Bijlage bij  LCI-richtlijn Scabiës 

In dit document worden de rollen van belangrijke ketenpartners binnen de scabiëszorg beschreven. Het doel is om de onderlinge verwachtingen van zorgprofessionals te verduidelijken en samenwerkingsprocessen te optimaliseren. Het document geeft een overzicht van de kernactiviteiten en taken van elke discipline. Het grootste knelpunt in de scabiëszorg zit in uitbraken buiten de instellingen. Hiervoor is ons zorgstelsel suboptimaal ingericht.

Inleiding

De bestrijding van scabiës in Nederland is een samenspel tussen de huisarts, dermatoloog en GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst ), maar ook andere disciplines zoals professionals in de langdurige zorg, bedrijfsartsen, artsen microbioloog en deskundigen infectiepreventie. Om de ketensamenwerking te optimaliseren, is duidelijkheid nodig over de rol en taak van elk specialisme betrokken binnen de scabiësbestrijding. Daarom vindt u in dit document een omschrijving van de rollen, taken en verantwoordelijkheden van alle beroepsgroepen die met elkaar samenwerken. Dit zal de huidige rolverdeling in de zorg rondom scabiës verduidelijken, bijdragen aan betere zorg en inzet van ieders expertise en lacunes in de scabiëszorg inzichtelijk maken.

 

Aanleiding

In de NIVEL Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg)-surveillance (huisartspeilstationdata) werd tussen 2011 en 2021 een vervijfvoudiging van het aantal gemelde scabiësdiagnoses in de 1e lijn gezien. In 2022 verdubbelde het aantal diagnoses nog eens en in 2023 was de incidentie wederom hoger dan het voorgaande jaar, met vervolgens een stabilisatie van de hoge incidentie in 2024.

Ook de cijfers van de Stichting Farmaceutische Kerngetallen weerspiegelden deze trend, met toegenomen uitgiftes door apotheken voor de behandeling van scabiës (permetrine, ivermectine en benzylbenzoaat). In respons op deze verheffing en de ervaren knelpunten in de scabiëszorg die effectieve uitbraakbestrijding belemmerden, is in opdracht van het responsteam scabiës een landelijke regiegroep scabiës opgericht. Deze regiegroep heeft als doel om landelijke afstemming tussen de verschillende beroepsgroepen te bereiken en zo uniformering van bestrijdingsbeleid te creëren, en tevens knelpunten te identificeren en waar mogelijk oplossingen aan te dragen. Deze landelijke regiegroep werd samengesteld met vertegenwoordiging vanuit de belangrijkste ketenpartners, te weten NVIB (Nederlandse Vereniging voor Infectieziektebestrijding) NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap), NVMM (Nederlandse Vereniging Medische Microbiologie)/NVP (Nederlandse Vereniging Parasitologie) en NVDV (Nederlandse Vereniging van Dermatologie en Venereologie.

Onder de regiegroep zijn er werkgroepen opgericht om, op specifieke thema’s, vragen uit te werken:

  • diagnostiek en behandeling;
  • communicatie;
  • kennishiaten en surveillance.

De regiegroep behoudt regie over de algehele voortgang en kan vervolgens met voorstellen en adviezen komen. Een van aandachtspunten die door de regiegroep werd geconstateerd is dat er tussen ketenpartners onderling niet altijd toereikende kennis en begrip is van elkaars rol en taken in de scabiësbestrijding. Daardoor wordt soms, ten onrechte, naar elkaar gewezen bij tekortkomingen daarin. In dit document worden daarom de rollen van belangrijke beroepsgroepen in de scabiësbestrijding omschreven en verhelderd. Tot slot wordt het belangrijkste knelpunt in de scabiësbestrijding toegelicht.

 

Beschrijving rollen en taken zorgprofessionals

Huisarts

  • De huisarts diagnosticeert en behandelt ingeschreven patiënten die zich op het spreekuur melden met klachten die kunnen passen bij scabiës.
  • De huisarts adviseert de patiënt met scabiës om zijn/haar contacten te waarschuwen.
  • Indien contacten zijn ingeschreven bij dezelfde huisarts als die van de scabiës patiënt, dan kan de behandeling, na contact met de patiënt, worden voorgeschreven (preventief/actief) aan seksuele partners en huisgenoten, zo nodig na een beoordeling.
  • Indien de contacten van de scabiëspatiënt niet ingeschreven zijn bij dezelfde huisarts, dan adviseert de huisarts aan de patiënt dat deze zijn contacten adviseert zich te laten behandelen (Via de huisarts dan wel via over-the-counter medicatie van de apotheek).
  • In het geval van een patiënt met scabiës woonachtig in een studentenhuis of complexe huishoudens (met meerdere verbonden huisartsen): huisarts kan overleggen met GGD voor advies en informatie over de mogelijkheden voor ondersteuning bij diagnostiek, voorlichting en behandeling binnen het betreffende woonverband.
  • Als een patiënt verdacht voor scabiës, woonachtig of werkzaam is in een instelling, raadpleegt de huisarts de dermatoloog voor diagnostiek en, indien van toepassing, de GGD voor afstemming over mogelijke consequenties voor het uitbraakmanagement in de instelling.
  • De huisarts verwijst naar 2e lijn indien geïndiceerd volgens NHG Nederlands Huisartsen Genootschap (Nederlands Huisartsen Genootschap ) behandelrichtlijn

