Vragen en antwoorden chlamydiatestbeleid

Bijlage bij LCI-richtlijn Chlamydia trachomatis en lymphogranuloma venereum | 16 januari 2025

Dit is een verzameling vragen en antwoorden rondom het nieuwe chlamydiatestbeleid dat per 1 januari 2025 is ingegaan . De vragen en antwoorden zijn opgesteld naar aanleiding van pilots bij twee GGD’en. De antwoorden zijn een leidraad; in individuele gevallen kan de zorgprofessional beargumenteerd afwijken van het beschreven beleid. Zie ook de Leidraad en stroomschema Testen op chlamydia voor een overzicht van de veranderingen in het chlamydiatestbeleid per januari 2025.

Klachten/kliniek

1. Testen we mensen met een pelvic inflammatory disease (PID) in de voorgeschiedenis wel of niet op chlamydia?

Als de cliënt niet aan de criteria voldoet (klachten of partnernotificatie door huidige partner met klachten), dan testen we niet op chlamydia.

2. Wat als cliënt met een partnernotificatie niet weet of de huidige partner klachten heeft?

Dan kunnen we in overleg met de cliënt toch testen op chlamydia.

3. Een cliënt heeft bij het maken van de afspraak klachten. Maar de klachten zijn tijdens het spreekuur over. Testen we dan wel of niet op chlamydia?

Als de klachten over zijn bij het testen, testen we in principe niet op chlamydia. De overwegingen hierbij zijn dat de klachten allerlei oorzaken kunnen hebben gehad en het de vraag is wat de toegevoegde waarde van testen en eventueel antibiotica is als de klachten al over zijn.

4. Testen we een man met een sterke verdenking op gonorroe (geelgroene afscheiding uit de plasbuis) alleen op gonorroe, of ook op chlamydia?

Bij klachten van gonorroe testen we ook op chlamydia. Iemand kan naast gonorroe ook chlamydia hebben.

5. Testen we bij een vrouw met vaginale klachten en anale seks (anaal geen klachten) anaal op chlamydia? En hoe zit dit bij MSM?

We testen bij vrouwen alleen anaal op chlamydia als er anale klachten zijn. Als er geen anale klachten zijn, terwijl er wel anale seks is, testen we anaal niet op chlamydia. Ook niet als er wel vaginale klachten zijn.

Bij MSM testen we standaard anaal op LGV, ongeacht klachten. Als het laboratorium toch een uitslag van anale chlamydia doorgeeft, omdat deze is bepaald in het kader van LGV, dan behandelen we deze anale chlamydia niet bij een MSM zonder klachten.

6. Wat te doen bij een man die af en aan wat klachten heeft van pijn bij het plassen?

Zijn er klachten op het moment van testen? Dan testen we op chlamydia.

Zijn er geen klachten op het moment van testen? Dan testen we niet op chlamydia.

7. Wat te doen als een cliënt ten tijde van het testen geen klachten heeft, maar enkele dagen erna wel?

De cliënt moet dan opnieuw getest worden. Dit kan ook bij de huisarts (naar beleid van het CSG).

8. Wat te doen bij jeukklachten (man/vrouw)?

Alleen bij klachten die kunnen wijzen op een chlamydia-infectie, zoals veranderde afscheiding, (contact)bloeding, pijn bij het plassen, intermenstrueel bloedverlies, eventueel in combinatie met buikpijn, etc., testen we op chlamydia. Jeukklachten vallen daar niet onder. Daarom testen we dan niet op chlamydia.

9. Wat te doen bij een vrouw met buikpijn?

In hoofdstuk 5 Triage van het draaiboek Consult seksuele gezondheid staat dat buikpijn een indicatie is om naar de huisarts verwijzen. Buikpijn kan meer zijn dan alleen een soa en soms kan buikpijn spoedeisend zijn, wat niet bedoeld is voor het CSG.

10. Een MSM heeft anale klachten, maar die zijn bij het consult over. Als er nu chlamydia anaal uitkomt omdat er op LGV getest is, geven we die uitslag dan door? En moeten we deze behandelen?

Alleen bij anale klachten tijdens het consult testen we anaal op chlamydia. Bij een ‘toevalsbevinding’ van chlamydia bij een LGV-bepaling behandelen we de chlamydia niet als de cliënt tijdens het consult geen klachten had. De uitslag van de rectale chlamydia hoeven we niet te geven aan de cliënt. Behandelen van deze ‘toevalsbevinding’ bij iemand die geen klachten heeft, is niet geïndiceerd.

