Publicatiedatum 06-12-2020 | 12:00
Bijlage bij Diagnostiek van de LCI-richtlijn Mazelen
Het doel van laboratoriumonderzoek naar mazelen tijdens een epidemie
- het bevestigen van mazelenvirusinfectie bij een individu met ernstige ziekteverschijnselen;
- het bevestigen van mazelenvirusinfectie in een cluster van ziektegevallen klinisch verdacht voor mazelen;
- om in een aantal clusters het virustype vast te stellen door middel van moleculair onderzoek.
Bij welke patiënten is laboratoriumonderzoek naar mazelen wenselijk?
- Klinische indicatie: voor alle gevallen waarbij een arts met het oog op de behandeling van de individuele patiënt laboratoriumonderzoek naar mazelen noodzakelijk acht. 2. Epidemiologische indicatie: voor ten minste 2 à 3 gevallen in een cluster van mogelijke of waarschijnlijke gevallen van mazelen, met het oog op het instellen van
- bestrijdingsmaatregelen en/of het beschrijven van het verloop van de epidemie. Overige patiënten in dezelfde cluster hoeven niet meer getest worden.
Uitvoering laboratoriumonderzoek
- Wanneer er een klinische indicatie is voor laboratoriumonderzoek (met consequenties voor de behandeling van de betreffende patiënt) heeft diagnostiek via de reguliere patiëntenzorg de voorkeur. Wanneer er alleen een epidemiologische indicatie is voor laboratoriumonderzoek, heeft minder invasieve diagnostiek de voorkeur. Behalve reguliere serologische diagnostiek in veneus bloed is diagnostiek mogelijk op vingerprikbloed (IgM (immunoglobuline M )), speeksel (IgM en PCR), urine (PCR en kweek) en keeluitstrijk (PCR en kweek).
- Keuze voor in te zenden materialen vindt plaats in overleg met het laboratorium. Minder invasieve diagnostiek kan onder meer verricht worden via RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu )-IDS (Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en laboratorium Surveillance ). Bij diagnostiek door het RIVM volstaat het inzenden van speeksel en vingerprikbloed of speeksel en urine. Laboratoriumonderzoek is nog zinvol tot 6 weken ná de eerste ziektedag. De hoogste sensitiviteit van laboratoriumdiagnostiek wordt bereikt wanneer monsters zo spoedig mogelijk na de eerste ziektedag worden afgenomen.
Laboratoriumonderzoek naar mazelen
Interval tussen 1e
|
Speeksel |
Vingerprikbloed/veneus bloed
|
Urine
|
Keeluitstrijk |
---|---|---|---|---|
<21 dagen* | PCR, IgM | IgM | PCR en kweek | PCR en kweek |
22-42 dagen | IgM | IgM | niet zinvol | niet zinvol |