Exotische steekmuggen

Beleid bij invasieve exotische steekmuggen in Nederland

Herziening juni 2021 door dr. Sabine Bantjes (RIVM/CIb/LCI) en dr. Marieta Braks (RIVM/CIb/Z&O)

Vastgesteld door LOI: 7 september 2021

1. Achtergrond

Invasieve exotische muggen kunnen een vector zijn voor infectieziekten. Voorbeelden hiervan zijn Aedes albopictus voor dengue, zikavirusinfectie en chikungunya. Hiermee vormen zij een bedreiging voor de volksgezondheid in Nederland. De Nederlandse overheid heeft daarom beleid geformuleerd dat erop gericht is de vestiging van zes invasieve exotische muggen in Nederland te voorkomen (Rijksoverheid.nl 2021, Tweedekamer.nl 2016). Het beleid bestaat uit het verminderen van de kans op introductie via risicolocaties, het monitoren van hoogrisicolocaties en een set aan maatregelen wanneer er een vondst van een invasieve exotische mug is gedaan met uitroeiing als doel. De maatregelen bestaan uit het verwijderen van potentiële broedplaatsen in en rondom positieve bedrijven of andere locaties en het bestrijden van de larven en volwassen muggen met biociden (larviciden en adulticiden).

Ondanks deze maatregelen duiken exotische muggen steeds vaker op in Nederland. Dit komt door de steeds grotere introductiedruk van invasieve exotische muggen; er is een sterke toename van de populaties in de brongebieden (vooral Zuid-Europa) en er is een sterke toename van handel en verkeer. Voor de Aedes japonicus, de Aziatische bosmug, heeft introductie al geleid tot vestiging. In 2012 is deze mug aangetroffen in Lelystad, waarna de mug al in grote delen van Lelystad bleek voor te komen. Omdat deze mug geen belangrijke rol speelt bij uitbraken van door muggen overdraagbare ziekten is besloten deze mug in deze omgeving (Flevopolder) niet meer te bestrijden.

Maatregelen gericht op bestrijding van invasieve exotische vectoren zoals Aedes albopictus (de Aziatische tijgermug) zijn volgens de Wet publieke gezondheid een verantwoordelijkheid van de minister van VWS. Wettelijk gaat het om de volgende exotische vectoren: Aedes aegypti, Aedes albopictus, Aedes atropalpus, Aedes japonicus, Aedes koreicus en Aedes triseriatus. Daarnaast gelden er ook productvoorschriften op basis van het Warenwetbesluit Lucky Bamboo.

De minister van VWS is verantwoordelijk voor de bestrijding van dergelijke vectoren (Wpg, art. 47a) en kan daartoe terreinen, gebouwen of vervoermiddelen laten controleren; voorschriften van technisch-hygiënische aard uitvaardigen; en vectoren laten vernietigen, eventueel onder last van bestuursdwang. De surveillance en praktische bestrijding van invasieve exotische muggen is in handen van de Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit (NVWA) gelegd. Sinds 2009 is het Centrum Monitoring Vectoren (CMV) actief als onderdeel van de NVWA, onder meer om de surveillance naar invasieve exotische muggen in Nederland uit te voeren. Surveillance op hoogrisicolocaties vindt onder andere plaats bij bandenbedrijven in Nederland waar import van gebruikte banden plaatsvindt en bij bedrijven die lucky bamboo (Dracaena sanderiana) importeren.

In deze handleiding wordt uiteengezet welke organisaties betrokken zijn bij (uitvoering van) beleid rond exotische muggen.

2. Betrokken organisaties

NVWA

De NVWA coördineert de bestrijding exotische muggen. Contact: www.nvwa.nl; 0900-0388 of 088-223 33 33.

CMV (onderdeel van de NVWA)

Het CMV is het kenniscentrum op het gebied van vectoren die ziekten kunnen overbrengen en monitort op vectoren zoals teken, knutten en muggen. Het is een taak van het CMV om eventueel determinatie of brononderzoek uit te voeren na meldingen of vondsten. Het CMV geeft advies over (noodzaak tot) bestrijding. (cmv@minlnv.nl; 0900 -0388).

Particulier bestrijdingsbedrijf

Een particulier bestrijdingsbedrijf kan de muggenbestrijding uitvoeren onder supervisie van de NVWA.

