COVID-19 Richtlijn
Samenvatting
Verwekker: Coronavirus SARS-CoV-2
Besmettingsweg: Mens-op-mens-transmissie via directe druppelinfectie (hoesten en niezen), mogelijk indirecte transmissie via oppervlakten, aerosolen tijdens medische procedures
Incubatietijd: 2-14 dagen (gemiddeld 5-6 dagen)
Besmettelijke periode: Nog niet volledig bekend. In ieder geval tijdens 1-2 dagen voor start van symptomen en gedurende de eerste 5 dagen van de symptomatische fase waarna virus nog langer met PCR aantoonbaar kan zijn in de keel/feces
Maatregelen: Meldingsplicht groep A; bron- en contactonderzoek; isolatie en verdere maatregelen op indicatie
Symptomen: Van milde luchtwegklachten (neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn, hoesten), verhoging/koorts tot ernstige pneumonie en dyspnoe. Ook plotseling verlies van reuk en/of smaak (zonder neusverstopping) komt voor.
Deze CONCEPT-richtlijn is bedoeld voor GGD’en en andere zorgprofessionals en geeft aan hoe te handelen bij een persoon met (verdenking op) COVID-19. Deze informatie wordt regelmatig bijgewerkt; verversen van de app en webpagina voor gebruik wordt aanbevolen.
Per 24 december 2020 staat de uitvoeringsrichtlijn COVID-19-vaccinatie online.
Versiebeheer
- 25-02-2021: De bijlage COVID-19 en overlijden is op meerdere punten verhelderd en geactualiseerd en er zijn enkele informatieve links toegevoegd. Met name in de alinea’s De uitvaart en Uitvaart, afscheidsdienst en condoleance zijn de maatregelen gespecificeerd en op enkele punten aangescherpt.
- 24-02-2021: In de tabel onder Preventie, PBM voor zorgmedewerkers is ter verduidelijking bij Chirurgisch mondneusmaskers 'bevestigde en verdachte personen' i.p.v. ‘bevestigde patiënten’ geschreven. Tevens zijn een aantal NEN-EN-nummers die op 11-2 in de tabel onder Ademhalingsbeschermingsmaskers en Chirurgisch mondneusmaskers waren toegevoegd weer verwijderd, omdat dit tot veel onduidelijkheid leidde.
- 19-02-2021: de bijlage Protocol BCO is aangepast: het gebruik van antigeensneltest voor het testen op of na dag 5 na de laatste blootstelling voor contacten is toegevoegd naar aanleiding van het advies van het 99e OMT, en het beleid voor situaties waarbij een zorgmedewerker met PBM gewerkt heeft in de besmettelijke periode is toegevoegd.
- 18-02-2021:
- De bijlage Uitgangspunten testbeleid en inzet zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis is aangepast op basis van de eerdere wijzigingen in het BCO-protocol (n.a.v. de adviezen van het 97e OMT) en de eerdere wijzigingen in de Handreiking bij neusverkouden kinderen (n.a.v. de adviezen van het 99e OMT).
- In de Handreiking bij neusverkouden kinderen is een advies bij hernieuwde klachten <8 weken na een bevestigde SARS-CoV-2-infectie toegevoegd.
- 17-02-2021: In de Handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen (13 tot 18 jaar) (VO) is het testbeleid aangepast voor categorie 2 en 3 n.a.v. de aanpassing van het algemene BCO. Daarnaast is na het advies van het 98e OMT het testbeleid voor scholen toegevoegd. Voor het voortgezet onderwijs zijn nieuwe informatiebrieven geplaatst voor nauw contact, overig contact en contact buiten de klas/groep. Hierin zijn de meest recente adviezen rondom testen en thuisblijven verwerkt.
- 09-02-2021: In de informatiebrieven basisonderwijs en kinderopvang nauw contact is de tekst over direct testen verduidelijkt.
- 08-02-2021: Voor basisonderwijs en kinderopvang zijn nieuwe informatiebrieven geplaatst voor nauw contact, overig contact en contact buiten de klas/groep. Hierin zijn de meest recente adviezen rondom testen en thuisblijven verwerkt. | De handreiking langdurig neusverkouden kinderen is aangepast: de indicatie voor thuisblijven is aangevuld en compleet gemaakt.
- 08-02-2021: De Engelstalige informatiebrieven zijn geüpdatet.
- 05-02-2021: De Handreiking neusverkouden kinderen is aangepast n.a.v. het 99e OMT. Alleen kinderen van 0 tot 4 jaar mogen met verkoudheidsklachten naar de opvang. Kinderen van 4 tot en met 12 jaar met verkoudheidsklachten moeten thuisblijven en krijgen het advies om zich te laten testen. Het thuisblijfbeleid voor huisgenoten is ook aangepast, zij blijven ook thuis als een kind naast milde klachten koorts/benauwdheid heeft.
- 04-02-2021:
- In de Handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen (0 t/m 12 jaar) is een aanpassing van het testbeleid voor categorie 2 en 3 n.a.v. de aanpassing van het algemene BCO gedaan. Daarnaast is na het advies van het 98e OMT het testbeleid voor scholen toegevoegd.
- In het BCO-protocol zijn aanvullende adviezen voor werknemers in de luchtvaart en internationale veerdiensten toegevoegd.
- 03-02-2021:
- In de paragraaf Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers is, op basis van het advies OMT 97 deel 2, toegevoegd dat gebruik van mondneusmasker type FFP2 overwogen kan worden bij inschatting dat er een verhoogd risico is op het vrijkomen van zeer kleine druppeltjes. Voor het dragen van mondneusmaskers in de publieke ruimten geldt nu dat personen zowel medische als niet-medische maskers kunnen dragen. Dit is ook toegevoegd in de bijlagen Uitgangspunten PBM bij verzorging, verpleging of medische behandelingen buiten het ziekenhuis en Uitgangspunten PBM bij Wmo-ondersteuning. In deze bijlagen zijn daarnaast de volgende wijzigingen gedaan: (1) Er is benoemd dat de uitgangspunten ook gelden voor nieuwe varianten van het coronavirus. (2) Evenals in het FMS-document 'Leidraad persoonlijke bescherming in de (poli)klinische setting' is bij het preventief dragen van een mondneusmasker in een zorgsituatie de tijdsduur van 15 minuten of langer vervallen. (3) Ditzelfde geldt voor het dragen van een mondneusmasker met een faceshield bij therapeutische en diagnostische medische handelingen waarbij de zorgverlener zeer dicht bij het gelaat van de patiënt komt. De tijdsduur van minimaal 3 minuten is hierbij vervallen. (4) Op basis van het advies OMT 96 deel 2 zijn de extra maatregelen voor groepsvervoer van personen die vallen onder de risicogroepen opgenomen; tevens is er een verwijzing ingevoegd naar het generieke kader coronamaatregelen (NB. wijzigingen 1 en 2 gelden voor beide bijlagen; wijziging 3 heeft alleen betrekking op bijlage PBM verzorging verpleging buiten ziekenhuis; wijziging 4 heeft alleen betrekking op bijlage PBM Wmo).
- N.a.v. de adviezen van het 97e OMT (22 januari) is het BCO-protocol aangescherpt. De volgende wijzigingen zijn in het protocol doorgevoerd, ook voor vliegtuigcontacten en internationale trein- en buscontacten: (1) De definitie van de contacten is gewijzigd: categorie 2a is uitgebreid met personen die cumulatief binnen een periode van 24 uur meer dan 15 minuten binnen 1,5 meter in contact zijn geweest met een index in diens besmettelijke periode; personen die langer dan 15 minuten in dezelfde ruimte waren met een besmettelijke index, worden aangemerkt als categorie 3a contact (voorheen categorie 3); personen die korter dan 15 minuten op minder dan 1,5 meter zijn blootgesteld aan een besmettelijke index, worden voortaan als categorie 3b-contacten beschouwd. (2) Er is een aanvullend advies voor testen van contacten, met als doel om de infecties snel op te sporen, snel isolatie in te kunnen stellen en contactopsporing te starten. contacten categorie 1 en 2 krijgen het advies om zich zo snel mogelijk te laten testen, naast de test vanaf dag 5 in quarantaine. Contacten categorie 3 krijgen het advies om zich te laten testen, op of rond dag 5 na de blootstelling. De informatiebrieven BCO zijn ook hierop aangepast (zie verder onderstaand).
- De informatiebrieven zijn aangepast. In de informatiebrief voor categorie 3-contacten is het advies opgenomen om zich te laten testen. Categorie 1- en 2-contacten krijgen het advies om zich zo snel mogelijk te laten testen nadat zij als contact zijn aangemerkt. Indien deze eerdere test (voor dag 5 na de laatste blootstelling) negatief is, vervalt het quarantaineadvies niet.
- De Handreiking reizen en toerisme is aangepast aan de laatste beleidsveranderingen. Reizigers kunnen getest worden vanaf dag 5 van de quarantaine. De quarantaine kan afgebroken worden als vanaf dag 5 een test wordt gedaan en de uitslag daarvan negatief is. Er mag dan ook weer gereisd worden. Zonder test duurt de quarantaine 10 dagen.
- In de Handreiking testen binnen bedrijven en ondernemingen is t.a.v. de LAMP-test en antigeentest meer achtergrondinformatie toegevoegd onder kopje ‘Wanneer worden welke testen wel/niet gebruikt?’. Daarnaast is onder hetzelfde kopje een aantal nieuwe situaties toegevoegd wanneer mensen zonder klachten zich kunnen laten testen volgens het landelijk testbeleid.
- 26-01-2021: Toegevoegd in bijlage inzet en testbeleid zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis m.b.t.t reizigers hoogrisicolanden: Reizigers kunnen zich 5 dagen na terugkeer laten testen. Voor zorgmedewerkers is het advies om in deze situatie een PCR-test aan te bieden'. | In de Handreiking voor contactonderzoek bij COVID-19 in instellingen voor langdurige zorg is aan de inleidende alinea toegevoegd dat deze handreiking ook geldt als zorgmedewerkers en/of cliënten gevaccineerd zijn tegen COVID-19; vaccinatie vormt op dit moment geen reden om het testebeleid aan te passen. | In handreikingen contact- en uitbraakonderzoek bij kinderen van 0 t/m 12 jaar en van 13 tot 18 jaar zijn tekstuele verduidelijkingen gedaan onder 'Maatregelen' en een wijziging bij de maatregelen die scholen kunnen nemen om de transmissie zo klein mogelijk te houden. Deze zullen worden beschreven in het spoedig te publiceren Generiek kader voor scholen.
- 25-01-2021: Het protocol BCO en de informatiebrief voor categorie 2-contacten is aangepast naar de meest recente regels over afstand houden bij kinderen.
- 22-01-2021: Aanpassing Informatie voor reizigers die terugkomen uit een hoogrisicoland: testen op dag 5 nu mogelijk.
De Handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen (0 tot 18 jaar) is gesplitst in een handreiking voor het basisonderwijs en een handreiking voor het voortgezet onderwijs. De handreiking is compleet vernieuwd herzien n.a.v. het advies van het 95e OMT over het veilig heropenen van de scholen, De uitvoering van het BCO bij 1 positief geteste kind/medewerker, of bij een uitbraak in de klas/school en testbeleid is in de handreiking nader uitgewerkt. - 01-12-2020: Tekstuele verduidelijking onder 'testbeleid en maatregelen contacten'.