Dermatoloog

  • De dermatoloog stelt de diagnose en behandelt doorverwezen patiënten over het algemeen vanuit de 1e en 2e lijn. Verwijzing vanuit de 0e  lijn, bijvoorbeeld GGD, is ook mogelijk.
  • De dermatoloog stelt de diagnose bij patiënten met scabiës in instellingen in verband met de grote consequenties (onder andere groepsbehandeling) van deze diagnose.
  • De dermatoloog overlegt met de GGD indien patiënt gediagnosticeerd met scabiës woonachtig of werkzaam is in een instelling/onderwijssetting/KDV.
  • De dermatoloog wijst de persoon met scabiës op het informeren van seksuele contacten en huisgenoten voor (preventieve) behandeling, waarbij huisgenoten en huidige seksuele partner(s) gelijktijdig de behandeling en maatregelen dienen uit te voeren.
  • De dermatoloog verwijst de gezins- en seksuele contacten van een index die door dermatoloog is gezien via spoedbrief of telefonisch overleg door naar de huisarts voor medicatievoorschrift om gelijktijdige behandeling met de indexcasus mogelijk te maken. Contacten ingeschreven bij een andere huisarts dan de index worden geadviseerd contact te leggen met hun eigen huisarts voor behandeling, dan wel via over-the-counter medicatie van de apotheek.

GGD

  • Advies over medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling, hygiëne-adviezen en bron- en contactonderzoek aan zorgprofessionals in de individuele, bedrijfs- en openbare gezondheidszorg.
  • Advies en (zo nodig) aansluiting bij uitbraakteam bij artikel 26-meldingen, inclusief nauw contact met betrokken zorgprofessionals zoals de bedrijfsarts. De GGD kan onder andere adviseren ten aanzien van behandeling en maatregelen bij gezinscontacten van medewerkers.
  • De GGD verwijst bij een vermoeden van scabiës bij instellingen door naar de dermatoloog voor diagnostiek, in verband met de grote consequenties van deze diagnose.
  • Buiten de artikel 26-meldingen heeft de GGD een rol in de uitbraakbestrijding in settings waar de uitbraak niet onder controle is (bijvoorbeeld meerdere keren een herbesmetting). Dit betreft vaak bijvoorbeeld studentenhuizen of complexe huishoudens. De GGD kan bij zulke casuïstiek intensiever ondersteunen in het kader van haar vangnetfunctie. Het vangnet is bedoeld voor mensen met (risico op) infectieziekten die geen reguliere ondersteuning krijgen, om de ziektelast te beperken (bron: Adviesrapport de kerntaken van de IZB, september 2022). Daarbij kan de GGD waar nodig op huisbezoek gaan.
  • Ondersteunen van zorgprofessionals en burgers bij advies en voorlichting ten aanzien van hygiëne- en wasvoorschriften.
  • Regionale publiekscommunicatie.
  • Bijdragen aan praktijkgericht onderzoek ter versterking van de lokale en landelijke aanpak van scabiës.
  • Signaleren van knelpunten in de ketenzorg en werken aan verbetering.

Arts-microbioloog

  • Advies over, alsmede kwalitatieve bewaking, uitvoering en duiding van (laboratorium)diagnostiek naar scabiës ten behoeve van professionele aanvragers.
  • Advies over medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling, hygiëne-adviezen en bron- en contactonderzoek aan zorgprofessionals in de individuele, bedrijfs- en openbare gezondheidszorg.
  • Rol bij signalering toename (positieve) scabiësdiagnostiek binnen een instelling en potentieel binnen de regio en indien nodig hierover schakelen met de GGD.
  • Inhoudelijke ondersteuning van deskundigen infectiepreventie in eigen ziekenhuis, zorginstelling, etc. en deelname (vaak ook leiding geven) aan uitbraakteams daarin.

Naast bovengenoemde specialismen zijn er nog meer professionals betrokken bij de scabiësbestrijding, zoals de thuiszorg. Met name de bedrijfsarts (voor onder andere voorlichting en behandeling medewerkers), specialist van de langdurige zorginstelling (voor onder andere diagnostiek en behandeling van patiënten onder diens verantwoordelijkheid) en de afdeling infectiepreventie in een instelling spelen een cruciale rol bij uitbraken binnen een instelling. Aangezien het knelpunt in de scabiësbestrijding vooral búiten de instellingen wordt ervaren, worden hun respectievelijke rollen en taken hier niet verder uitgewerkt.