Partnernotificatie

11. Als iemand via partnernotificatie geïnformeerd is over LGV, moeten we dan ook urethraal op chlamydia testen en doortesten op LGV?

Urethraal doortesten op LGV wordt niet zinvol geacht, omdat er erg weinig urethrale LGV wordt gevonden. Urine testen op chlamydia/LGV is dus niet geïndiceerd. Bron: De Vrieze et al. 2017.

12. Een persoon zonder klachten is getest bij de huisarts of een private soa-testaanbieder en is positief getest voor chlamydia. Diens huidige partner komt nu met de partnernotificatie voor een test bij de GGD. Wat moeten we testen?

De partner kan getest worden op chlamydia als de huidige partner (met chlamydia) klachten had. Dat is in dit voorbeeld niet het geval, dus is er geen indicatie voor testen op chlamydia. Als de partner zelf wel klachten heeft, is er wel een indicatie om te testen op chlamydia.

13. Cliënt komt testen voor de zekerheid, heeft geen klachten. De huidige partner heeft wel klachten, maar die komt pas een dag/dagen later testen. Moeten we nu meteen testen, of pas als er bij de huidige partner chlamydia uit de test komt? Of moeten we de cliënt meebehandelen zonder test, als blijkt dat de huidige partner chlamydia heeft?

Dit is maatwerk en vereist overleg met de cliënt. In principe wachten we bij deze cliënt op de testuitslag van de partner. Als de huidige partner positief test op chlamydia, dan kun je besluiten om blind mee te behandelen (afhankelijk van wanneer de laatste keer onbeschermde seks was). Of er is wellicht een nabepaling mogelijk op het monster van de cliënt wegens bijvoorbeeld een gonorroetest.

Bijzondere groepen

14. Vrouwen met een immuunstoornis hebben misschien weinig klachten, maar klaren chlamydia mogelijk niet zo snel en hebben eventueel wel meer schade in het bekken. Wat is het standpunt in dit geval ten aanzien van testen op chlamydia? Onder de 5700 vrouwen uit de NECCST-studie zaten waarschijnlijk weinig vrouwen met een immuunstoornis?

De theorie is dat een immuunreactie juist zorgt voor littekens in de eileiders en dus mogelijke infertiliteit. Bij een immuunstoornis heb je dus geen hoger risico op infertiliteit. Bij personen met een immuunstoornis geldt daarom hetzelfde testbeleid als bij personen zonder een immuunstoornis.

15. Wat is het testbeleid bij zwangere vrouwen? Hoeft de zwangere geen klachten te hebben om toch te testen?

Iedere zwangere met klachten wordt altijd getest op chlamydia. Als de zwangere geen klachten heeft, wordt er in het 1e en 2e trimester niet getest op chlamydia. Als er geen klachten zijn, maar wel risico op chlamydia en de cliënt zit in het 3e trimester, dan wordt er in overleg met cliënt wel getest op chlamydia. Dit met het oog op complicaties rondom partus voor moeder en kind.

16. Moeten we alle vrouwen expliciet vragen of ze zwanger zijn? Wanneer zijn we hier gerust op?

Als er twijfel is over een eventuele zwangerschap, moet er zwangerschapstest gedaan worden, zeker alvorens medicamenteuze behandeling. Voorafgaand aan het testen hoeft dit niet actief uitgevraagd te worden.

17. Een persoon heeft seksueel geweld meegemaakt, is jong, voelt zich vies en wil graag weten of ze iets heeft opgelopen. Moeten we deze cliënt wel of niet testen op chlamydia?

Ook bij slachtoffers van seksueel geweld wijken we in principe niet af van het chlamydiatestbeleid.

Behandeling

18. Geven we bij het blind (of syndromaal) behandelen van een MSM met duidelijk urethrale klachten azitromycine of doxycycline? En als we azitromycine geven, waarom geven we vrouwen dan nog steeds doxycycline als er geen anale klachten zijn?

Als er alleen urethrale klachten zijn, is er een voorkeur voor azitromycine, want de rectale chlamydia-uitslag wordt mogelijk niet bekend of het is niet nodig om deze te behandelen (als er geen anale klachten zijn). In overleg mag ook doxycycline gegeven worden, omdat azitromycine en doxycycline gelijkwaardig aan elkaar zijn.

Bij vrouwen is de eerste keuze voor een genitale chlamydia-infectie wel doxycycline, i.v.m. een mogelijke co-infectie anaal-genitaal en versleping tussen het genitaal-anaal gebied. Bron: Van Liere et al. 2014.