- 15-01-2021: Aanpassingen in de Handreiking Testen binnen bedrijven n.a.v. recente OMT’s over testen. De belangrijkste wijziging is dat de handreiking nu niet enkel antigeensneltesten maar (snel)testen in algemene zin behandelt; de LAMP-test en ademtest zijn toegevoegd aan het stuk. En er is een link opgenomen naar Welke testen bij welke groepen.
- 12-01-2021: Onder Ziekte & Besmettelijkheid is de tekst onder 'Besmettelijke periode' en 'Besmettelijkheid' geactualiseerd en voorzien van nieuwe referenties.
- 06-01-2021: De bijlage Handreiking bij neusverkouden kinderen is aangepast: het testbeleid voor kinderen t/m groep 8 is gelijk getrokken met kinderen op het voortgezet onderwijs n.a.v. het 94e OMT-advies.
- 04-01-2021: Onder Preventie, Immunisatie is onder 'Vaccin tegen COVID-19' tekst toegevoegd en geactualiseerd.
- 31-12-2020: update van het protocol Noodzakelijk zittend vervoer in lijn met actuele adviezen. De grootste aanpassingen zijn: naast de patiënt wordt ook de chauffeur aangeraden een chirurgisch mondneusmasker te dragen tijdens de rit; de types mondneusmasker zijn gespecificeerd; het dragen van een spatbril of face shield wordt geadviseerd tijdens hulp verlenen bij in- en uitstappen; de uitleg over wanneer deze regels gelden is ingekort; de chauffeur moet vooraf instructies hebben gekregen over het gebruik van PBM en de uitvoering van de regels.
- 29-12-2020: Beleid voor mensen met en zonder symptomen in één brief (lci.rivm.nl/informatie-thuis) ondergebracht. | De bijlagen 'Kader vervoer naar dagbesteding' en 'Kader voor speciaal vervoer van jongeren' zijn vervallen. De tekst Extra aandachtspunten voor het vervoer van groepen naar woonzorglocaties en dagbesteding in het Generiek kader coronamaatregelen vervangt deze bijlagen.
- 28-12-2020: Link naar informatie en de richtlijn over COVID-19-vaccinatie toegevoegd onder Primaire preventie en 'Zie ook'. | Het 'Advies mondneusmaskers en ademhalingsbeschermingsmaskers' in de paragraaf 'Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers' is aangepast. Er is geen sprake meer van schaarste en de huidige tekst beschrijft de adviezen die volgen uit de richtlijnen van de WHO en de landelijke richtlijnen voor gebruik van PBM.
- 22-12-2020: De term 'patiënt' is in de richtlijn, waar van toepassing, vervangen door '(bevestigde) persoon', aangezien mensen ook positief kunnen testen op SARS-CoV-2 zonder dat zij zorg behoeven. Op 23-12-2020 is dit eveneens aangepast in het protocol BCO. De komende dagen zal dit ook aangepast worden in de andere bijlagen. | In de bijlage Handreiking testen binnen bedrijven en ondernemingen op COVID-19: Inmiddels is een aantal antigeensneltesten klinisch gevalideerd voor gebruik bij verschillende groepen personen. Zie Status validatie SARS-CoV-2-antigeensneltesten, te downloaden vanaf de pagina Toetsen van antigeensneltesten.
- 18-12-2020: Actualisatie van case fatality rate en infection fatality rate. | Nieuwe versie Bijlage contactonderzoek COVID-19 langdurige-zorg
- 17-12-2020: Link naar de nieuwsbrief COVID-19-vaccinatie toegevoegd onder Immunisatie.
- 16-12-2020: In protocol BCO en in richtlijn onder Contactonderzoek: Aan het advies om de maatregelen conform categorie 3-contacten te volgen als een contact (huisgenoot of overig nauw contact) zelf een (aangetoonde) infectie heeft doorgemaakt met een eerste ziektedag minder dan 8 weken geleden, zijn uitzonderingen toegevoegd; het advies geldt niet voor personen van 70 jaar of ouder, immuungecompromitteerden, verpleeg- of verzorgingshuisbewoners en anderen met een verminderde weerstand.
- 14-12-2020: In protocol BCO: Bij asymptomatische infecties begint de besmettelijke periode op de testdatum en eindigt 5 dagen na de testafname. Beleid is zoals bij symptomatische infecties. In de kantlijn is daarnaast een link toegevoegd naar de RIVM-pagina met het Generiek kader coronamaatregelen. | Op lci.rivm.nl/leefregels zijn de vertalingen toegevoegd en is de brief voor huisgenoten verder verduidelijkt voor de situatie dat de positief geteste huisgenoot geen klachten heeft.
- 11-12-2020: Aanpassingen in de informatiebrieven. | De paragrafen over zwangerschap verder in lijn gebracht met De bijlage zwangerschap (werk) en COVID-19. | In het stappenplan (en in de brieven voor contacten) is de periode voor zelfmonitoring van 14 naar 10 dagen gezet. Dit is gebaseerd op het feit dat uit gegevens van het Nederlandse bron- en contactonderzoek blijkt dat van alle contacten van een besmette patiënt die later zelf ziek werden 99% COVID-19-klachten kregen binnen 10 dagen na het laatste risicovolle contact.
- 09-12-2020: De bijlage Grootschalig testen van personen zonder klachten (onderbouwing) is toegevoegd.
- 04-12-2020: Link naar document 'status validatie antigeensneltesten' toegevoegd aan Diagnostiek en Diagnostiekbijlage.
- 03-12-2020: Informatie over herinfecties toegevoegd in de paragrafen Natuurlijke immuniteit, Indicaties voor diagnostiek, Meldingsplicht en Maatregelen naar aanleiding van een geval. | Het document PBM Wmo-ondersteuning is geheel herzien, per ondersteuningsvorm uitgebreid met preventieve maatregelen bij een hoge COVID-19-incidentie in Nederland. Ook is de titel aangepast van 'Beleid PBM Wmo-ondersteuning' naar 'Uitgangspunten PBM bij Wmo-ondersteuning'. Omwille van de vindbaarheid is de url niet aangepast.
- 02-12-2020: Isolatie bij asymptomatische personen met SARS-CoV-2 is verlengd van 3 naar 5 dagen. Hierop zijn de hoofdtekst, de bijlage Protocol bron- en contactonderzoek COVID-19 en de informatiebrieven Informatiebrief met leefregels voor iemand die positief getest is en (nog) geen klachten heeft, Informatiebrief leefregels voor huisgenoten van iemand die positief getest is en (nog) geen klachten heeft en Informatiebrief leefregels voor nauwe contacten van iemand die positief getest is en (nog) geen klachten heeft aangepast.
- 01-12-2020: Diverse wijzigingen in de bijlage Uitgangspunten testbeleid en inzet zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis. Toegevoegd dat uitgangspunten vragen om nadere invulling per sector of instelling. Nieuwe indeling: I Testbeleid en isolatie zorgmedewerkers met klachten en II Quarantaine en inzet van zorgmedewerkers zonder klachten. Voor het testen van zorgmedewerkers wordt een PCR-test geadviseerd. Bij negatieve uitslag antigeensneltest moet alsnog een PCR-test worden gedaan. Het quarantainebeleid is aangepast: PCR-test dag 5 en consequenties voor inzetbaarheid in verschillende situaties toegevoegd. Tevens schema toegevoegd om nieuwe beleid te verduidelijken. Wijziging in Bijlage Handreiking testen binnen bedrijven en ondernemingen op COVID-19: werknemers uit een medische risicogroep met milde klachten (buiten zorginstellingen) hoeven bij een negatieve testuitslag van een antigeensneltest niet hertest te worden.
- 30-11-2020: Maatregelen voor personen met een CoronaMelder-notificatie en Handreiking reizen toerisme en COVID-19-beleid voor patiënten en contacten zijn in lijn gebracht met het nieuwe BCO-beleid per 1-12-2020. Nieuw BCO-beleid gepubliceerd: aanpassing quarantaine voor categorie 1- en 2-contacten waarbij vanaf 1 december 2020 de quarantaine opgeheven kan worden als een PCR-test negatief is op of na 5 dagen na de laatste blootstelling. Wijziging monitoringsperiode gesprekken voor categorie 2-contacten: het contactmoment halverwege de monitoringsperiode is vervallen. Toevoeging beleid bij internationale trein- en buscontacten. Toevoeging beleid bij contacten in het buitenland. Toevoeging dat mensen die zelf een bewezen infectie hebben doorgemaakt <8 weken geleden als categorie 3-contact worden beschouwd. Bijlage Beschikbaarheid en bestelprocedure van remdesivir: werkwijze mbt spoedbestellingen is gewijzigd.
- 27-11-2020: De nieuwe bijlage Handreiking testen binnen bedrijven en ondernemingen op COVID-19 is toegevoegd. | In aanvulling op het gewijzigde test- en thuisblijfbeleid voor kinderen (zie wijziging 17-11-2020) is het thuisblijfbeleid voor huisgenoten van kinderen met klachten aangepast; de Handreiking bij neusverkouden kinderen en de Handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen (0 tot 18 jaar) zijn daarom geactualiseerd; ook is de adviesbrief voor ouders/verzorgers van klas- en groepsgenoten van een patiënt in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en kindercentra vernieuwd, met aanvullingen en verduidelijking van het advies.
- 26-11-2020: De bijlage Onderbouwing OMT-advies zangkoren is toegevoegd.
- 24-11-2020: van de tabel onder 'Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers' (in hoofdstuk Preventie) is de benaming gewijzigd van 'Persoonlijke beschermingsmiddelen' naar 'Toelichting op de kwaliteitseisen waar de verschillende PBM aan moeten voldoen'. Toelichting: de vorige aanduiding gaf onvoldoende betekenis aan de inhoud van de tabel en zou ten onrechte geïnterpreteerd kunnen worden als een voorschrift voor isolatiezorg (dat staat in de Uitgangspunten PBM bij verzorging, verpleging of medische behandelingen buiten het ziekenhuis); met de nieuwe aanduiding is het duidelijker dat de tabel een toelichting vormt op de beschikbare middelen.
- 17-11-2020: de Handreiking bij neusverkouden kinderen is geactualiseerd naar aanleiding van het OMT-advies (OMT 87) en betreft hoofdzakelijk het aangepaste testbeleid voor kinderen t/m de basisschoolleeftijd (zie verder onder Versiebeheer aldaar).
- 12-11-2020: enkele aanpassingen doorgevoerd in de diagnostiekparagraaf over PCR-targets n.a.v. commentaarronde bij de NVMM. Daarnaast zijn er in de bijlage Aanvullende informatie diagnostiek toevoegingen/aanpassingen gedaan over het combineren van wattenstokken, antigeentesten, interpretatie van serologische uitslagen en landelijke coördinatie. De diagnostiekparagraaf en de bijlage aanvullende informatie diagnostiek zijn vastgesteld door de (NVMM-)subcommissie op 10 november 2020.
- 04-11-2020: Bijlage Handreiking maatregelen bij clusters en regionale verspreiding van COVID-19 gewijzigd: gewijzigd advies voor langdurige zorginstellingen, met daarbij verwijzingen naar nieuwe en/of aangepaste bijlagen over langdurige zorg, inzet en testbeleid zorgmedewerkers en persoonlijke beschermingsmiddelen buiten het ziekenhuis
- 03-11-2020: Geheel herziene bijlage Uitgangspunten PBM bij verzorging, verpleging of medische behandelingen buiten het ziekenhuis. Deze herziene bijlage vervangt de twee documenten 'PBM buiten het ziekenhuis', en 'Beleid PBM voor de wijkverpleging'. Zie de verantwoording voor een toelichting op de wijzigingen. Dit geheel herziene document is voorgelegd voor commentaar aan Verenso, NVAVG en VenVN.
