Scabiës - Bijlage 13: Aanpak van scabiës binnen een studentenhuis of een gezin

Bijlage bij de LCI-richtlijn Scabiës

 
Deze bijlage is geschreven als hulpmiddel voor de aanpak van scabiësuitbraken bij studentenhuizen en gezinnen. Dit document helpt om de juiste stappen te nemen. Lees dit gehele document eerst door voordat u stap voor stap te werk gaat.

De GGD wordt regelmatig gebeld bij één of meerdere gevallen van scabiës bij studenten of gezinnen. De GGD adviseert over de te nemen maatregelen en kan indien nodig op huisbezoek komen.

Op scabiës heerst een taboe, maar het is een infectieziekte die nog vaak voorkomt. Scabiës is geen ernstig gezondheidsprobleem, het is vooral hinderlijk vanwege de ondraaglijke jeuk en de eventuele behandelconsequenties voor een groep.

Doelen van deze bijlage

  • De uitbraak planmatig aanpakken zodat de juiste personen behandeld worden en verdere verspreiding van scabiës voorkomen wordt.
  • U wegwijs maken in de beschikbare informatie.

 
Deze bijlage is ingedeeld in chronologische stappen:

  1. Inventariseren van contacten
  2. Bespreken van taakverdeling
  3. Informeren van betrokkenen
  4. Maatregelen om verspreiding tegen te gaan
  5. Vaststellen van de te behandelen groep
  6. Planning / voorbereiding van behandeling
  7. Wat te doen als scabiës terugkomt

Overzicht documentatie

In deze bijlage zal zo min mogelijk herhaald worden wat elders goed beschreven staat. In dat geval wordt verwezen naar andere documenten; zie onderstaande tabel voor een overzicht van alle genoemde documenten.

Titel

Toelichting

Doelgroep

Folder Schurft? Behandel samen en precies

Korte informatie, behandelvoorschrift en maatregelen voor de privé-situatie.

Algemeen publiek

Publieksinformatie Schurft (scabiës)

Korte informatie over wat scabiës is in de vorm van vragen & antwoorden. Hoe kun je het oplopen? Wat is de behandeling?

Algemeen publiek

Hulpdocument

Informatiebrief voor betrokkenen

‘Coördinator’

Stappenplan aanpak scabiës bij studentenhuis of gezin

Om de scabiës te bestrijden kan er veel op u afkomen, waarbij meerdere personen tegelijkertijd behandeld moet worden. Deze gezamenlijke behandeling is nodig om te voorkomen dat mensen elkaar opnieuw besmetten, het zogenaamde pingpong effect.

Hieronder volgt per stap wat te doen bij de belangrijkste aandachtspunten.

1. Inventariseren van contacten

Ervan uitgaande dat de persoon met jeukklachten bevestigde scabiës heeft (d.w.z. de scabiësmijt is aangetoond door huisarts of dermatoloog), inventariseert u eerst uw huisgenoten. Wie hebben intensief huidcontact (gehad) met de persoon die scabiës heeft door knuffelen, als bedpartners of door verzorgende handelingen? Wie hebben er jeukklachten?

Daarbij is van belang hoe lang de persoon met scabiës besmettelijk geweest kan zijn. In overleg met de GGD wordt de besmettelijke periode bepaald.

Iemand kan vanaf 1-2 weken na besmetting de schurftmijt verder verspreiden. Dit is al voordat de jeukklachten ontstaan.

Ondanks dat in een studentenhuis niet altijd lijflijk contact is onder de studenten zien we toch nog wel eens pingpongeffecten als niet iedereen zich mee laat behandelen.

Vraag hierbij advies aan de GGD.

2. Bespreken van taakverdeling

Stel vast wie de coördinatie op zich neemt. De ervaring leert dat het essentieel is om tijdens een scabiësuitbraak vast te stellen wie de coördinatie op zich neemt. Kijk of de persoon met klachten de coördinatie op zich kan nemen of dat dit een andere huisgenoot doet.

De GGD kan u helpen om door te nemen wat er allemaal moet gebeuren.

3. Informeren van betrokkenen

Tijdige en juiste informatie kan onrust voorkomen en bijdragen aan een positieve sfeer.

De uitvoering van de acties staat of valt met een goede voorbereiding en daarvoor is een goede samenwerking en onderlinge afstemming essentieel.

Informeer de betrokkenen zo snel mogelijk en houd hen regelmatig op de hoogte van verdere acties.

Maak gebruik van de folder Schurft? Behandel samen en precies en van de publieksinformatie Schurft (scabiës).

4. Maatregelen om verspreiding tegen te gaan

De voorbereiding van een grote behandelactie neemt enige tijd in beslag. Zoals eerder al beschreven: scabiës is geen ernstig gezondheidsprobleem, maar vooral hinderlijk vanwege de jeuk.

