3-s10. https://doi.org/10.1016/s0264-410x(02)00820-4 
  • Heinz FX, Stiasny K, Holzmann H, Grgic-Vitek M, Kriz B, Essl A, Kundi M. Vaccination and tick-borne encephalitis, central Europe. Emerg Infect Dis. 2013;19(1):69-76. https://doi.org/10.3201/eid1901.120458 
  • Hellenbrand W, Kreusch T, Böhmer MM, Wagner-Wiening C, Dobler G, Wichmann O, Altmann D. Epidemiology of Tick-Borne Encephalitis (TBE) in Germany, 2001⁻2018. Pathogens. 2019;8(2). https://doi.org/10.3390/pathogens8020042 
  • Henningsson AJ, Lindqvist R, Norberg P, Lindblom P, Roth A, Forsberg P, et al. Human Tick-Borne Encephalitis and Characterization of Virus from Biting Tick. Emerg Infect Dis. 2016;22(8):1485-7. https://doi.org/10.3201/eid2208.151962
  • Hills SL, Poehling KA, Chen WH, Staples JE. Tick-Borne Encephalitis Vaccine: Recommendations of the Advisory Committee on Immunization Practices, United States, 2023. MMWR Recomm Rep. 2023;72(5):1-29. https://doi.org/10.15585/mmwr.rr7205a1 
  • Hofhuis A, Bennema S, Harms M, van Vliet AJ, Takken W, van den Wijngaard CC, et al. Decrease in tick bite consultations and stabilization of early Lyme borreliosis in the Netherlands in 2014 after 15 years of continuous increase. BMC Public Health. 2016;16:425. https://doi.org/10.1186/s12889-016-3105-y 
  • Hofhuis A, van de Kassteele J, Sprong H, van den Wijngaard CC, Harms MG, Fonville M, et al. Predicting the risk of Lyme borreliosis after a tick bite, using a structural equation model. PLoS One. 2017;12(7):e0181807. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0181807
  • Holzmann H. Review article. Diagnosis of tick-borne encephalitis. Vaccine 2003; S36-S40.
  • Hudopisk N, Korva M, Janet E, Simetinger M, Grgič-Vitek M, Gubenšek J, et al. Tick-borne encephalitis associated with consumption of raw goat milk, Slovenia, 2012. Emerg Infect Dis. 2013;19(5):806-8. https://doi.org/10.3201/eid1905.121442 
  • Jepsen MT, Jokelainen P, Jore S, Boman A, Slunge D, Krogfelt KA. Protective practices against tick bites in Denmark, Norway and Sweden: a questionnaire-based study. BMC Public Health. 2019;19(1):1344. https://doi.org/10.1186/s12889-019-7613-4 
  • Kaiser R. The clinical and epidemiological profile of tick-borne encephalitis in southern Germany 1994-98: a prospective study of 656 patients. Brain. 1999;122 ( Pt 11):2067-78. https://doi.org/10.1093/brain/122.11.2067 
  • Kepková M. Tick-borne encephalitis in pregnancy. Ceska Gynekol. 2023;88(2):106-9. https://doi.org/10.48095/cccg2023106 (Klíšťová encefalitida v graviditě.) 
  • Kerlik J, Avdičová M, Musilová M, Bérešová J, Mezencev R. Breast Milk as Route of Tick-Borne Encephalitis Virus Transmission from Mother to Infant. Emerg Infect Dis. 2022;28(5):1060-1. https://doi.org/10.3201/eid2805.212457 
  • Kluger G, Schöttler A, Waldvogel K, Nadal D, Hinrichs W, Wündisch GF, Laub MC. Tickborne encephalitis despite specific immunoglobulin prophylaxis. Lancet. 1995;346(8988):1502. https://doi.org/10.1016/s0140-6736(95)92527-9 
  • Kohlmaier B, Schweintzger NA, Sagmeister MG, Švendová V, Kohlfürst DS, Sonnleitner A, et al. Clinical Characteristics of Patients with Tick-Borne Encephalitis (TBE): A European Multicentre Study from 2010 to 2017. Microorganisms. 2021;9(7). https://doi.org/10.3390/microorganisms9071420
  • Krbková L, Štroblová H, Bednářová J. Clinical course and sequelae for tick-borne encephalitis among children in South Moravia (Czech Republic). Eur J Pediatr. 2015;174(4):449-58. https://doi.org/10.1007/s00431-014-2401-8 
  • Król N, Chitimia-Dobler L, Dobler G, Kiewra D, Czułowska A, Obiegala A, et al. Identification of New Microfoci and Genetic Characterization of Tick-Borne Encephalitis Virus Isolates from Eastern Germany and Western Poland. Viruses. 2024;16(4). https://doi.org/10.3390/v16040637