- 02-11-2020: In de bijlage Aanvullende informatie diagnostiek is de lijst met testlaboratoria voor moleculaire SARS-CoV-2-diagnostiek geüpdated.
- 30-10-2020: De paragraaf Preventieve maatregelen op het werk voor zwangeren is in lijn gebracht met de wijzigingen van 29-10-2020 in de bijlage Zwangerschap, werk en COVID-19. In de bijlage Testbeleid en inzet zorgmedewerkers is het onderscheid tussen isolatie en quarantaine verduidelijkt. In de bijlage Zwangerschap, werk en COVID-19 is een verduidelijkende zin toegevoegd bij bij zorgmedewerkers extramuraal, <28 weken.
- 29-10-2020: De bijlage Zwangerschap, werk en COVID-19 is herzien n.a.v. recente data en overeenstemming met het veld. Nieuw en anders ten opzichte van de vorige versie: duidelijk aangegeven dat de tekst bestemd is voor gezonde zwangeren die niet behoren tot een COVID-19-risicogroep; de uitgangspunten voor de praktijk bij de drie verschillende groepen (intramuraal, extramuraal en overige beroepen) is duidelijker omschreven; de data van de werkgroep NethOss zijn geraadpleegd als bredere onderbouwing omtrent risico’s voor zwangeren, ongeborenen en pasgeborenen; de uitzondering voor werken met kinderen 0 tot 4 jaar in het derde trimester in de extramurale setting/overige beroepen – wanneer 1,5 meter afstand niet lukt – is toegevoegd; het standpunt van de FMS en de NVOG i.s.m. andere betrokken partijen in het beleid opgenomen en het beleid met hen afgestemd.
- 28-10-2020: In de bijlage Protocol bron- en contactonderzoek COVID-19 is de uitzonderingssituatie bij zorgmedewerkers (in het blauwe vak) aangepast.
- 27-10-2020: In de paragraaf Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers is, voor preventief gebruik, mondneusmaker type II toegevoegd aan de tabel met persoonlijke beschermingsmiddelen. (NB. Dit wordt nog aangepast in de Bijlage Beleid PBM voor de wijkverpleging die momenteel nog in herziening is.)
- 26-10-2020: Bij de bijlage remdesivir staan nu twee bestelformulieren, een voor spoedbestellingen en een voor voorraadbestellingen.
- 19-10-2020: In de informatiebrieven zijn de teksten over schoonmaken aangepast. Gebruik van bleekmiddel wordt niet langer geadviseerd. De vertalingen van de brieven worden hier nog op aangepast.
- 15-10-2020: De volledige criteria voor een bevestigde patiënt zijn nu: elke persoon bij wie door middel van gevalideerde PCR of andere nucleïnezuuramplificatietest of een in Nederland gevalideerde antigeensneltest een infectie met SARS-CoV-2 is vastgesteld.
- 14-10-2020: Om de samenwerking tussen de GGD’en en instellingen voor langdurige zorg met betrekking tot het contactonderzoek te beschrijven, is een aparte Handreiking voor contactonderzoek bij COVID-19 in instellingen voor langdurige zorg gepubliceerd.
- 09-10-2020: In het protocol bron- en contactonderzoek de zin 'Het contactonderzoek kan later worden aangevuld met digitale oplossingen zoals een anonieme track-and-trace-app, specifiek voor contacten die niet door/via de indexpatiënt kunnen worden benaderd' verwijderd, want de CoronaMelder-app wordt 10 oktober 2020 in gebruik genomen. Verder een tekstuele verduidelijking bij beleid bij asymptomatische infecties. Tot slot een aanpassing van de alinea 'Beleid bij overige nauwe contacten (categorie 2)'/ 'Uitzonderingen op bovenstaand beleid' nav aanpassingen in de Handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen'. | In de bijlage Testbeleid en inzet zorgmedewerkers is de niet-limitatieve opsomming van de sectoren verwijderd en vervangen door de – door Rijksoverheid gebruikte – definitie van zorgmedewerkers. De mogelijkheid van voorrang voor de test is toegevoegd. De genoemde klachten van een huisgenoot zijn aangepast naar klachten die passen bij corona en koorts of benauwdheid, conform de omschrijvingen elders. I Aanpassingen in de bijlage Handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen (0 tot 18 jaar): De handreiking is aangepast aan het gewijzigde thuisblijf- en testbeleid voor neusverkouden kinderen van 0-4 jaar en op de basisschool. Het beleid ten aanzien van contacten <18 jaar van een index <18 jaar met COVID-19 gewijzigd. In principe worden alle contacten <18 jaar als een overig, niet nauw contact (categorie 3) beschouwd, tenzij het gaat om kinderen in de middelbare schoolleeftijd die in hun vrije tijd frequent en intensief contact met elkaar hebben gehad. Paragraaf G is toegevoegd met praktische aanvullende maatregelen die scholen kunnen implementeren bij clusters en verhoogde regionale verspreiding.
- 08-10-2020: Onder Maatregelen bij de definitie van Immuungecompromitteerd verijwijzing gemaakt de definitie onder Risicogroepen.
- 05-10-2020: Vanaf nu zal in de bijlage 'Beschikbaarheid en bestelprocedure van remdesivir' de informatie over de voorraad remdesivir regelmatig worden bijgewerkt.
- 02-10-2020: De informatiebrieven voor scholen en kindercentra zijn uitgebreid. De brief voor overige contacten op school (en kindercentra) is aangepast: de informatie geldt nu niet alleen voor het basisonderwijs, maar ook voor het voortgezet onderwijs (om deze reden is ook de titel 'Informatie voor contacten van positief geteste COVID-19-patiënt in primair onderwijs en kindercentra' is aangepast naar 'Informatie voor ouders/verzorgers van klas- en groepsgenoten van patiënt in basisonderwijs, voorgezet onderwijs en kindercentra'). Daarnaast zijn er drie nieuwe informatiebrieven: 'Informatie voor ouders/verzorgers bij COVID-19 in het basisonderwijs', 'Informatie voor ouders/verzorgers bij COVID-19 in het voortgezet onderwijs', en 'Informatie voor docenten'. | In https://lci.rivm.nl/remdesivir is toegevoegd dat de voorraad remdesivir beperkt is en men bij een tekort op de hoogte wordt gebracht via de NVZA.
- 01-10-2020: De bijlage Handreiking neusverkouden kinderen is aangepast: data onder Overwegingen geactualiseerd; paragrafen Advies en Testen duidelijker geformuleerd; Beleid voor huisgenoten toegevoegd als aanvulling op het beleid; in paragraaf Achtergrond stond dat wijziging in het testbeleid per 18 september betrekking had op ‘kinderen t/m 12 jaar’; dit is nu anders geformuleerd: ‘kleine kinderen (0 tot 4 jaar) en kinderen die op de basisschool zitten’. Als scholen of kinderopvangorganisaties de gebruikelijke groepsindeling niet hanteren, geldt dit voor kinderen tot en met 12 jaar.
- 25-09-2020: Voor thuisquarantaineregels verwijst de paragraaf Algemene preventieve maatregelen naar www.rijksoverheid.nl/quarantaine. Het thuisblijfadvies is op 18 juni is veranderd van ‘huisgenoten blijven thuis als iemand in het huishouden koorts en/of benauwdheid heeft’ naar ‘huisgenoten blijven thuis als iemand naast luchtwegklachten ook koorts en/of benauwdheid’ heeft conform de uitwerking van het advies van het OMT 23 maart 2020. | In Wering is een link opgenomen naar de bijgewerkte versie van Handreiking neusverkouden kinderen. | De diagnostiekparagraaf is geüpdatet. De vaststellingsprocedure NVMM loopt. Bij de paragraaf Indicaties voor diagnostiek is de link naar Rijksoverheid aangepast en toegevoegd dat voor kinderen tot en met 12 jaar andere regels kunnen gelden. Andere punten die geüpdatet zijn: aanpassing en uitbreiding stuk over directe diagnostiek, met toevoeging van andere amplificatietechnieken, point-of-care-testen en antigeentesten. Toevoeging van stuk over serologie, over niet-microbiologische diagnostiek en over typering. | De bijlage Aanvullende informatie diagnostiek is geheel geüpdatet: diverse wijzigingen, updates en toevoegingen van (sub)paragrafen, onder meer over testen van speeksel, serologie, landelijke coördinatie en testevaluatie. De paragraaf ‘Praktische zaken diagnostiek aanvragen’ is vervallen. | In de bijlage Beschikbaarheid en bestelprocedure remdesivir is het bestelformulier vernieuwd.
- 21-09-2020: Onder Epidemiologie: Verspreiding in de wereld stond per abuis nog de zin: 'Op dit moment (februari 2020) is er veel onzekerheid over de epidemiologische karakteristieken van COVID-19'. Dit is verwijderd.
- 19-09-2020: Onder Maatregelen aanpassingen n.a.v. gewijzigde beleid thuisblijven bij klachten voor kinderen t/m 12 jaar.
- 18-09-2020: Aanpassing in de informatiebrief (zie versiebeheer https://lci.rivm.nl/leefregels).
- 17-09-2020: In de paragraaf Maatregelen bij zorgmedewerkers en de bijlage Testbeleid en inzet zorgmedewerkers is een link naar het eigen opgestelde beleid rondom testen en inzet van zorgmedewerkers in een ziekenhuis toegevoegd.
- 16-09-2020: aanpassingen in de informatiebrieven (zie versiebeheer https://lci.rivm.nl/leefregels)
- 11-09-2020: link naar website van het Zorginstituut NL toegevoegd in bij Immunisatie: pneumokokkenvaccinatie. | De informatie over de Coronamelder-app is toegevoegd in Zorgmedewerkers inzet- en testbeleid en Maatregelen. | Bijlage Beschikbaarheid en bestelprocedure remdesivir aangepast.
- 08-09-2020: aanpassingen in de informatiebrieven (zie versiebeheer https://lci.rivm.nl/leefregels)
- 04-09-2020: In de Handreiking reizen, toerisme en COVID-19: beleid voor patiënten en contacten is de paragraaf over het informeren van niet-Nederlandse huisgenoten en overige nauwe contacten die (nog) in het buitenland zijn aangepast.
- 03-09-2020: In het protocol bron- en contactonderzoek en in de handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen (0 tot 18 jaar) is het beleid aangepast: kinderen t/m 12 jaar mogen wel naar kinderopvang/school/bso en sporten (voorheen vanaf 4 jaar). Ook is in de informatiebrieven voor nauwe contacten de uitzondering voor het quarantainebeleid voor zorgmedewerkers aangepast: alleen als de zorgcontinuïteit in het geding komt, kan hiervan afgeweken worden in overleg met de leidinggevende. De zorgmedewerker mag dan zelf geen klachten hebben en dient tijdens het werk altijd een chirurgisch mondneusmasker minimaal type II te dragen.
- 28-08-2020: Handreiking reizen, toerisme en COVID-19 aangepast: de uitzondering voor zorgmedewerkers die afkomstig zijn uit risicogebieden/-landen is aangepast. Dit staat beschreven in het Testbeleid en inzet zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis. Hier wordt nu naar verwezen. | Aanpassing belmomenten in de brieven voor huisgenoten en voor nauwe contacten (de uitgangspunten voor de belmomenten zijn: er is geen verschil in belmomenten tussen categorie 1- en 2-contacten. Het 1e gesprek is voor uitleg en instructie, het 2e gesprek op dag 5 is om te informeren hoe het gaat en of er klachten zijn, het 3e gesprek checkt of er reden is om de quarantaine te verlengen. Als dat niet het geval is, is dit een afsluitend gesprek, waarmee de monitoring beëindigd wordt. Als er tussen twee belmomenten minder dan 2 dagen (48 uur) zit, dan vervalt een gesprek, en wordt de inhoud van de twee gesprekken gecombineerd). Verder toegevoegd: Ook als u COVID-19 heeft gehad of denkt gehad te hebben, moet u deze quarantaineperiode in acht nemen.