Ministerie van VWS

Het ministerie van VWS heeft een regierol bij de bestrijding, besluitvorming, afstemming berichtgeving en aanvraag van vrijstelling van bestrijdingsmiddelen. Contact: www.rijksoverheid.nl/ministeries/vws; 070-3407911.

RIVM-CIb-LCI

De LCI heeft een adviesrol bij nieuwe en bijzondere situaties. Zie hieronder bij toelichting TAT. Contact: lci@rivm.nl; 088-689 70 00.

GGD

De GGD beantwoordt vragen van burgers en gemeente omtrent gezondheid in relatie tot de acties omtrent exotische muggen. Zie verder onder hoofdstuk 3.

TAT – Technisch Adviesteam

Tijdens het muggenseizoen komt het Technisch Adviesteam (TAT) elke twee weken bijeen om vondsten te bespreken en activiteiten af te stemmen. Het TAT bestaat uit NVWA-CMV, NVWA-Inspectie, NVWA-expertise, NVWA-communicatie, CIb-Z&O-vectordeskundige en evt. NVWA-inspecteur van het getroffen bedrijf. Elke vondst van invasieve exotisch mug word gemeld bij RIVM-LCI. Deze meldingen aan RIVM-LCI zijn ter informatie of ter advisering:

  • Meldingen ter informatie hebben betrekking op vondsten waarvoor de NVWA een geaccordeerde werkwijze heeft.
  • Meldingen ter advisering hebben betrekking op bijzondere situaties, waarvoor bijv. geen geaccordeerde werkwijze bestaat. Het TAT formuleert een bestrijdingsvoorstel (preadvies) dat door NVWA ter advisering wordt voorgelegd aan RIVM-LCI. Het preadvies wordt door CIb-LCI of vectorresponsteam getoetst of het voldoet aan de specifieke voorwaarden. Het (pre)advies van de NVWA kan ook inhouden dat ze het CIb-LCI vragen om het vectorresponsteam bijeen te roepen om de vondst te beoordelen en samen tot een bestrijdingsvoorstel te komen.  De LCI adviseert het ministerie van VWS over het (pre)advies van de NVWA. Het ministerie neemt een besluit, waarna de NVWA de opdracht krijgt conform het advies te handelen.

3. Rol van de GGD

Werkwijze bij melding van een exotische mug aan de GGD

Indien de GGD een melding krijgt van een particulier over de vondst van een exotische mug, dan kan de GGD de particulier verwijzen naar de NVWA, via www.nvwa.nl/muggen. Aldaar kan een officiële melding gedaan worden, met een foto.

Wanneer de NVWA invasieve exotische muggen in de regio heeft gevonden en daarop bestrijdingsmaatregelen gaat nemen, dan informeert zij de GGD en de gemeente (beleidsmedewerker en/of communicatiemedewerker) over de vondst en het bestrijdingsplan.

De GGD kan op basis hiervan gezondheidsgerelateerde vragen beantwoorden en houdt de vinger aan de pols mocht er daadwerkelijk een ziektegeval door een muggenovergedragen pathogeen worden geconstateerd.

Burgemeesters zijn sinds 2018 niet meer verantwoordelijk voor de bestrijding. De GGD speelt geen directe rol bij de bestrijding van invasieve exotische muggen.

Algemene publieksvragen

Algemene publieksvragen over ziektes die exotische muggen kunnen overdragen, worden beantwoord door de afdeling infectieziekten van de GGD, afhankelijk van de vraagstelling. Op de website van het RIVM staan Q&A’s over de tijgermug. Voor vragen over de bestrijding van exotische muggen kan worden verwezen naar de website van NVWA over dit onderwerp.

Overige communicatie

De GGD heeft geen directe rol bij overige communicatie. Indien er na de vondst van een exotische mug besloten wordt tot bestrijding, dan is de NVWA verantwoordelijk voor de communicatie naar buurtbewoners. Afhankelijk van de situatie doet de NVWA huisbezoeken en stelt vooraf voor de buurtbewoners een informatiebrief op die de gemeente en de GGD in kopie ontvangen . Afhankelijk van de situatie kan de NVWA besluiten een persbericht op te stellen.

Publieksinformatie