CIb-kenniswebinar, 1e editie: Mutanten en Varianten van SARS-CoV-2 (16 maart 2021)

Terug naar overzichtspagina CIb-kenniswebinars

CIb-kenniswebinar editie 1: Mutanten en Varianten van SARS-CoV-2

Deze eerste editie stond in het teken van mutanten en varianten van SARS-CoV-2.

Dr. Chantal Reusken, topexpert virologie (RIVM-CIb), sprak over mutanten en varianten van SARS-CoV-2 en heeft duiding gegeven aan de opkomst daarvan. Wanneer is een variant een ‘variant of concern’ (VOC) en wie bepaalt dat? Hoe is monitoring georganiseerd in Nederland en wat heeft dat met kiemsurveillance te maken?

Sabine Bantjes, Arts Maatschappij & Gezondheid, Infectieziektebestrijding (RIVM-CIb), sprak over het belang van mutanten en varianten van SARS-CoV-2 voor de infectieziektebestrijding op landelijk en regionaal niveau. Hoe werken de GGD en LCI samen in de bestrijding van SARS-CoV-2? Welke rol spelen varianten van SARS-CoV-2 in een uitbraakonderzoek? Hoe kan je deze informatie als GGD-arts duiden voor de bestuurders in de jouw regio?

Bekijk hier het webinar terug.

Gestelde vragen en antwoorden

Hieronder vindt u een overzicht van de vragen en antwoorden die tijdens de sessie niet direct behandeld konden worden.

1. ­Is het mogelijk nog de uitkomsten te ontvangen van eerder aangevraagde sequencing?­
2. ­Ook bij het IDS zelf? Het is lastig als het uitkomsten zijn van verschillende labs in één uitbraak­.

A De terugkoppeling van uitslagen verloopt via het insturend laboratorium omdat bij IDS enkel wordt gewerkt met geanonimiseerde monsters. De sleutel tot praktische informatie voor de GGD ligt bij de insturende laboratoria. We realiseren ons dat dit tot vertraging kan leiden. Het is overigens mogelijk om direct bij IDS sequencing resultaten op te vragen, indien de ingestuurde monsternummers gekend zijn.

3. Kunnen jullie de kiemsurveillancetool toelichten? Hoe kunnen we er lokaal de beste info uithalen?­

A Deze vraag is in de sessie beantwoord.

4. ­In vervolg op mijn toolvraag: correspondeert elk cladenummer met een van de mutanten?­

A Een clade is een groep van genetisch verwante mutanten. In ieder geval iedere officiële variant of concern (VOC) heeft een eigen cladenummer gekregen, maar niet elke mutant krijgt een cladenummer.

5. Hoe is de rol van kinderen in de transmissie nu vergeleken bij de rol van volwassenen? Hebben kinderen toch een grotere rol dan we dachten?­
6. Is de rol van kinderen in de transmissie in totaal nu groter dan we eerst dachten?­

A De (verhoogde) besmettelijkheid bij kinderen met varianten van SARS-CoV-2 lijkt proportioneel aan die bij volwassenen. We zullen proberen in een toekomstig CIb-kenniswebinar aandacht te besteden aan de epidemiologische rol van kinderen.

7. In welke mate is het beleid erop gericht om de verspreiding van bijzondere varianten in Nederland te vertragen?­

A Voor varianten die nog niet veel voorkomen in Nederland, zoals de P1-variant, vragen we de GGD een geïntensiveerd BCO uit te voeren om de bron na te gaan en verdere verspreiding actief op te sporen door ook monsters van positief geteste contacten te sequencen. Bij de al meer voorkomende VOC’s, zoals de B.1.1.7 (UK-variant) en B.1.352 (ZA-variant), is dit niet meer nodig omdat we weten dat er verspreiding is in Nederland. Doordat deze varianten wel meer besmettelijk zijn, adviseren we wel om te benadrukken dat de index en contacten zich goed aan de geadviseerde (reguliere) maatregelen houden. Dit geldt ook voor clusters waarbij deze varianten gevonden worden. Voor meer info, zie  (Lab)Inf@ct 102 van 11 maart 2021.

8. Er wordt gezegd: de winst voor de duiding van de kiemsurveillance is marginaal door het toevoegen van de data van de sequencende labs. Waarom dan toch toevoegen?­

A De resultaten van andere sequencende labs dan EMC en IDS zijn toegevoegd aan de kiemsurveillancedata, omdat dit de power van de analyse op landelijk niveau versterkt, al is het effect (momenteel) beperkt. Zoals in de presentatie is aangegeven, is de power van kiemsurveillancedata op regionaal niveau te laag om er conclusies aan te verbinden.