- 27-08-2020: Bijlage Tijdelijke toegang tot remdesivir aangepast.
- 24-08-2020: Meer eenduidigheid in beleid en aanpassing in lijn met algemeen verscherpt quarantainebeleid in zorgmedewerkers inzet en testbeleid.
- 21-08-2020: In afwachting van een uiteindelijke beslissing in het kader van het GGD-BCO-opschalingsplan zijn in het Protocol BCO, het Stappenplan en de Informatiebrieven voor nauwe contacten de veranderingen van 20-08-2020 (belmoment halverwege monitoringsperiode) teruggedraaid: de GGD heeft aan het begin, halverwege en aan het eind van de monitoringsperiode telefonisch contact. In totaal drie belmomenten. Dit geldt zowel voor categorie 1- als categorie 2-contacten. | De bijlage Ventilatie en COVID-19 is aangepast; de aanpassing gemaakt is om het eerdere advies te verhelderen.
- 20-08-2020: Voor de categorie 2-contacten (overige nauwe contacten) vervalt het belmoment halverwege de monitoringsperiode. Toelichting: voor deze categorie contacten vindt het eerste belmoment vaak al enige dagen na het laatste blootstellingsmoment plaats, en is het interval tussen het eerste belmoment en het afsluiten van de monitoring relatief kort. Daarnaast is voor deze contacten de secundaire attack rate relatief laag vergeleken met die van de huishoudcontacten. Twee belmomenten (bij aanvang van de monitoring en ter afsluiting) zijn voor deze categorie voldoende. Dit is aangepast in het Protocol BCO, het Stappenplan en de Informatiebrieven voor nauwe contacten. De vertalingen van de Informatiebrieven voor nauwe contacten moeten nog worden aangepast.
- 19-08-2020: Op basis van het OMT-advies is de quarantaineperiode bekort van 14 naar 10 dagen, gerekend vanaf het laatste risicovolle contact of moment van mogelijke besmetting. Uit de nieuwste gegevens van het Nederlandse bron- en contactonderzoek blijkt: van alle contacten van een besmette patiënt die later zelf ziek werden, kreeg 99% COVID-19-klachten binnen 10 dagen na het laatste risicovolle contact. Dit is aangepast in de bijlagen Protocol BCO en Testbeleid en inzet zorgmedewerkers, in het Stappenplan en in verschillende handreikingen (reizen/toerisme, clusters/regionale verspreiding, nertsenbedrijven, voedingsindustrie/landbouw/groothandel, vrachtschepen). De Informatiebrieven voor patiënten, huisgenoten en nauwe contacten (inclusief vertalingen) zijn eveneens hierop aangepast.
- 18-08-2020: Het bestelformulier bij de Bijlage Tijdelijke toegang tot remdesivir is vernieuwd (versie 6).
- 17-08-2020: In de bijlage Uitgangspunten PBM buiten het ziekenhuis is de handelwijze in geval van quarantaine toegevoegd en de mogelijkheid dat een zorgmedewerker kan werken in afwachting van de testuitslag verwijderd (conform Testbeleid en inzet zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis).
- 14-08-2020: Bij de informatiebrieven is in de brieven voor nauwe contacten is de uitzondering voor het quarantainebeleid voor kinderen aangepast: 4 t/m 12 jaar in plaats van ≤ 12 jaar (d.i. conform wijziging BCO-protocol d.d. 05-08-2020). | In de Bijlage Handreiking reizen, toerisme en COVID-19: beleid voor patiënten en contacten is uitzondering voor zorgmedewerkers opgenomen: een zorgmedewerker (zonder klachten), mag anders dan in het Protocol bij overige nauwe contacten alleen werken i.o.m. de bedrijfsarts of de GGD (met PBM). Dit is ook aangepast in de bijlage Testbeleid en inzet zorgmedewerkers.
- 13-08-2020: In de Bijlage Tijdelijke toegang tot remdesivir is aangegeven dat en waarom het vanaf heden alleen mogelijk is om remdesivir voor een behandelduur van 5 dagen te bestellen. Bestelformulier is vernieuwd (versie 5).
- 10-08-2020: Het bestelformulier bij de Bijlage Tijdelijke toegang tot remdesivir is vernieuwd (versie 4).
- 06-08-2020: De Handleiding COVID-19 in de voedingsindustrie, landbouw en groothandel is toegevoegd als bijlage; deze handleiding was al d.d. 19-06-2020 gedeeld met de GGD'en via het platform Viadesk.
- 05-08-2020: Nieuwe bijlage Handreiking maatregelen bij clusters en regionale verspreiding van COVID-19. Bijlage Handreiking COVID-19 nertsenbedrijven aangepast. Quarantainebeleid voor kinderen als ‘overige nauwe contacten’ verduidelijkt in de bijlagen Protocol bron- en contactonderzoek COVID-19 en Handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen.
- 31-07-2020: Bijlage Handreiking reizen, toerisme en COVID-19 aangepast. Advies OMT mondneusbescherming in openbare ruimten toegevoegd (pdf) toegevoegd aan bijlage Update van de onderbouwing van de Nederlandse adviezen over het gebruik van mondneusmasker.
- 28-07-2020: De bijlagen Ventilatie en COVID-19 en Aerogene verspreiding SARS-CoV-2 en ventilatiesystemen (onderbouwing) zijn aangepast naar aanleiding van nieuwe vragen van VWS. In de bijlage Aandachtspunten rondom inzet kwetsbare medewerkers is vraag 5 van de gezondheidscheck uitgebreid met 'korter dan 14 dagen terug uit land/regio met code oranje/rood'.
- 24-07-2020: Verduidelijkt in Inzet en testbeleid zorgmedewerkers dat naast het chirurgisch mondneusmasker type II de handschoenen gedragen moeten worden bij persoonlijke verzorging of lichamelijk onderzoek.
- 20-7-2020 In protocol BCO is het beleid bij overige nauwe contacten is aangepast (m.b.t. kinderen) | Nieuwe Handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 (deze vervangt de Handreiking uitbraakonderzoek scholen en kindercentra) | Nieuwe handreiking Reizen, toerisme en COVID-19: beleid voor patiënten en contacten.
- 17-7-2020: In bijlage Aanvullende informatie diagnostiek COVID-19: aanpassingen aan de uitleg over opschalingslaboratoria en de lijst met labs.
- 09-07-2020: In de Bijlage over remdesivir zijn het Bestelformulier en de Samenvatting van de productkenmerken vernieuwd.
- 03-07-2020: Paragraaf Behandeling aangepast en Bijlage over remdesivir gewijzigd en van naam veranderd. Remdesivir is nu een geregistreerd medicijn. Bestelformulier vernieuwd.
- 02-07-2020: De voorwaarde 'volwassen gezinslid met klachten passend bij COVID-19' voor thuishouden kind is aangepast naar 'iemand in het huishouden met koorts of benauwdheid' (in paragraaf 'Wering van werk, school of kindercentrum' en in bijlage Handreiking bij neusverkouden kinderen).
- 30-06-2020: Verwoording m.b.t. rol aerogene transmissie aangepast conform andere documenten.
- 24-06-2020: De bijlagen Ventilatie en COVID-19, Beleid SARS-CoV-2-PCR bij personen zonder klachten en Update onderbouwing beleid mondneusmaskers zijn toegevoegd.
- 23-06-2020: In de bijlage BCO-protocol: beleid bij vliegtuigcontacten is toegevoegd, beleid voor nauwe contacten bij asymptomatische personen is aangepast (nauwe contacten gaan in quarantaine tot 3 dagen na de testafname), beleid voor buitenlandse reizigers is toegevoegd. In de bijlage BCO-protocol en in paragraaf Contactonderzoek: definitie contacten aangepast. In bijlage Nertsenbedrijven: Toevoeging hygiëneprotocol voor nertsenbedrijven en link naar website NVWA, testbeleid medewerkers bij besmette bedrijven afhankelijk van klachten, EWS toegevoegd.
- 18-06-2020: Omdat er onduidelijkheid was over de leeftijd, zijn de bijlage Handreiking bij neusverkouden kinderen en de tekst in de paragraaf ‘Wering van werk, school of kindercentrum’ aangepast.
- 17-06-2020: Handreiking bij neusverkouden kinderen aangepast: kinderen van 0- 6 jaar met neusverkoudheid zonder koorts mogen naar kindercentrum en groep 1 of 2 van de basisschool. Dit is in de richtlijn ook aangepast in de paragraaf 'Wering van werk, school of kindercentrum'.
- 16-06-2020: Onder 'Maatregelen ten aanzien van personen met klachten' is het algemene beleid bij een negatieve moleculaire test via de teststraat van de GGD aangepast. Onder 'Verhoogde kans op ernstig beloop' is bij de risicogroep mensen die ouder zijn dan 70 jaar een korte verduidelijking t.a.v. kwetsbaarheid toegevoegd.
- 15-06-2020: Onder 'Verhoogde kans op ernstig beloop': nieuwe definitie voor hartaandoening als onderliggende aandoening, te weten "[mensen ≥ 18 jaar met] een chronische stoornis van de hartfunctie, die daardoor in aanmerking komen voor de griepprik".
- 12-06-2020: Bijlage Protocol bron- en contactonderzoek aangepast. Bijlage Verdenking COVID-19 op vrachtschepen in B-havens aangepast.
- 11-06-2020: Nieuwe bijlage Handreiking uitbraakonderzoek COVID-19 kindercentra en basisscholen; nieuwe bijlage Compassionate use programma remdesivir.
- 04-06-2020: In de bijlage Testbeleid en inzet zorgmedewerkers is toegevoegd dat bij een positief geteste medewerker bron- en contactopsporing door de GGD volgt en wat een medewerker moet doen indien een van de huisgenoten of nauwe contacten positief getest is of klachten heeft.
- 03-06-2020: Het hoofdstuk Maatregelen en de paragrafen Indicaties voor diagnostiek en Algemene preventieve maatregelen zijn aangepast.
- 02-06-2020: Ziekteverschijnselen ook aangepast in bijlage Aandachtspunten rondom inzet kwetsbare medewerkers. Bijlage 'Uitgangspunten testen behorende bij versoepeling maatregelen' (per 1 juni vervallen) is verwijderd. Nieuwe informatiebrief voor niet-bevestigde patiënt ('Ik heb misschien het nieuwe coronavirus. Wat nu?'); deze nieuwe brief vervangt de 3 aparte informatiebrieven voor (contacten van) niet-bevestigde patiënt. Nieuwe bijlage Handreiking COVID-19 nertsenbedrijven.
- 29-05-2020: Ziekteverschijnselen en/of testroute aangepast in hoofdtekst en de volgende bijlagen: Beleid PBM Wmo-ondersteuning, Handreiking bij langdurig neusverkouden kinderen, Testbeleid zorgmedewerkers, Uitgangspunten PBM buiten het ziekenhuis en Beleid PBM voor de wijkverpleging.
- 28-05-2020: Informatiebrieven aangepast. Aanpassingen n.a.v. voortschrijdend inzicht bron- en contactopsporing, leesbaarheid en klachten waarbij getest wordt op COVID-19.
