Bijlage bij LCI-richtlijn Hepatitis B
Zorgverzekeringswet
Per 1 januari 2006 is de nieuwe zorgverzekeringswet van kracht geworden. Hiermee zijn het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering en de Regeling farmaceutische hulp komen te vervallen. Het Besluit en de Regeling zorgverzekering zijn hiervoor in de plaats gekomen. Risicogroepen die een hepatitis B-vaccinatie ten laste van de zorgverzekeringswet kunnen ontvangen zijn:
- personen die zijn aangewezen of op afzienbare termijn aangewezen kunnen zijn op het regelmatig gebruiken van bloed- of bloedproducten of op dialyse;
- personen met het syndroom van Down of met een daarmee vergelijkbare ernstige chromosomale afwijking en voor zover dit gepaard gaat met een verstoorde afweerfunctie;
- personen die partner, gezinslid of huisgenoot zijn van iemand die HBsAgpositief is;
- personen die in een dagverblijf, in een tehuis, op een school voor verstandelijk gehandicapten dan wel een sociale werkplaats verblijven en volgens een risicoanalyse van de GGD (Gemeentelijke gezondheidsdienst ) een verhoogde kans op besmetting hebben (dit geldt niet voor de medewerkers; zij vallen onder het Arbobesluit);
- personen die lijden aan een chronische leverziekte.
RVP (Rijksvaccinatieprogramma )
Per 1 januari 2015 valt het RVP niet meer onder de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten), maar is tijdelijk opgenomen in de Wet langdurige zorg, in afwachting van een definitieve wettelijke regeling voor het RVP in de Wet publieke gezondheid. Het RVP wordt vanuit de rijksbegroting gefinancierd. Inhoudelijk en financieel verandert er niets. Vanuit het RVP komen voor hepatitis B-vaccinatie alle pasgeborenen, inclusief pasgeborenen van HBsAgpositieve moeders in aanmerking. Hepatitis B-immunoglobuline wordt vergoed vanuit de zorgverzekeringswet.
De financiële afwikkeling van de medische zorg voor asielzoekers is vastgelegd in de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA). De vaccinaties die in het kader van het RVP worden uitgevoerd, worden ook via deze regeling bekostigd.
Landelijk vaccinatieprogramma
De vergoedingen voor het landelijke vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen worden uitbetaald door VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (via het CIb (Centrum Infectieziektebestrijding (onderdeel van het RIVM))/RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu )). Voor vergoeding komen de volgende risicogroepen in aanmerking: mannen die seks hebben met mannen en prostitue(e)s (mannen en vrouwen die seks hebben tegen betaling). Eerder werd de vaccinatie ook aan heteroseksuelen met wisselende contacten en druggebruikers kosteloos aangeboden.
Arbobesluit
Het Arbobesluit 4.85 verplicht de werkgever van instellingen waarin werknemers een gerede kans lopen blootgesteld te worden aan biologische agentia, dit risico middels een risicoinventarisatie en evaluatie (RIE) in kaart te brengen (Arbobesluit 4.85).
Wanneer er een kans bestaat op blootstelling aan bloedoverdraagbare aandoeningen, moet beleid worden ontwikkeld en voorlichting worden gegeven om risico te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. De werkgever heeft de verantwoordelijkheid voor de invoering van preventieve maatregelen en een vaccinatiebeleid.
In Arbobeleidsregel 4.91 staat vermeld welke beroepen gevaccineerd moeten worden.
Naast de beroepsgroepen die in ieder geval gevaccineerd moeten worden, kan uit de RIE en de bevindingen van de prikaccidentenregistratie blijken dat andere werknemers ook in aanmerking komen voor vaccinatie. Volgens de richtlijnen van de Europese Unie en de Arbeidsomstandighedenwetgeving hebben de werkgevers de plicht over een accidentenprotocol te beschikken en de kosten te dragen van vaccinatie van werknemers die een verhoogd risico lopen op besmetting met HBV (hepatitis B-virus ) (toezicht: Arbeidsinspectie).
Volgens de Gezondheidsraad is er sprake van een verhoogd risico bij geregeld intensief contact met bloed. Het Nationaal Hepatitis Centrum heeft in 2005 een leidraad hepatitis B-vaccinatie opgesteld.
De volgende risicogroepen komen in aanmerking voor vaccinatie:
- personeel dat tijdens de verzorging of begeleiding van verstandelijk gehandicapten voortdurend aan verhoogd risico blootgesteld wordt;
- acupuncturisten, tatoeëerders of piercers;
- artsen, verpleegkundigen, paramedici en doktersassistenten die geregeld intensief met bloed in aanraking komen;
- pathologen-anatomen en hun medewerkers die met nietgefixeerd potentieel besmet materiaal werken;
- personeel van hemodialyseafdelingen dat rechtstreeks bij de patiëntenzorg of bij de techniek van de hemodialyseprocedure betrokken is, inclusief technisch onderhoudspersoneel;
- personeel van diagnostische en researchlaboratoria dat geregeld met bloed of bloedproducten in aanraking komt;
- verloskundigen en kraamverzorgenden;
- tandartsen, mondhygiënisten, tandartsassistenten en indirect bij de tandheelkundige patiëntenzorg betrokkenen die risico lopen te worden besmet;
- mensen die werken met ziekenhuisafval of met afval van één van de bovengenoemde beroepsgroepen.
Eigen kosten of (aanvullende) zorgverzekering
De volgende personen komen niet standaard in aanmerking voor vergoeding van de vaccinatie:
- personen die langer dan 3 maanden in HBV-endemische landen verblijven (zie het LCR (Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering )-protocol);
- blootgestelden aan verwonding door voorwerpen besmet met bewezen positief of verdacht bloed (zie ook het draaiboek Prikaccidenten). Als postexpositieprofylaxe wordt voorgeschreven door een erkende behandelaar, dan wordt de behandeling wel vergoed.
Overige personen en werknemers behoeven pas gevaccineerd te worden als uit een risicoinventarisatie en evaluatie (RIE) blijkt dat er sprake is van verhoogd risico. Zij komen volgens het advies van de Gezondheidsraad niet standaard in aanmerking voor vaccinatie. Alternatieve bestrijdingsmethoden die als voldoende worden beschouwd, staan per groep vermeld.
Gezonde personen (exclusief werknemers):
- gedetineerden: algemene preventieve maatregelen, accidentenprotocol. Tenzij ze onder de risicogroepen van de landelijke vaccinatiecampagne vallen, dan volgens deze campagne vaccineren;
- klas- en speelgenootjes op scholen en in kindercentra van HBsAgpositieve dragers: voorlichting, preventieve maatregelen, accidentenprotocol (onder bijzondere voorwaarden kan vaccinatie plaatsvinden in het kader van de Zorgverzekeringswet indien er een risicoanalyse door de GGD is opgesteld, zie onder ‘Zorgverzekeringswet’);
- woonwagenbewoners: richtlijnen GGD Regio Utrecht: terughoudend zijn met interventies vanuit overheid; voer familieonderzoek bij HBsAgpositieve zwangeren uit als ingang.
Gezonde personen, werknemers:
- personeel penitentiaire inrichtingen: geen hogere prevalentie aangetoond. Algemene preventieve maatregelen, accidentenprotocol inclusief zorgvuldige registratie;
- politie- en brandweerpersoneel: geen hogere prevalentie aangetoond. Hygiënemaatregelen, accidentenprotocol en voorlichting zijn van belang;
- schoonheidsspecialisten.