  • Kunze M, Banović P, Bogovič P, Briciu V, Čivljak R, Dobler G, et al. Recommendations to Improve Tick-Borne Encephalitis Surveillance and Vaccine Uptake in Europe. Microorganisms. 2022;10(7). https://doi.org/10.3390/microorganisms10071283 
  • Lenhard T, Ott D, Jakob NJ, Pham M, Bäumer P, Martinez-Torres F, et al. Predictors, Neuroimaging Characteristics and Long-Term Outcome of Severe European Tick-Borne Encephalitis: A Prospective Cohort Study. PLoS One. 2016;11(4):e0154143. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0154143 
  • Lindquist L, Vapalahti O. Tick-borne encephalitis. Lancet. 2008;371(9627):1861-71. https://doi.org/10.1016/s0140-6736(08)60800-4 
  • Lipowski D, Popiel M, Perlejewski K, Nakamura S, Bukowska-Osko I, Rzadkiewicz E, et al. A Cluster of Fatal Tick-borne Encephalitis Virus Infection in Organ Transplant Setting. J Infect Dis. 2017;215(6):896-901. https://doi.org/10.1093/infdis/jix040 
  • Martello E, Gillingham EL, Phalkey R, Vardavas C, Nikitara K, Bakonyi T, et al. Systematic review on the non-vectorial transmission of Tick-borne encephalitis virus (TBEv). Ticks Tick Borne Dis. 2022;13(6):102028. https://doi.org/10.1016/j.ttbdis.2022.102028 
  • Mickiene A, Laiskonis A, Günther G, Vene S, Lundkvist A, Lindquist L. Tickborne encephalitis in an area of high endemicity in lithuania: disease severity and long-term prognosis. Clin Infect Dis. 2002;35(6):650-8. https://doi.org/10.1086/342059 
  • Mulder S, van Vliet AJ, Bron WA, Gassner F, Takken W. High risk of tick bites in Dutch gardens. Vector Borne Zoonotic Dis. 2013;13(12):865-71. https://doi.org/10.1089/vbz.2012.1194 
  • Nentwig G. Use of repellents as prophylactic agents. Parasitol Res. 2003;90 Supp 1:S40-8. https://doi.org/10.1007/s00436-002-0755-8 
  • Nygren TM, Pilic A, Böhmer MM, Wagner-Wiening C, Went SB, Wichmann O, Hellenbrand W. Tick-borne encephalitis: Acute clinical manifestations and severity in 581 cases from Germany, 2018-2020. J Infect. 2023a;86(4):369-75. https://doi.org/10.1016/j.jinf.2023.02.018
  • Nygren TM, Pilic A, Böhmer MM, Wagner-Wiening C, Wichmann O, Hellenbrand W. Recovery and sequelae in 523 adults and children with tick-borne encephalitis in Germany. Infection. 2023b;51(5):1503-11. https://doi.org/10.1007/s15010-023-02023-w 
  • Oechslin CP, Heutschi D, Lenz N, Tischhauser W, Péter O, Rais O, et al. Prevalence of tick-borne pathogens in questing Ixodes ricinus ticks in urban and suburban areas of Switzerland. Parasit Vectors. 2017;10(1):558. https://doi.org/10.1186/s13071-017-2500-2 
  • Poponnikova TV. Specific clinical and epidemiological features of tick-borne encephalitis in Western Siberia. Int J Med Microbiol. 2006;296 Suppl 40:59-62. https://doi.org/10.1016/j.ijmm.2006.01.023 
  • Pustijanac E, Buršić M, Talapko J, Škrlec I, Meštrović T, Lišnjić D. Tick-Borne Encephalitis Virus: A Comprehensive Review of Transmission, Pathogenesis, Epidemiology, Clinical Manifestations, Diagnosis, and Prevention. Microorganisms. 2023;11(7). https://doi.org/10.3390/microorganisms11071634
  • Radzišauskienė D, Urbonienė J, Kaubrys G, Andruškevičius S, Jatužis D, Matulytė E, Žvirblytė-Skrebutienė K. The epidemiology, clinical presentation, and predictors of severe Tick-borne encephalitis in Lithuania, a highly endemic country: A retrospective study of 1040 patients. PLoS One. 2020;15(11):e0241587. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0241587 
  • RIVM. In 10 jaar stijgt aantal tekenbeten naar 1,5 miljoen per jaar 2020. Beschikbaar via: https://www.rivm.nl/nieuws/in-10-jaar-stijgt-aantal-tekenbeten-naar-15-miljoen-per-jaar. Geraadpleegd op 11 juli 2024.