- 27-05-2020: Nieuwe bijlagen: Inhoudelijke onderbouwing t.b.v. symptomatologie COVID-19 en consequenties voor testen en maatregelen, Kader vervoer naar dagbesteding en Kader voor speciaal vervoer van jongeren.
- 20-05-2020: Hoofdtekst: Definitie bevestigde patiënt gewijzigd: 'Elke persoon waarbij door middel van gevalideerde PCR of andere nucleïnezuur-amplificatietest een infectie met SARS-CoV-2 is vastgesteld'. Het Protocol Bron en contactonderzoek is op de volgende punten gewijzigd: De overige nauwe contacten worden verdeeld in categorie 2a (blootstelling langer dan 15 minuten) en 2b (kortdurende hoogrisicoblootstelling). Hierdoor kan de mate van het risico op overdracht beter worden opgevolgd en kunnen bijbehorende maatregelen zo nodig per subgroep worden aangepast. | De GGD informeert de huishoudcontacten én de nauwe contacten (zowel categorie 2a als categorie 2b) telefonisch, en heeft halverwege en aan het einde van de monitoringsperiode nogmaals telefonisch contact met deze contacten. | De leefregels voor overige nauwe contacten zijn verduidelijkt: zij blijven thuis en mogen niet buiten de deur werken. Een uitzondering hierop kan gemaakt worden in overleg met de GGD voor mensen werkzaam in de vitale sector of met cruciale beroepen. | Het beleid voor vliegtuigcontacten is nader toegelicht. | Nieuw: stappenplan COVID-19.
- 18-05-2020: Tekst onder kopje Aerogeen aangepast: geen aanwijzingen voor aerogene verspreiding, ook niet via ventilatiesystemen. Achtergrondinformatie en literatuurreferenties: in de nieuwe bijlage.
- 14-05-2020: Onder Indicaties voor diagnostiek nieuw subkopje Testbeleid overige groepen met daarin de groepen die per 18 mei ook getest kunnen worden. Hierin is de groep testbeleid bij besmettingsaccidenten ingevoegd.
- 13-05-2020: Onder Diagnostiek/Testbeleid patiënten en zorgmedewerkers met klachten passend bij COVID-19 nieuw subkopje Overig met daarin verwijzing naar richtlijn van VWS voor de uitbreiding van het testbeleid per 18 mei 2020 met mantelzorgers, vrijwilligers in de palliatieve zorg en PGB-gefinancierde zorgverleners.
- 12-05-2020: Bijlage Handreiking bij langdurig neusverkouden kinderen toegevoegd.
- 11-05-2020: In Bron- en contactonderzoek bij 'overig contact bij 'minder dan 1,5 meter afstand' toegevoegd 'in dezelfde ruimte'.
- 08-05-2020: In bijlage Uitgangspunten testen behorende bij versoepeling maatregelen beroepsgroepen toegevoegd waarvoor dit beleid per 11 mei ook geldt.
- 07-05-2020: In de richtlijn, de bijlage testbeleid en de informatiebrieven is aangepast dat er niet meer gewacht hoeft te worden met testen tot er 24 uur klachten zijn, ook de criteria voor werkhervatting na een positieve test zijn uitgebreid. De bijlage PBM voor de thuiszorg heet nu PBM voor de wijkverpleging, vanwege de opsplitsing van thuiszorg in wmo-medewerkers en wijkverpleging. Onder Immunisatie alinea ingevoegd met informatie over BMR-vaccin: er is (nog) geen bewijs dat BMR-vaccin ook werkt tegen coronavirussen. In hoofdstuk Maatregelen zijn de volgende paragrafen nieuw of herzien: Maatregelen naar aanleiding van een melding van een bevestigde patiënt, Bronopsporing, Contactonderzoek, Monitoring Bron- en contactonderzoek, en Maatregelen ten aanzien van personen met klachten passend bij COVID-19; de in deze paragrafen beschreven maatregelen corresponderen met het gisteren gepubliceerde Protocol bron- en contactonderzoek. Op basis van ditzelfde protocol bron- en contactonderzoek COVID-19 zijn tevens alle voorbeeldbrieven voor (de contacten van) een positief geteste COVID-19-patiënt aangepast.
- 06-05-2020: Toegevoegd bij indicaties voor diagnostiek: mantelzorg en besmettingsaccidenten en nieuwe bijlage Uitgangspunten voor het testen van personen behorende bij het versoepelen van de maatregelen. In de paragraaf Maatregelen ten aanzien van personen met klachten passend bij COVID-19 en hun contacten is een nieuwe tabel opgenomen die aangeeft tot wanneer bevestigde COVID-19-patiënten in isolatie moeten blijven. Nieuwe bijlagen Protocol bron- en contactonderzoek COVID-19, Inhoudelijke onderbouwing met betrekking tot a-, pre- en vroegsymptomatische transmissie SARS-CoV-2 en Beleid PBM Wmo-ondersteuning toegevoegd. De paragrafen Besmettingsweg, Besmettelijke periode en Besmettelijkheid zijn aangepast. De bijlage 'Testbeleid zorgmedewerkers binnen ziekenhuis' is vervallen: in de ziekenhuizen wordt het eigen ziekenhuisbeleid gevolgd.
- 04-05-2020: De tekst onder Immunisatie/Andere vaccins over de pneumokokkenvaccinatie is aangepast op basis van het advies van de Gezondheidsraad op 20 april 2020 en het besluit van de staatssecretaris van VWS op 30 april (kamerbrief).
- 02-05-2020: Toegevoegd: indirecte transmissie
- 01-05-2020: In Uitgangspunten PBM buiten het ziekenhuis toegevoegd: Deze uitgangspunten hebben betrekking op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen door zorgverleners buiten het ziekenhuis. Ze zijn geformuleerd op basis van veiligheid voor medewerkers (besmettingsrisico’s) ingeval van (verdenking op) Covid-19. De uitgangspunten vragen om een nadere invulling per sector, rekening houdend met context en doelgroep. Als de specifieke situatie daarom vraagt, kunnen zorgmedewerkers op basis van hun professionele inzichten en ervaring beredeneerd afwijken van deze uitgangspunten.
- 30-04-2020: Op verzoek van de Federatie Medisch Specialisten is 'areosolvormende handelingen' aangepast in 'medische procedures'. Ook is op verschillende plekken in de richtlijn de link opgenomen naar de Leidraad
Medische procedures die een infectieuze aerosol genereren (IAGP) met SARS-CoV-2. In de bijlage 'Testbeleid zorgmedewerkers buiten ziekenhuis' worden de sectoren niet meer allemaal opgesomd en de voorwaarde voor het leveren van directe zorg binnen 1,5 m afstand is verlaten. - 28-04-2020: De bijlage 'Uitgangspunten inzetten en testen zorgmedewerkers' is aangepast naar de bijlage 'Testbeleid zorgmedewerkers buiten ziekenhuis'. Het testbeleid voor de verschillende sectoren buiten ziekenhuis is vorige week namelijk drastisch aangepast, waarmee de verschillen onderling zo goed als nihil zijn geworden. Om deze reden is hier nu één testbeleid geformuleerd voor alle zorgmedewerkers buiten ziekenhuis. Dit beleid vervangt de vorige 'Uitgangspunten inzetten en testten zorgmedewerkers' en alle daarbij behorende nadere uitwerkingen per sector (met uitzondering uiteraard van de uitwerking voor zorgmedewerkers binnen ziekenhuizen).
- 23-04-2020: In de bijlage Uitgangspunten PBM buiten het ziekenhuis zijn de uitgangspunten vereenvoudigd en ingekort; en het testen van een zorgmedewerker met klachten is toegevoegd. In de bijlage Beleid PBM voor de thuiszorg is het laagdrempelig testen van een thuiszorgmedewerker toegevoegd.
- 21-04-2020: Een zorgmedewerker met minimaal 24 uur symptomen van COVID-19, die directe zorg verleent aan een patiënt/cliënt, kan getest worden. Definitie risicogroepen nader gespecificeerd vanuit het 65e OMT in richtlijn en bijlagen Testbeleid risicogroepen COVID-19 en Aandachtspunten rondom inzet kwetsbare medewerkers.
- 20-04-2020: Huisartsenzorg, verloskundigen en kraamzorg: het algemene testbeleid is aangepast omdat de testcapaciteit is uitgebreid. Hierdoor is het direct testen van medewerkers met klachten bovenaan komen te staan in de uitwerkingen en zijn de flowcharts vervallen omdat er geen toegevoegde waarde meer was.
- 17-04-2020: Diverse wijzigingen en updates bijlage Aanvullende informatie diagnostiek COVID-19. Bijlage Uitgangspunten inzet en testbeleid zorgmedewerkers aangepast in verband met de uitgebreide testcapaciteit, zie versiebeheer in de bijlage zelf.
- 15-04-2020: links toegevoegd in Overzicht testbeleid.
- 14-4-2020: toegevoegd paragraaf Natuurlijke immuniteit: 'De mate en duur van natuurlijke immuniteit na een doorgemaakte infectie is nog niet bekend en hangt mogelijk samen met de ernst van de doorgemaakte infectie. (ECDC)'
Bijlage 'Verdenking COVID-19 op vrachtschepen B-havens' toegevoegd. - 10-04-2020: door verruiming van de testcapaciteit worden bepaalde zorgmedewerkers met klachten van verkoudheid en/of hoesten en/of koorts direct getest. Aangepast in 'Indicaties Diagnostiek' en in de flowcharts voor gehandicaptenzorg, verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalige woonvormen, intramurale GGZ, instellingen voor jeugdzorg en wijkverpleging en huishoudelijke hulp.
- 09-04-2020: Bijlagen Inzet en testbeleid medewerkers wijkverpleging en huishoudelijke hulp en verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalige-woonvormen aangepast.
- 08-04-2020: Bijlage Inzet en testbeleid medewerkers geestelijke gezondheidszorg toegevoegd (nieuw). Bijlagen Inzet en testbeleid medewerkers gehandicaptenzorg, wijkverpleging en huishoudelijke hulp en verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalige-woonvormen aangepast.
- 07-04-2020: toegevoegd arboparagraaf Risicogroepen met link naar de nieuwe bijlage onder (Zorg)medewerkers: lci.rivm.nl/kwetsbare-medewerkers met de definitie en uitgangspunten voor de inzet van kwetsbare medewerkers. Aanpassingen in Zorgmedewerkers inzet en testbeleid (bij koorts thuisblijven tot koortsvrij ipv tot klachtenvrij, de vraag over een onbeschermd contact met bevestigde COVID-pos patiënt is eruit gehaald, verschil in werken met lichamelijk kwetsbare of lichamelijk gezonde personen is verlaten). Link naar advies toegevoegd bij Preventie > Immunisatie bij 'Aanvullende vaccinatie tegen pneumokokken (PPV23) wordt op dit moment niet geadviseerd bij SARS-CoV-2-infectie ter preventie van een secundaire bacteriële pneumonie'.
- 03-04-2020: Bijlage Preventiebeleid Hoogrisicogroepen is vervallen - de daarin beschreven maatregelen gelden voor alle inwoners van Nederland en zijn uitgewerkt in 'Testbeleid risicogroepen COVID-19' en in paragraaf Risicogroepen. In Indicaties voor diagnostiek was weggevallen dat voor medewerkers kraamzorg dezelfde uitgangspunten gelden als voor verloskundigen, dit is toegevoegd. Toegevoegd aan Diagnostiek: per 18 maart 2020 is het advies om bij afname diagnostisch materiaal FFP1 (of minimaal een chirurgisch mondneusmasker) te gebruiken. Zie advies OMT. In Overzicht testbeleid zijn in de verschillende flowcharts wijzigingen aangebracht en is een nieuwe flowchart toegevoegd. Paragrafen Besmettelijke periode en Ziekteverschijnselen zijn aangepast.
