Mazelen
Vastgesteld LOVI: februari 2015.
Laatste wijziging april 2019.
Zie ook voor meer informatie:
- Vragen en antwoorden over mazelen op RIVM.nl.
Wat is mazelen?
Mazelen is een besmettelijke vlekjesziekte. Mensen krijgen het door een virus.
De meeste kinderen in Nederland worden ingeënt tegen mazelen. Daardoor komt de ziekte in Nederland niet veel meer voor.
Wat zijn de klachten bij mazelen?
Mazelen begint plotseling. De klachten kunnen zijn:
- koorts,
- niet lekker voelen,
- verkouden en hoesten,
- ontstoken ogen, waardoor iemand niet goed meer tegen licht kan,
- kleine witte vlekjes in de mond.
Na 3 tot 7 dagen komen vlekjes op de huid. Deze vlekjes komen eerst achter de oren en verspreiden daarna over het hele lichaam. De vlekjes voelen ruw, als schuurpapier.
De tijd tussen het besmet raken en ziek worden is 7 tot 14 dagen. Meestal is het 10 dagen.
Sommige mensen kunnen erger ziek worden van mazelen. Ze krijgen bijvoorbeeld een oorontsteking of longontsteking. Heel soms gaat iemand dood door mazelen
Hoe kunt u mazelen krijgen?
Het virus zit in de keel van iemand die besmet is. Door hoesten en niezen komen kleine druppeltjes met het virus in de lucht. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken. De ziekte is heel besmettelijk.
Mensen kunnen elkaar al besmetten vanaf 4 dagen vóór de vlekjes beginnen. Ze blijven besmettelijk tot 4 dagen nadat de vlekjes verschenen.
Wie kan mazelen krijgen?
Iemand die al mazelen heeft gehad, kan de ziekte niet opnieuw krijgen.
Mensen die nooit mazelen hebben gehad, kunnen de ziekte nog wel krijgen. Zeker mensen die niet zijn ingeënt tegen mazelen. Soms krijgt iemand die ingeënt is, toch mazelen. Dan is die persoon meestal minder ziek.
Sommige mensen kunnen erger ziek worden:
- baby’s,
- zwangere vrouwen,
- mensen met minder afweer.
Wat kunt u doen om mazelen te voorkomen?
Er is een inenting om de ziekte te voorkomen. De BMR-inenting (tegen bof, mazelen en rodehond) is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Kinderen krijgen twee inentingen: als ze 14 maanden en als ze 9 jaar oud zijn.
Bent u niet ingeënt tegen mazelen en heeft u contact gehad met iemand die mazelen heeft? Dan kunt u alsnog een inenting krijgen. De inenting moet dan wel binnen 3 dagen na dit contact gegeven worden. Overleg hierover met de huisarts of de GGD.
Wat kunt u verder doen?
Bij hoesten of niezen:
- Gebruik een papieren zakdoek. Hebt u geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in de plooi van uw elleboog.
- Gebruik een zakdoek maar één keer.
- Gooi de zakdoek na gebruik weg.
- Was hierna uw handen.
- Het is niet nodig om bij iedereen die hoest of niest uit de buurt te blijven. Houd pasgeboren baby’s wel uit de buurt van hoestende en niezende mensen.
- Leer kinderen ook netjes te hoesten en te niezen.
Was regelmatig uw handen met water en zeep, zeker na een flinke hoest- of niesbui. Handen wassen doe je zo:
- Maak de handen goed nat onder stromend water.
- Neem wat vloeibaar zeep uit een pompje.
- Wrijf de handen over elkaar. Zorg dat er zeep op de binnenkant en buitenkant van de handen zit. Wrijf goed alle vingertoppen in. Vergeet de duimen niet. Wrijf ook tussen de vingers.
- Spoel de zeep goed af, onder stromend water.
- Droog de handen goed af aan een schone handdoek of aan een papieren handdoek (keukenrol).
Zie ook de film 'Handen wassen - Doe het goed en vaak' van het RIVM.
Is mazelen te behandelen?
Mazelen gaat meestal vanzelf over. Medicijnen zijn dan niet nodig.
Bel de huisarts als u denkt dat u mazelen heeft. De huisarts kan onderzoeken of u mazelen heeft.
Kan iemand met mazelen naar een kindercentrum, school of werk?
Als u denkt dat uw kind mazelen heeft, houd het dan thuis en bel de huisarts.
Als uw huisarts vastgesteld heeft dat uw kind mazelen heeft, vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van mazelen bij hun kind.
Als u als volwassene denkt dat u mazelen hebt, blijf dan thuis en bel uw huisarts. Als de huisarts mazelen bij u heeft vastgesteld, overleg dan met de GGD/bedrijfsarts of met uw werkgever voor u weer gaat werken.
Heeft u nog vragen?
Vraag het de GGD-afdeling Infectieziekten of de huisarts.