Bijlage bij LCI-richtlijn MERS-CoV

Dit document is bedoeld ter ondersteuning van de afname van materiaal bij personen die verdacht worden van een MERS-CoV-infectie of die gemonitord worden omdat zij in contact zijn geweest met een patiënt waarbij MERS-CoV is vastgesteld. Zie voor instructies afnametechniek en persoonlijke beschermingsmaatregelen: Afnametechniek Influenzadiagnostiek.

Materiaal

Verdachte patiënt of contact met symptomen:

bloed (serologie), feces, nasopharynxwat, keelwat, sputummonster (en indien beschikbaar BAL), zie bijlage 3 diagnostiekalgoritme patiënt MERS-CoV.

Nauwe contacten:

  • bloedmonster voor serologie (stolbuis)  op t=7 dagen (t7) en t =3 weken (t21) na blootstelling;
  • evt. i.o.m. RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu )-LCI Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding ) aanvullende moleculaire diagnostiek: keelswab (in transportmedium)
    op t = 7 dagen (t7) en t= 14 dagen (t14) na  blootstelling.

Zie voor de juiste locatie en techniek voor afname van de keelswab de illustraties op de volgende pagina. Bij vragen over de juiste afnametechniek bel de LCI: 088-6897000.

Noteer op het begeleidende formulier alle relevante gegevens over het contact! Bij meerdere monsters duidelijk de gegevens van de verschillende contacten vermelden en om welk afnamemoment het gaat (t7 [bloed en keelswab] , t14 [keelswab] of t21 [bloed]).

Persoonlijke beschermingsmaatregelen

Verdachte patiënt of een contact met symptomen:

Er dient door de afnemer handschoenen, schort en een FFP 2-masker gedragen te worden bij afname.

Contact zonder symptomen:

Er dient door de afnemer bij bloedafname handschoenen en bij eventuele afname keelswab  handschoenen en FFP2-masker gedragen te worden.

Afnamelocatie monsterafname keelwat MERS-CoV

 

Afnametechniek monsterafname keelwat MERS-CoV