- 02-04-2020: Bijlage 'Prioritering ademhalingsbeschermingsmaskers voor COVID-19' toegevoegd. De paragraaf 'Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers' is bijgewerkt met links naar alle actuele adviezen en protocollen.
- 01-04-2020: De diverse informatiebrieven zijn ook beschikbaar in het Engels. Testbeleid voor patiënten en zorgmedewerkers is aangepast (zie paragraaf Indicaties voor diagnostiek). De 'Uitgangspunten inzetten en testen zorgmedewerkers' zijn nu ook nader uitgewerkt voor 'zorgmedewerkers binnen ziekenhuizen' in een aparte bijlage. De bijlage 'Testbeleid risicogroepen COVID-19' toegevoegd. Bijlage noodzakelijk zittend vervoer: Het mondneusmasker is geschrapt voor de chauffeur.
- 31-03-2020: Het protocol thuisisolatie van een patiënt met COVID-19 is verwijderd, er was geen meerwaarde meer ten opzichte van de leefregels en informatiebrieven. Het protocol zorgmedewerkers na contact met een bevestigde patient is vervangen door twee arboparagrafen in Maatregelen en Wering van werk, school en kindercentrum. De 'Uitgangspunten inzetten en testen zorgmedewerkers' zijn nu ook nader uitgewerkt voor de zorgmedewerkers ambulancedienst.
- 30-03-2020: Protocol Noodzakelijk zittend vervoer aangepast. Toegevoegd: 'Voor vervoer van personen zonder klachten geldt dit protocol niet. Bekijk het eigen protocol van de vervoerder.' De 'Uitgangspunten inzetten en testen zorgmedewerkers' zijn verder uitgewerkt voor drie specifieke sectoren: gehandicaptenzorg, verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalige woonvormen en wijkverpleging en huishoudelijke hulp.
- 27-03-2020: Paragrafen Zwangeren, protocol Noodzakelijk zittend vervoer (Zie bijlage) en overzicht van leefregels en informatiebrieven toegevoegd.
- 26-03-2020: Paragrafen 'Besmettelijke periode' en 'Besmettelijkheid' aangepast.
- 25-03-2020: Bijlage 'Inzet en testbeleid medewerkers [specifiek voor de] huisartsenpraktijk' toegevoegd. Bijlage 'COVID-19, zwangerschap en werk' toegevoegd. Onder Diagnostiek is een tabel ingevoegd met het testbeleid vanaf 25 maart per sector. Bijlage 'Protocol zorgmedewerkers na contact COVID-19-patiënt' geactualiseerd. Bijlage 'Beleid PBM voor de thuiszorg' toegevoegd.
- 24-03-2020: Bijlage 'Uitgangspunten inzet en testbeleid zorgmedewerkers' is toegevoegd. Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland is toegevoegd aan Uitvoerende laboratoria. Paragraaf 'Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers' aangepast. Protocol thuisisolatie geactualiseerd mbt PBM. De informatiebrieven (voor COVID-19-patiënten en voor hun huisgenoten; voor verkouden mensen; voor mensen met koorts met luchtwegklachten/benauwdheid en voor hun huisgenoten) zijn aangepast aan de aangescherpte maatregelen.
- 21-03-2020: de richtlijn is op diverse punten geactualiseerd en/of aangepast (Lactatie toegevoegd onder Besmettingsweg, 'Testbeleid personen met klachten passend bij COVID-19' is verplaatst naar hoofdstuk Diagnostiek, Meldingsplicht is aangepast n.a.v. verschuivingen in de richtlijn en het loslaten van de casusdefinitie voor een verdacht geval, kleine tekstuele wijzigingen).
- 20-03-20 De casusdefinitie voor een verdacht geval is definitief losgelaten en verwijderd uit de richtlijn.
- 19-03-2020: paragraaf Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers gewijzigd.
- 18-03-2020: het beheer van de bijlage 'Medicamenteuze behandelopties' is overgenomen door SWAB. De link naar deze bijlage is vervangen door een link naar deze tekst op de SWAB-website.
- 17-03-2020: wegens gewijzigde aanvraagprocedure zijn de bijlage 'Medicamenteuze behandelopties bij opgenomen patiënten met COVID-19' en de daarbij horende tekst 'Aanvraagprocedure remdesivir' aangepast.
- 16-03-2020: Links naar Verenso advies voor verpleeghuizen en naar NVK-standpunt COVID-19 en kinderen toegevoegd. Bijlage 'COVID-19 en overlijden' toegevoegd.
- 14-03-2020: Bijlage 'Preventiebeleid COVID-19 bij hoogrisicogroepen' toegevoegd.
- 13-03-2020: Aanpassingen geldig vanaf 12 maart 2020 op diverse plaatsen in de richtlijn toegevoegd. Richtlijn geactualiseerd en in LCI-richtlijnenformat gezet.
- 12-03-2020: Casusdefinitie aangepast: de epidemiologische link met een bevestigde patiënt of terugkeer uit een regio met wijdverspreide transmissie is losgelaten.Tevens is het testbeleid aangepast: er worden buiten het ziekenhuis alleen nog personen met een verhoogde kans op ernstig beloop getest wanneer zij een ernstig ziektebeeld ontwikkelen, gepaard gaande met koorts EN respiratoire symptomen (hoesten of dyspnoe).
- 11-03-2020: Casusdefinitie aangepast: Macau en Singapore verwijderd uit wijdverspreide transmissie en Noord-Italië met provincies gewijzigd naar Italië. Opsomming met landen lokale transmissie gewijzigd naar: Inmiddels is er in zeer veel landen sprake van lokale transmissie, zie de meest recente WHO situation reports.
- 10-03-2020: Bijlage 'Protocol beleid contacten' is gesplitst in twee protocollen: het 'Protocol contacten bevestigde patiënt met COVID-19' (bijlage 4) en het 'Protocol zorgmedewerkers na contact met een bevestigde patiënt met COVID-19' (bijlage 5). (De voormalige bijlage 5 'Arbo-inf@ctberichten' is vervallen als bijlage en vervangen door een link naar het Arbo-inf@ctarchief op de website van de NCvB.)
- 09-03-2020: Verduidelijking beleid zorgmedewerkers.
- 07-03-2020: Informatiebrief 5 is eveneens aangepast op basis van de wijzigingen van gisteren. Bijlage 'Voorlopig behandeladvies' is aangepast n.a.v. commentaar: de titel/tekst is gewijzigd naar 'medicamenteuze behandelopties bij opgenomen patiënten', omdat er geen 'behandeladvies' gegeven kan worden vanwege ontbrekende data over effectiviteit en/of veiligheid van medicijnen.
- 06-03-2020: Bijlage 'Protocol beleid contacten' aangepast. Dit beleid geldt ook voor huisartsen en ambulancemedewerkers. Belangrijkste aanpassing is dat de categorie hoogrisicocontacten is beperkt tot medewerkers die volledig onbeschermd aerosolvormende handelingen hebben uitgevoerd. Tevens zijn de informatiebrieven 3, 4 en 6 aangepast aan de wijzigingen in het testbeleid bij contacten.
- 05-03-2020: In bijlage 'Protocol thuisisolatie' is de duur van de isolatie aangepast (klachtenvrij + 2 keer negatief getest met 24 uur tussentijd). In bijlage 'Protocol beleid contacten van een patiënt met COVID-19' is de termijn voor alert zijn op luchtwegklachten en het beperken van sociale contacten aangepast voor hoogrisicocontacten zonder symptomen. Onder paragraaf Preventie is een subparagraaf Preventieve maatregelen werk toegevoegd.
- 04-03-2020: Hoofdstuk Preventie toegevoegd.
- 03-03-2020: Casusdefinitie geüpdatet met Aanvullende indicaties voor diagnostiek intramuraal conform (Lab)inf@cts. Bijlage 'Procedure afnemen materiaal coronavirus bij huisbezoek met twee personen', een product van GGD Amsterdam en GGD Kennemerland toegevoegd. Hoofdstuk en bijlage 'Voorlopig behandeladvies' toegevoegd. Aangepast onder 'Opname (verdachte) patiënt': FFP1-masker biedt voldoende bescherming voor gezondheidsmedewerkers die patiënten moeten verzorgen met COVID-19.
- 01-03-2020: Casusdefinitie en informatiebrief voor huisgenoten patiënten thuisisolatie en informatiebrief voor hoogrisicocontacten bevestigde patiënten aangepast op basis van de actualiteit van afgelopen weekend.
- 29-02-2020: Informatiebrief voor hoogrisicocontacten van bevestigde patiënten aangepast: gedurende monitoring niet naar werk. Om 22.00 uur is een tweede versie, met een verfijning in de adviezen voor de werksituatie, toegevoegd.
- 28-02-2020: Casusdefinitie aangepast op basis van internationale afstemming bij ECDC.
- 27-02-2020: De informatiebrief voor contacten is aangepast en daarbij onderverdeeld in twee brieven: één voor hoog- en één voor laagrisicocontacten van bevestigde patiënten.
- 26-02-2020: In bijlage 3 en informatiebrieven 2, 3 en 4 is ‘desinfecteren’ met chloorbleekloog is aangepast in ‘reinigen’ (het betreft een extra reinigingsstap van handcontactpunten na ‘normaal’ reinigen). Hiertoe is besloten na contact met de brancheorganisatie van desinfectiemiddelenleveranciers.
- 25-02-2020: De casusdefinitie is aangepast op basis van internationale afstemming bij ECDC.
- 24-02-2020: De casusdefinitie is tijdelijk aangepast op basis van de actualiteit van afgelopen weekend. Naar verwachting zal ECDC morgen met een nieuwe casusdefinitie komen.
- 17-02-2020: Bijlage '(Voorlopig) triage- en diagnostiekalgoritme' aangepast.
- 13-02-2020: De (voorbeeld)informatiebrieven, te gebruiken door GGD'en als informatie voor patiënten, huisgenoten en contacten zijn uitgebreid met 2 nieuwe brieven (voor bevestigde patiënten en voor contacten van bevestigde patiënten). De informatiebrieven voor verdachte patiënten en voor huisgenoten zijn aangepast.
- 13-02-2020: De nieuwe namen COVID-19 (voor de ziekte) en SARS-CoV-2 (voor het virus) vervangen de voorlopige naam 2019-nCoV in richtlijn en bijlagen.
- 12-02-2020: Hoofdstuk 'Epidemiologische karakteristieken' toegevoegd.
- 11-02-2020: Bijlage 'Afnametechniek specifieke virale diagnostiek' toegevoegd.
- 08-02-2020: Informatiebrieven toegevoegd. Informatiebrief over verdachte patiënt in thuissituatie met dank aan GGD Twente.
- 07-02-2020: Bijlagen '(Voorlopig) triage- en diagnostiekalgoritme', 'Protocol thuisisolatie van patiënt' en 'Protocol beleid contacten' geactualiseerd; casusdefinitie herzien.
- 05-02-2020: Bijlage '(Voorlopig) triage- en diagnostiekalgoritme' geactualiseerd.
- 04-02-2020: Bijlage 'Stappenplan bij bevestigde patiënt' toegevoegd.
- 31-01-2020: Op 30 januari 2020 heeft de WHO de uitbraak tot een internationale bedreiging voor de volksgezondheid (PHEIC-status) uitgeroepen. Bijlagen 'Arbo-infact' en 'Protocol beleid contacten' toegevoegd.