 

Knelpunt: uitvoering van groepsbehandeling buiten de instelling

Bovenstaande omschrijvingen verhelderen de rollen en taken van zorgprofessionals betrokken bij individuele scabiësgevallen en uitbraken in instellingen. De landelijke regiegroep scabiës constateert echter dat er een groot knelpunt ligt binnen de scabiëszorg bij uitbraken buiten instellingen. In deze setting ligt het knelpunt met name bij het in kaart brengen van contacten en de uitvoer van de groepsbehandelingen. 

Ons individuele zorgsysteem is hiervoor niet optimaal ingericht, omdat de behandelaar van de index vaak geen behandelrelatie heeft met diens contacten. Het is een uitdaging om alle contacten van een scabiëspatiënt te identificeren en van advies en behandeling te voorzien en dit wordt vaak overgelaten aan de indexpatiënt zelf. Dit leidt regelmatig tot over- en onderbehandeling en veel herbesmettingen door onder andere het onvoldoende identificeren en gecoördineerd behandelen van contacten. Deze knelpunten in contactonderzoek en groepsbehandelingen buiten instellingen zijn het meest evident bij uitbraken in studentenhuizen, maar zijn bijvoorbeeld ook aanwezig bij samengestelde gezinnen. (Zie ter illustratie van het knelpunt onderaan dit document de Situatieschets knelpunt scabiësbestrijding studentenhuizen.

De GGD’en zouden in deze situatie de meest aangewezen partij zijn om deze regierol op te pakken, met name in studentensteden, vanuit hun vangnetfunctie. Echter heeft de GGD hiervoor momenteel niet de mankracht en financiële middelen.

 

Ondertekening

Ondergetekende beroepsverenigingen onderschrijven dit document en de hierin beschreven rollen, taken en verantwoordelijkheden voor hun discipline. De beroepsverenigingen onderkennen het groeiende scabiësprobleem in Nederland. Zij zijn zich daarbij bewust van de complexiteiten in de zorg en ketensamenwerking rondom scabiës en spannen zich ieder vanuit eigen discipline in voor verbetering en innovatie. Zij vragen gezamenlijk aandacht voor de lacunes in de bestaande scabiëszorg, vooral in de setting van uitbraken buiten instellingen, welke deels voorvloeien uit de inrichting van ons (individuele) gezondheidszorgstelsel.

  • NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap
  • NVIB (Nederlandse Vereniging voor Infectieziektebestrijding)
  • NVDV (Nederlandse Vereniging van Dermatologie en Venereologie)
  • NVMM (Nederlandse Vereniging Medische Microbiologie)
  • NVP (Nederlandse Vereniging Parasitologie)

Studentenhuizen

  • Studenten vormen an sich geen kwetsbare populatie, maar omdat er meerdere personen op hetzelfde adres wonen maakt dit ze voor scabiës een complex behandelbare groep.
  • Verspreiding vindt makkelijk plaats tussen studentenhuizen waar wederzijds op bezoek wordt gegaan, waardoor ook snel herintroductie optreedt.
  • Studenten binnen een studentenhuis staan grotendeels bij verschillende huisartsen ingeschreven, waardoor de behandelaar van een indexpatiënt geen behandelrelatie heeft met diens contacten. Veel studenten hebben vaak nog hun huisarts in de ouderlijke woonplaats, wat het bemoeilijkt om gelijktijdig te behandelen.
  • De mate van naleving van (medicamenteuze en niet-medicamenteuze) adviezen varieert
    • omdat er binnen de contactgroep regelmatig tegenstrijdige adviezen ervaren worden, zowel vanuit betrokken zorgprofessionals (gerichte adviezen), als vanuit openbare bronnen als websites en onderling tussen leken onder andere via social media (algemene adviezen);
    • afhankelijk van (beperkte) financiële middelen;
    • door de manier waarop de vele sociale interacties worden vormgegeven;
    • afhankelijk van de grootte van het huishouden en daarmee samenhangend de coördinatie van de uit te voeren adviezen;
    • ten gevolge van beperkte middelen (weinig wasmachines voor veel personen);
    • door schaamte/stigmatisering.
  • Het goed managen van een uitbraak in een studentenhuis kost niet alleen de betrokken studenten veel tijd en moeite, maar door tijdrovende anamnese, diagnostiek en voorlichting (cruciaal voor het goed uitvoeren van de voorschriften) eveneens de betrokken zorgverleners van individuele studenten, vooral als er sprake is van recidieven.
  • Mogelijk betrokken zorgverleners bij een studentenhuis:
    • huisarts(en);
    • lokale GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst );
    • dermatolo(o)g(en).
  • Er is medicatie (permetrine) verkrijgbaar bij de drogist zonder dat hiervoor een recept voorgeschreven hoeft te worden. Dit betekent dat er behandeling plaats kan vinden zonder dat er de juiste begeleiding en advies gegeven wordt en dat dit op eigen initiatief (zelf-diagnose) kan worden toegepast. Tevens ontbreekt hier soms een adequate bijsluiter, met als gevolg veel ‘therapiefalen’ of herbesmettingen doordat er op onjuiste manier wordt behandeld, hygiëne-adviezen (deels) niet goed worden opgevolgd en contacten niet worden behandeld.