  • Ruzek D, Avšič Županc T, Borde J, Chrdle A, Eyer L, Karganova G, et al. Tick-borne encephalitis in Europe and Russia: Review of pathogenesis, clinical features, therapy, and vaccines. Antiviral Res. 2019;164:23-51. https://doi.org/10.1016/j.antiviral.2019.01.014 
  • Schielein L, Tizek L, Biedermann T, Zink A. Tick bites in different professions and regions: pooled cross-sectional study in the focus area Bavaria, Germany. BMC Public Health. 2022;22(1):234. https://doi.org/10.1186/s12889-021-12456-3 
  • Schuler M, Zimmermann H, Altpeter E, Heininger U. Epidemiology of tick-borne encephalitis in Switzerland, 2005 to 2011. Euro Surveill. 2014;19(13). https://doi.org/10.2807/1560-7917.es2014.19.13.20756 
  • Slunge D, Boman A. Learning to live with ticks? The role of exposure and risk perceptions in protective behaviour against tick-borne diseases. PLoS One. 2018;13(6):e0198286. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0198286 
  • Slunge D, Jore S, Krogfelt KA, Jepsen MT, Boman A. Who is afraid of ticks and tick-borne diseases? Results from a cross-sectional survey in Scandinavia. BMC Public Health. 2019;19(1):1666. https://doi.org/10.1186/s12889-019-7977-5 
  • Ternovoi VA, Kurzhukov GP, Sokolov YV, Ivanov GY, Ivanisenko VA, Loktev AV, et al. Tick-borne encephalitis with hemorrhagic syndrome, Novosibirsk region, Russia, 1999. Emerg Infect Dis. 2003;9(6):743-6. https://doi.org/10.3201/eid0906.030007 
  • Thomas S, Endy TE, Rothman AL, Barrett AD. Chapter 153 - Flaviviruses (Dengue, Yellow Fever, Japanese Encephalitis, West Nile Encephalitis, St. Louis Encephalitis, Tick-Borne Encephalitis, Kyasanur Forest Disease, Alkhurma Hemorrhagic Fever, Zika). In: bennet; JE, Dolin; R, Blaser; MJ, editors. Mandell, Doublas, and Bennett's principles and practice of infectious diseases, ninth edition. 9th ed. Philadelphia: Elsevier; 2020. p. 2013-39.
  • van der Poel WH, Van der Heide R, Bakker D, De Looff M, De Jong J, Van Manen N, et al. Attempt to detect evidence for tick-borne encephalitis virus in ticks and mammalian wildlife in The Netherlands. Vector Borne Zoonotic Dis. 2005;5(1):58-64. https://doi.org/10.1089/vbz.2005.5.58
  • Wahlberg P, Saikku P, Brummer-Korvenkontio M. Tick-borne viral encephalitis in Finland. The clinical features of Kumlinge disease during 1959-1987. J Intern Med. 1989;225(3):173-7. https://doi.org/10.1111/j.1365-2796.1989.tb00059.x 
  • Waldvogel K, Bossart W, Huisman T, Boltshauser E, Nadal D. Severe tick-borne encephalitis following passive immunization. Eur J Pediatr. 1996;155(9):775-9. https://doi.org/10.1007/bf02002905 
  • Weinmayr LM, Kanz D, Eckenweiler M, Bormann T, Huzly D, Bardutzky J, Harloff A. Acute tick-borne encephalitis during pregnancy - An alarming combination. Ticks Tick Borne Dis. 2020;11(6):101512. https://doi.org/10.1016/j.ttbdis.2020.101512 
  • Weststrate AC, Knapen D, Laverman GD, Schot B, Prick JJ, Spit SA, et al. Increasing evidence of tick-borne encephalitis (TBE) virus transmission, the Netherlands, June 2016. Euro Surveill. 2017;22(11). https://doi.org/10.2807/1560-7917.Es.2017.22.11.30482 
  • Wiesner, L., Schmutte, C., & Steffen, I. (2021). Susceptibility of Tick-Borne Encephalitis Virus to Inactivation by Heat, Acidic pH, Chemical, or UV Treatment. The Journal of infectious diseases, 223(4), 714–718. https://doi.org/10.1093/infdis/jiaa405
  • Yoshii K, Song JY, Park SB, Yang J, Schmitt HJ. Tick-borne encephalitis in Japan, Republic of Korea and China. Emerg Microbes Infect. 2017;6(9):e82. https://doi.org/10.1038/emi.2017.69