- 29-01-2020: Eerste versie online inclusief de Bijlage '(Voorlopig) triage- en diagnostiekalgoritme'.
Ziekte & Besmettelijkheid
Verwekker
Het nieuwe humane coronavirus (severe acute respiratory syndrome coronavirus, SARS-CoV-2), behoort tot het species of Severe Acute Respiratory Syndrome related Coronavirus, genus beta-coronavirus, subgenus Sarbecovirussen, lineage B (Zhou 2019). Coronavirussen veroorzaken respiratoire infecties, soms met een enterale component, bij mensen en dieren. Tot deze groep behoort ook SARS-CoV dat in 2003 wereldwijd in verschillende regio’s voor uitbraken zorgde.
Pathogenese
SARS-CoV-2 is genetisch het meest verwant aan het SARS-coronavirus. Het maakt net als SARS gebruik van de ACE2-receptor. Deze komt onder andere op het alveolair epitheel voor, wat gezien wordt als de verklaring voor de predilectie van SARS voor replicatie in de lage luchtwegen (Haagmans 2020).
Incubatieperiode
2-14 dagen (gemiddeld 5-6 dagen, bij 99% van symptomatische infecties ontstaan klachten binnen 10 dagen).
Ziekteverschijnselen
Er wordt een breed palet aan klachten gemeld bij personen met COVID-19, waaronder:
- koorts, koude rillingen
- hoesten
- neusverkoudheid, benauwdheid, schorre stem, pijn bij de ademhaling
- keelpijn
- algehele malaise, vermoeidheid, algehele pijnklachten
- oculaire pijn
- spierpijn
- hoofdpijn
- duizeligheid
- prikkelbaarheid/verwardheid/delier
- buikpijn
- anorexie/verlies van eetlust
- diarree, overgeven, misselijkheid
- verlies van of verminderde reukzin (hyposmie/anosmie) en smaakzin (dysgeusie/ageusie)
- conjunctivitis en verschillende huidafwijkingen.
De frequentie waarin deze symptomen worden gemeld, wisselt sterk per studie en de populatie die onderzocht is. Voor een overzicht van de literatuur zie hiervoor de bijlage Inhoudelijke onderbouwing t.b.v. symptomatologie COVID-19 en consequenties voor testen en maatregelen.
Uit een meta-analyse blijkt dat de gastro-intestinale symptomen bij 15% van de patiënten voorkomt, met misselijkheid, overgeven, diarree en verminderde eetlust als de meest voorkomende symptomen. Patiënten met ernstige COVID-19 hadden frequenter gastro-intestinale symptomen in vergelijking met patiënten met niet-ernstige COVID-19 (Mao 2020). Een enkele keer is conjunctivitis bij COVID-19-patiënten beschreven (Aiello 2020). Ook de volgende huidafwijkingen zijn enkele keren beschreven: gegeneraliseerd maculair of maculopapulair exantheem (morbiliform), papulovesiculaire uitslag (blaasjes), urticaria, pijnlijke acra met rood/paarse papels (gelijkend op perniones ofwel wintertenen), livedo reticularis laesies en petechiae (Sachdeva 2020).
Waar in het begin van de pandemie voornamelijk de klassieke luchtwegklachten bij ernstig zieke COVID-19-patiënten als typerend voor het ziektebeeld COVID-19 werden beschouwd, wordt uit latere studies duidelijk dat ook niet-respiratoire symptomen het ziektebeeld COVID-19 kenmerken. Zo zijn anosmie/ageusie en koorts in alle studies onderscheidend en worden ook spierpijn, vermoeidheid en anorexie/verminderde eetlust genoemd. Verlies van reukzin is niet kenmerkend voor COVID-19 en andere coronavirussen, maar treedt ook op postviraal bij andere virussen (Hopkins 2020). In een deels retrospectieve case-controlstudie blijkt dat nieuw begonnen reuk- en/of smaakklachten significant vaker voorkomen bij COVID-19-patiënten dan bij influenzapatiënten (Beltran 2020), en soms ook als enige symptoom werden gezien bij personen met een positieve test (Vaira 2020).
De ernst van infectie is wisselend; van milde niet-specifieke klachten tot meer ernstige ziektebeelden met koorts (> 38 graden Celsius, benauwdheid, pneumonie, acute respiratoire stress syndroom en septische shock. Mogelijk zijn er ook personen die (bijna) geen klachten ontwikkelen, zie bijlage Inhoudelijke onderbouwing met betrekking tot a-, pre- en vroegsymptomatische transmissie SARS-CoV-2. De patiënten met complicaties worden onderverdeeld in ‘ernstige pneumonie’ als zij zuurstofbehoeftig zijn (circa 65% van de gevallen), ‘kritiek’ als ze beademing nodig hebben (circa 20%), of ‘fataal’ (circa 15% van de patiënten met pneumonie).
In een studie gebaseerd op cijfers van december 2019 tot en met augustus 2020 wordt geschat dat de mondiale case fatality rate (CFR) in juli-augustus 2020 varieert van 2,5% tot 4,1%, afhankelijk van de wijze van berekenen (Abou Ghayda 2020). Een ander onderzoek includeert gegevens van 82 landen en gebieden uit WHO situation reports uit februari en maart 2020 en schat de mondiale CFR op 4,2% (Wilson 2020). De samenstelling van een populatie (leeftijd, geslacht, comorbiditeit), kwaliteit en toegankelijkheid van zorg en testbeleid zijn onder andere van invloed op deze cijfers.
Op basis van leeftijd is er een significant verschil in CFR bij verschillende leeftijdsgroepen. Gebaseerd op cijfers uit Duitsland was deze in de periode van 6 juli t/m 6 september 2020 voor 35-59-jarigen 1%, voor 60-79-jarigen 2%, en voor 80-plussers 11% (Oke 2020).
Het toepassen van de mondiale case fatality rates op de Nederlandse situatie vraagt enige voorzichtigheid. Op 27 september 2020 wordt een CFR van 5,9% vermeld voor Nederland op basis van cijfers van het ECDC (Our World in Data 2020). Echter, zoals gezegd is de schatting van de CFR sterk afhankelijk van factoren als geteste populatie, testincidentie, volledigheid en snelheid van rapportage en de casusdefinitie. Op het moment van het berekenen van de Nederlandse CFR was de testincidentie (1,76/1000 inwoners) en het aantal testen per bevestigde persoon (12,6) relatief laag ten opzichte van bijvoorbeeld Denemarken (8,65/1000 inwoners; 80,4) dat op 27 september 2020 een CFR van 2,5% heeft berekend. Vanwege deze verschillen zou dit zou een meer representatieve waarde kunnen zijn dan de Nederlandse CFR (COVID-19 Health System Response Monitor 2020).
De infection fatality rate (IFR) is een maat waarbij wordt geschat hoe het aantal doden zich verhoudt tot het aantal geïnfecteerden (in plaats van het aantal bevestigde personen, zoals bij de CFR). Op basis van Nederlandse data ten aanzien van oversterfte en aantal SARS-CoV-2-besmette personen uit maart tot mei 2020 wordt geschat dat de IFR 1% is (Van Asten 2021). Elders wordt een IFR van 1,3% berekend voor Nederland in de periode maart tot en met juni 2020. Dit getal neemt toe boven de 65 jaar (RIVM 2020). Ter vergelijking, in Spanje is een IFR van 1,1% geschat op basis van de oversterfte en seroprevalentie van april tot medio juli 2020. Vanaf 50 jaar stijgt de IFR, waarbij het voor 80-plussers oploopt tot 6,5% voor vrouwen en 16,4 % voor mannen (Pastor-Barriuso 2020).
Nazorg
Zie FMS Leidraad Nazorg voor IC-patiënten met COVID-19 en FMS Leidraad Nazorg voor patiënten met COVID-19.
Kinderen
Zie voor meer informatie over COVID-19 bij kinderen NVK - Documenten COVID-19.
Zwangerschap
Zie onder Risicogroepen en Bijlage Zwangerschap (werk) en COVID-19.
Natuurlijke immuniteit
De mate en duur van natuurlijke immuniteit na een doorgemaakte infectie is nog niet bekend en hangt mogelijk samen met de ernst van de doorgemaakte infectie (ECDC 2020d).
Op basis van eerste onderzoeksresultaten lijkt het mogelijk om opnieuw geïnfecteerd te kunnen raken met SARS-CoV-2, in analogie met andere humane coronavirussen (Iwasaki 2020, Tilett 2020, ECDC 2020e). Op dit moment is het niet mogelijk om vast te stellen of (en in welke mate) personen bij een herinfectie besmettelijk zijn. Voor maatregelen, waaronder bron-en contactonderzoek, zie paragraaf Maatregelen.
Reservoir
De mens. Er wordt uitgegaan van een zoönotische bron (vleermuizen en/of schubdieren) (Wang W 2020).
Besmettingsweg
De ziekte is van mens op mens overdraagbaar.
Direct
Druppelinfectie: transmissie via grote druppels uit hoesten en niezen binnen een afstand van 1,5 meter. Via medische procedures die een infectieus aerosol genereren (WHO 2020a). De Federatie Medisch Specialisten heeft een overzicht van deze medische procedures gepubliceerd.
De rol van verspreiding via fecaal-oraal contact is nog onduidelijk. Virus is gedetecteerd en gekweekt uit feces (Wang W 2020, Xu 2020, Zhang 2020). Dit zal naar verwachting weinig bijdragen aan de overall transmissie.
Indirect
Er zijn aanwijzingen dat indirecte overdracht mogelijk is wanneer een persoon met de handen besmette oppervlakten en voorwerpen heeft aangeraakt waarop voldoende infectieus virus aanwezig is en daarna de mond, ogen of neus aanraakt (WHO 2020c, ECDC 2020f, Van Doremalen 2020). Er is geen bewijs waaruit blijkt dat indirecte overdracht in de publieke ruimte, waaronder openbaar vervoer en winkels, heeft plaatsgevonden. De kans op overdracht via oppervlakken en voorwerpen nabij een persoon met bevestigde COVID-19 lijkt groter dan in de publieke ruimte, maar het is nog onduidelijk of dit een belangrijke of prominente rol speelt in de verspreiding (Guo 2020, Yung 2020, Ong 2020).
Aerogeen
Het is op dit moment onduidelijk of aerogene verspreiding (via zwevende deeltjes in de lucht) een relevante rol speelt bij de verspreiding van het virus. Een uitzondering vormen aerosolvormende handelingen in de zorg, waar aanvullende maatregelen worden geadviseerd (WHO 2020a). De Federatie Medisch Specialisten heeft een overzicht van deze medische procedures gepubliceerd. Zie voor achtergrondinformatie en literatuurreferenties de bijlage Inhoudelijke onderbouwing van de mogelijke rol van aerogene verspreiding van SARS-CoV-2 bij mens-tot-mens transmissie en de bijdrage van ventilatiesystemen en Ventilatie en COVID-19.
Lactatie
Net als bij andere virale luchtweginfecties speelt transmissie van het virus via borstvoeding waarschijnlijk geen rol (standpunt FMS).
Besmettelijke periode
Exacte gegevens over de besmettelijke periode ontbreken. Een persoon is in het algemeen besmettelijk net voor en tot de eerste vijf dagen van de symptomatische fase.
