Veterinaire informatie bij de LCI-richtlijn Scabiës
Doel van de veterinaire informatie bij een LCI (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding )-richtlijn is om de GGD (Gemeentelijke gezondheidsdienst )-professional te voorzien van context die relevant kan zijn voor bestrijding van de infectieziekte bij de mens. Dit kan bijvoorbeeld bijdragen aan bronopsporing en begrip van de epidemiologie. Voor meer informatie zie Ontwikkeling LCI-richtlijnen.
Dierlijke reservoirs
Bij honden duurt het afhankelijk van het aantal mijten en de contactduur 10 dagen tot enkele weken tot er klinische verschijnselen optreden.
Epidemiologie
Voorkomen in Nederland bij dieren
Hondenscabiës komt met enige regelmaat voor, vooral bij jonge honden. Notoedres cati wordt in Nederland bij katten zelden gevonden. Door gebruik van ivermectine en hygiënische maatregelen bij landbouwhuisdieren komt scabiës bij deze diersoorten in Nederland minder vaak voor dan vroeger. Bij varkens is een eradicatieprogramma ingezet, zodat Sarcoptes var. suis vrijwel niet meer op bedrijven voorkomt.
Ziekteverschijnselen bij dieren
Scabiës wordt veroorzaakt door de Sarcoptes scabiei (schurftmijt). Er is verregaande gastheerspecificiteit, wat inhoudt dat een bepaalde mijt slechts op één diersoort langdurig kan overleven. Wanneer de diermijten per ongeluk op de mens terechtkomen kunnen zij geen gangetjes graven, maar wel kortdurend en zelflimiterend klinische verschijnselen zoals jeuk geven. Bij dieren staan heftige jeuk en huidveranderingen ook op de voorgrond. Sommige dieren zijn of worden symptoomloos drager. Dit kan incidenteel voorkomen bij honden, varkens en cavia's
Natuurlijke immuniteit bij dieren
Bij de meeste dieren wordt enige immuniteit opgebouwd, zodat het aantal mijten beperkt blijft. Dit kan verschillen per dier en per periode.
Transmissie bij dieren
Er is voor dieren geen vaccin beschikbaar.
Relevante transmissieroutes bij dieren
Infestatie van de mens met dierlijke scabiës vindt plaats via direct contact met een besmet dier. Het aantal mijten op een dier is afhankelijk van de diersoort en per individu. Meestal komen er slechts weinig mijten voor en is er voor besmetting van de mens intensief en langdurig direct contact nodig. Indirecte besmetting is mogelijk vanuit de omgeving, maar mijten kunnen buiten hun gastheer slechts enkele dagen overleven. Alleen bij voor mijten gunstige omstandigheden (koel en vochtig) kunnen ze tot enkele weken in leven blijven.
Besmettelijke periode bij dieren
Dieren zijn continu besmettelijk. Bij cavia’s, honden en varkens kunnen in zeer zeldzame gevallen mijten latent aanwezig zijn. Zulke dieren kunnen na partus of stress wel klinische verschijnselen (jeuk) gaan vertonen.
Bij gezelschapsdieren wordt microscopisch onderzoek van diepe huidafkrabsels verricht. Er zijn bij honden weinig mijten aanwezig, zodat meerdere afkrabsels nodig zijn. Notoedres cati komt bij de kat wel in grotere aantallen voor. Bij volwassen varkens zijn de mijten soms alleen bij de ingang van de oorschelp aan te tonen.
Preventieve maatregelen bij dieren
Tijdens contact met dieren met scabiës kunnen handschoenen en beschermende kleding worden gedragen. Nieuwe dieren (laten) controleren op een mogelijke besmetting, voordat ze bij andere dieren worden geplaatst.
Reinigen en desinfecteren van dierverblijven
Naast het behandelen van het besmette dier dient ook de slaapplaats (mand en/of het hok van de hond, kattenbak etc.) na behandeling van het dier schoongemaakt te worden; deken of matje wassen op 60 graden in de wasmachine of 72 uur in een goed dichtgeknoopte plastic zak bewaren op kamertemperatuur. Stofzuigen kan de infectiedruk in huis verminderen. Kleden en manden van geïnfesteerde dieren indien mogelijk wassen in de wasmachine.
Meldingsplicht veterinair
Voor dierenartsen bestaat er geen meldingsplicht voor scabiës bij dieren.
Maatregelen bij dieren
Dieren hoeven bij humane scabiës niet behandeld te worden, maar in sommige gevallen wel uit de scabiësomgeving gehaald te worden (zie bijlage behandeling en hygiënevoorschriften).
Behandeling bij dieren
Dieren moeten met passende middelen onder toezicht van een dierenarts worden behandeld om mijten te elimineren. Pas als deze bron van besmetting is weggenomen, houden de klachten bij mensen op. In zeldzame gevallen houden mensen ondanks behandeling van alle aanwezige dieren langdurig klachten. Een enkele keer kan het dan nodig zijn deze mensen te behandelen tegen dierlijke Sarcoptes-mijten. Contactpersonen van mensen die met animale scabiës zijn besmet, hoeven niet te worden behandeld.