De persoon met scabiës wordt zo snel mogelijk voor de eerste keer behandeld, zodat de besmettelijkheid grotendeels stopt en verspreiding zoveel mogelijk tegen gegaan wordt. Vervolgens wordt de persoon met scabiës tegelijk met de gezamenlijke behandelactie voor de tweede keer behandeld met hetzelfde middel. Zorg ervoor dat er tussen de behandelingen minimaal 7 dagen zitten.

Een gezamenlijke behandelactie is nodig om pingpongeffecten te voorkomen. Sommigen zullen overbezorgd reageren, anderen hebben weerstand tegen de behandeling.

5. Vaststellen van de te behandelen groep

Afhankelijk van wat uit de inventarisatie naar voren komt (stap 1) wordt de behandelgroep vastgesteld. Wie deel uitmaken van de behandelgroep is afhankelijk van onder andere hoeveel personen er jeukklachten hebben binnen het gezin of studentenhuis en het soort contact dat de personen met elkaar hebben.

Vraag ook hulp aan de GGD om mee te denken over de aanpak van de vast te stellen behandelgroep.

Vaak schrijven huisartsen, afgaande op het verhaal, voor de zekerheid een behandeling voor, terwijl de diagnose niet zeker is. Het is daarom belangrijk om ook hen te informeren met een brief, die u aan de betrokkenen meegeeft. Zie hiervoor het hulpdocument bij deze bijlage.

Bedenk wel dat scabiës nare klachten geeft: de jeuk is uitputtend, mensen slapen er slecht van. Na de behandeling, ook wanneer deze succesvol is, kan de jeuk soms nog weken aanhouden!

6. Planning / voorbereiding van behandeling

Neem de tijd om de gezamenlijke actie voor te bereiden

De twee grote activiteiten zijn:

  • het voorschrijven van de zalf of tabletten;
  • de uitvoering van de behandeling en de hygiënemaatregelen.

 
Voorkom dat betrokkenen zich niet behandelen uit kostenoogpunt in verband met eigen risico. De crème Loxazol wordt (indien voorgeschreven op recept) vergoed vanuit de basisverzekering (gaat wel van het eigen risico af), maar de toepassing is bewerkelijker dan de tabletten ivermectine. De ivermectinetabletten worden niet vergoed (2017).

Een voorbeeld van een kort stappenplan bij gebruik loxazol (crème) is hieronder beschreven:

Dag 1, ochtend

  • Zorg dat je voor 3 dagen schone kleding, handdoeken en beddengoed voorradig hebt.
  • Doe de gedragen kleding en gebruikte handdoeken van vandaag in een aparte plastic zak.

 
Dag 2, avond

  • Doe de gedragen kleding en gebruikte handdoeken van vandaag in de plastic zak.

 
Dag 3, behandeling (avond)

  • Doe de gedragen kleding en gebruikte handdoeken van vandaag in de plastic zak.
  • Leg schone kleding en schone handdoek klaar voor de volgende ochtend.
  • Knip de nagels van vingers en tenen kort.
  • Insmeren met zalf.

 
Dag 4, wassen (ochtend)

Nadat u opgestaan bent:

  • Het bed:
    • Haal de lakens, dekbedovertrek en het kussensloop van het bed af met plastic wegwerp handschoenen.
    • Stop de lakens, dekbedovertrek en het kussensloop in de wasmachine.
  • Kleding:
    • Doe ook alle gedragen kleding die u verzameld heeft in de plastic zak in de wasmachine. Draag hierbij plastic wegwerp handschoenen. Kies een normaal programma op minimaal 60°.
    • Stop de spullen die u niet kunt wassen op 60° (zoals jas, schoenen en knuffels) in een plastic vuilniszak. Zet deze zak de komende 3 dagen apart op kamertemperatuur (niet buiten of in een kelder).
  • Douchen:
    • Ga douchen.
    • Droog u af met een schone handdoek en trek schone kleren aan.
    • Stop de handdoek en de kleren die u aan had tijdens het slapen, in de wasmachine.
  • Bed opmaken
    • Maak uw bed op met schoon beddengoed.

7. Wat te doen als scabiës terugkomt?

Uit ervaring blijkt dat de scabiës kan terugkomen als niet iedereen zich meebehandelt.

Twaalf uur na een effectieve behandeling is scabiës niet meer besmettelijk. Dit betekent niet dat iemand ook direct geen jeuk meer heeft. Er kan nog ongeveer 3-4 weken sprake zijn van ‘na-jeuk’!

Maakt u zich zorgen, neem dan contact op met de huisarts of de GGD.