Bewerking van (Lab)infact: Acute slappe verlamming door enterovirussen (verstuurd op 5-2-2019)

Behorend bij LCI-richtlijn Polio

Deze bewerking van het (lab)infact geeft aanwijzingen voor de af te nemen diagnostische monsters en vervolgdiagnostiek van enterovirussen bij patiënten met acute slappe verlamming (AFP).

AFP door enterovirussen

Meerdere virussen, waaronder poliovirus, kunnen AFP veroorzaken. AFP waarbij poliovirus in feces is gedetecteerd, wordt poliomyelitis genoemd. AFP is een overkoepelende term. ‘Acute flaccid myelitis’ (AFM) is een variant van AFP. AFP veroorzaakt door entervirus EV-D68 (EV-D68) of enterovirus EV-A71 (EV-A71) wordt veelal als AFM aangeduid, maar verschilt klinisch niet van AFP veroorzaakt door poliovirus. Onderscheid is alleen te maken aan de hand van typering van het gedetecteerde enterovirus.

Enterovirusinfecties komen veelvuldig voor, met name bij kinderen. Veel infecties verlopen asymptomatisch. Als enterovirusinfecties klachten geven, begint het vaak met algemene klachten (koorts, hoofdpijn). Vervolgens ontwikkelt het ziektebeeld zich tot een milde gastro-enteritis, hand-voet-mondziekte of respiratoire klachten ). Ernstige complicaties van een enterovirusinfectie, zoals AFP of AFM, zijn uiterst zeldzaam. AFM door EV-D68- treedt doorgaans een aantal dagen na een bovenste luchtweginfectie op. In zeer korte tijd treedt progressieve verlamming op van de ledematen, respiratoire en/of bulbaire spieren. Veelal is de verlamming asymmetrisch en zijn de armen meer aangedaan dan de benen.

Epidemiologie

Zowel internationaal als nationaal worden er meer EV-D68- en EV-A71-infecties en meer gevallen van AFP/AFM door andere enterovirussen dan poliovirus gezien. In het Wekelijks overzicht infectieziektesignalen is en wordt daarover bericht.

Diagnostiek

Bij iedere vorm van AFP/AFM wordt de artsen-microbioloog aangeraden diagnostiek naar enterovirus in te zetten. Hierbij dienen, naast fecesmonsters in verband met het uitsluiten van poliovirus, ook respiratoire monsters (in het bijzonder nasofaryngeaal spoelsel of uitstrijk en keeluitstrijk) te worden afgenomen. 

Medisch Microbiologische Laboratoria wordt gevraagd enterovirus-positieve materialen bij een patiënt met AFP/AFM voor verdere typering door te sturen naar het RIVM, ook voor het uitsluiten van poliovirus, of naar een Type-Ned-lab. De Type-Ned-laboratoria wordt verzocht om hun bevindingen zo spoedig mogelijk in Type-Ned te rapporteren.

In tegenstelling tot poliovirus en andere enterovirussen, maar net als rhinovirussen, is er een aantal enterovirussen, waaronder EV-D68 die primair een respiratoir ziektebeeld geven en met name in keel- en neusmonsters gedetecteerd worden, terwijl feces- en liquormonsters vrijwel altijd negatief zijn. Ook EV-A71 kan in keel- en neusmonsters gedetecteerd worden; het is een bekende verwekker van hand-voet-mondziekte. Omdat een aantal testen met als target het 5’NCR geen onderscheid maken tussen rhinovirus en enterovirus, wordt aangeraden ook rhinovirus/enterovirus-PCR-positieve monsters bij patiënten met AFP/AFM verder te (laten) typeren om poliovirus, EV-D68 of EV-A71 uit te sluiten/het virus te karakteriseren.

Meldingsplicht

Indien u bij een patiënt met AFP/AFM polio vermoedt (denk hier zeker aan als de patiënt niet gevaccineerd is), is dit meldingsplichtig bij de GGD. U dient de GGD hier direct over te informeren (het is een groep-A2-meldingsplichtige ziekte). Hierbij is het van belang de polio-vaccinatiestatus te documenteren.