Resultaten uit casestudies, clusterstudies, retrospectieve en prospectieve cohortstudies en modelleringsstudies laten zien dat presymptomatische transmissie voorkomt. Resultaten uit deze studies laten zien dat er 1-5 dagen voor start van symptomen transmissie kan plaatsvinden. Echter, het is lastig goed te definiëren of iemand helemaal geen klachten had of milde of vroege symptomen. Daarnaast is er in de meeste studies geen directe virologische onderbouwing beschikbaar in de vorm van sequentiedata, virusneutralisatiestesten en/of viruskweken. De range waarin pre-symptomatische mensen mogelijk bijdragen aan de transmissie is nog niet met zekerheid vastgesteld. Ook niet in welke situatie en/of setting deze mogelijke transmissie zou kunnen plaatsvinden. Op basis van de huidige studies is de rol van zuiver asymptomatische personen nog onduidelijk.
Bij niet-immuungecompromitteerde personen blijft SARS-CoV-2 in monsters van de luchtwegen aantoonbaar en kweekbaar tot 8-9 dagen na de start van symptomen in milde gevallen (Viroscience Erasmus MC 2020) (Wölfel 2020) (Cevik, Lancet, 2020). Bij ernstige ziekte waarvoor opname in het ziekenhuis nodig was, wordt er na 10 dagen nog bij sommige patiënten levend virus uitgescheiden, waarbij incidenteel tot 14 dagen of langer virus kon worden gekweekt.
Bij immuungecompromitteerde personen blijft de viruskweek ook langer dan 1 week positief en deze kan zelfs bij ernstige patiënten die opgenomen waren nog 2-3 weken positief blijven. Het is niet bekend of bij immuungecompromitteerde personen met alleen milde klachten er ook langer dan 1 week nog levend virus wordt uitgescheiden. Bij ernstige immuunsuppressie, zoals stamceltransplantatie in de laatste 6 maanden, kan de viruskweek 2 maanden positief blijven na een ernstige infectie (Aydillo, NEJM, 2020). Er zijn aanwijzingen dat het ontstaan van een adequate serologische respons leidt tot het negatief worden van viruskweken (Viroscience, Erasmus MC). De periode dat PCR-testen positief blijven is langer dan dat er levend virus kan worden gekweekt. Een positieve PCR-testuitslag kan dus niet worden gebruikt om te bepalen of iemand nog infectieus is na het doormaken van COVID-19.
Na het verdwijnen van de klachten kan het virus met PCR nog aantoonbaar blijven in feces (4-5 weken). De rol van verspreiding via fecaal-oraal contact is nog onduidelijk. Virus is gedetecteerd en gekweekt uit feces (Wang W 2020, Xu 2020, Zhang 2020). Dit zal naar verwachting weinig bijdragen aan de overall transmissie.
Besmettelijkheid
Exacte gegevens over de besmettelijkheid ontbreken. De infectieuze dosis van SARS-CoV-2 is nog onbekend. Het is daarom nog niet duidelijk of een persisterende positieve viruskweek gevonden na start van symptomen ook daadwerkelijk duidt op een persisterend infectierisico, zoals beschreven bij immuungecompromitteerde personen (Aydillo, NEJM, 2020).
Wel is er bewijs dat de hoeveelheid virus die wordt aangetoond in patiënten het hoogst is rond het moment waarop de symptomen beginnen tot enkele dagen erna (He 2020, Kim 2020, Zou 2020). Dat betreft de periode van 1-2 dagen voor start van symptomen tot de eerste 5 dagen van ziekte (Cevik, Lancet, 2020). Zowel patiënten met milde als met ernstige klachten kunnen virus uitscheiden in de presymptomatische en symptomatische fase (Zhang 2020). Asymptomatische patiënten hebben mogelijk initieel vergelijkbare hoeveelheden virus in de bovenste luchtwegen, maar de uitscheiding daarvan duurt korter (Cevik, 2020). Op basis van de huidige studies is de rol van zuiver asymptomatische transmissie nog onduidelijk.
Buiten het lichaam kan het virus maar kort overleven. Hoe lang dat precies is, is nu nog onbekend. Dit kan variëren van enkele uren tot enkele dagen. Dat is afhankelijk van bijvoorbeeld het soort oppervlakte, de temperatuur en de luchtvochtigheid. Er zijn aanwijzingen dat indirecte overdracht mogelijk is wanneer een persoon met de handen besmette oppervlakten en voorwerpen heeft aangeraakt waarop voldoende infectieus virus aanwezig is en daarna de mond, ogen of neus aanraakt (WHO 2020c, ECDC 2020f, Van Doremalen 2020). Er is geen bewijs dat mensen hierdoor besmet zijn geraakt (ECDC 2020b). De kans op overdracht via oppervlakken en voorwerpen nabij een persoon met bevestigde COVID-19 lijkt groter dan in de publieke ruimte, maar het is nog onduidelijk of dit een belangrijke of prominente rol speelt in de verspreiding (Guo 2020, Yung 2020, Ong 2020).
Diagnostiek
Met medewerking van de NVMM. Vastgesteld november 2020.
Indicaties voor diagnostiek
Vanaf 1 juni 2020 moet iedereen in heel Nederland met klachten passend bij COVID-19 thuisblijven. Iedereen met klachten kan zich laten testen. Zie de instructies van Rijksoverheid.nl. Voor kinderen tot en met 12 jaar kunnen andere regels gelden, zie de Handreiking bij neusverkouden kinderen.Ook voor personen met een herinfectie kunnen andere adviezen gelden, zie paragraaf Maatregelen.
Het is extra belangrijk dat personen die voor kwetsbare personen zorgen zich bij klachten direct laten testen. Zie ook de bijlage Testbeleid en inzet van zorgmedewerkers.
Directe diagnostiek
Detectie van het SARS-CoV-2-virus kan gedaan worden met (real-time) reverse-transcriptie-PCR (RT-PCR) of andere nucleic acid amplification technique (NAAT) voor detectie van viraal RNA. Uiteraard dient voor een optimale detectie van het virus, onafhankelijk van de techniek, de monsterafname – nasofarynx(neus)wat en orofarynx(keel)wat – op de juiste wijze plaats te vinden. SARS-CoV-2 lijkt bij personen met COVID-19 iets beter aantoonbaar in nasofarynxuitstrijken dan in orofarynxuitstrijken. Het blijft belangrijk om beide af te nemen, omdat er personen zijn die alleen op een van de twee locaties positief zijn. Indien beschikbaar zijn diepere respiratoire materialen, zoals sputummonster of bronchoalveolaire lavagevloeistof, van toegevoegde waarde. Bij kleine kinderen, bij wie niet altijd een naso- en/of orofarynxwat kan worden afgenomen, kunnen speeksel of feces nog een mogelijkheid zijn. Over de gevoeligheid van de PCR op feces en speeksel t.o.v. een PCR op een naso-/orofarynxuitstrijk zijn in de literatuur wisselende berichten. Op de manier zoals speeksel met een speekselspons afgenomen wordt in Nederland voor diverse studies en bij kinderen onder de 6 jaar, is er een goede correlatie tussen de uitslagen van de PCR op speeksel en naso- en orofarynxmonster. Bij laagste loads in nasofarynx en orofarynx bestaat de kans dat de PCR op speeksel negatief is. Een PCR op feces is variabeler in positiviteit dan die op een naso-/orofarynxuitstrijk, met een trend dat de PCR op feces langer positief is dan die op een naso-/orofarynxuitstrijk.
De gevoeligheid van de PCR op naso- en orofarynxuitstrijken lijkt het grootst vanaf de eerste dag tot dag 4 à 5 na start van klachten en neemt daarna geleidelijk af. Een deel van de personen is al positief in de PCR vóór het begin van de klachten (presymptomaten) en er blijkt een aanzienlijk aantal mensen te zijn dat volledig asymptomatisch blijft, maar wel PCR-positief is. De virale load blijkt niet veel te verschillen tussen asymptomaten, presymptomaten en mensen met klachten (Mizumoto 2020). Bij personen met ernstige klachten met negatieve naso- en orofarynxuitstrijken hebben monsters uit de diepere luchtwegen een grotere gevoeligheid. Ook kan bij klachten die langer dan 7 dagen bestaan een PCR op feces geprobeerd worden, omdat dat materiaal langer positief lijkt te blijven. Sommige personen kunnen nog weken lang, ook na resolutie van klachten, PCR-positief blijven in naso- of orofarynxuitstrijken, veelal met een lage virale load. Dit hoeft niet te betekenen dat ze ook infectieus zijn. Op de website van de Federatie Medische Specialisten (FMS) staat een leidraad voor diagnostiek; die vooral gericht is op ziekenhuisdiagnostiek.
Om materiaal te besparen is het mogelijk om met één wattenstok zowel neus als keel te bemonsteren, twee wattenstokken in één buis met verzendmedium te versturen, of materialen gepoold te testen. Voor toelichting, zie de bijlage Aanvullende informatie diagnostiek, bij deze richtlijn.
De PCR-testen voor SARS-CoV-2 in Nederland zijn oorspronkelijk gericht op twee targets: het E-gen en het RdRP-gen (Corman 2020). Met de ervaring die daarmee is opgedaan, hebben de meeste laboratoria ervoor gekozen om alleen nog voor het meest gevoelige E-gen te testen om tijd te besparen en het gebruik van reagentia bij schaarste in te perken. Inmiddels is de RdRP-gen-PCR SARS-CoV-2 specifiek en vergelijkbaar gevoelig als de E-gen-PCR gemaakt. De amplificatiecurve dient goed te worden beoordeeld bij de hogere Ct-waardes (zeker bij een Ct van >35). Is de curve afwijkend, onbetrouwbaar of moeilijk te interpreteren, dan is zeker bij een epidemiologisch onverwachte positieve uitslag confirmatie nodig. Er is nu een diversiteit aan in-house en commerciële RT-PCR-testen die verschillende genen, één of meerdere, als target gebruikt. In validaties van kwaliteitspanels van het RIVM zijn deze vergelijkbaar gevoelig (zie voor meer detail de bijlage Aanvullende informatie diagnostiek).
Een toenemend aantal laboratoria gebruikt een volautomatisch testsysteem dat op transcription mediated amplification (TMA), een andere techniek dan PCR, is gebaseerd. Het systeem meet ‘relative light units’ (RLU) en geeft kwalitatieve uitslagen (positief of negatief) in plaats van semi-kwantitatieve resultaten zoals de PCR. Ook testsystemen die gebruik maken van loop-mediated isothermal amplification (LAMP), een techniek die ook berust op de vermenigvuldiging van viraal RNA, beginnen hun intrede te doen.
Er zijn naast de reguliere testen ook moleculaire point-of-care-testen (mPOCT) op de markt gekomen, die vooral worden gebruikt voor spoeddiagnostiek vanwege de snel beschikbare resultaten (binnen een uur) en voor locaties die niet over een routinematig moleculair diagnostisch laboratorium beschikken.
Er zijn inmiddels ook testen beschikbaar die gebaseerd zijn op het aantonen van virale eiwitten (antigeen). Deze testen kunnen over het algemeen heel snel een resultaat geven (binnen 15 minuten), maar er is nog onvoldoende bekend over de prestaties van deze testen, of sensitiviteit en specificiteit goed genoeg zijn en wat het toepassingsgebied van deze testen kan zijn, afhankelijk van hun prestaties.
Het RIVM verzamelt de informatie uit de evaluatietrajecten naar de validatie van antigeensneltesten in een overzicht.
Afnametechniek en beschermingsmaatregelen
Voor afnametechniek van de oro-/nasofarynxmonsters, zie de bijlage Afnametechniek specifieke virale diagnostiek. Voor het afnemen van speeksel is een specifiek systeem geëvalueerd. Zie ook de bijlage Aanvullende informatie diagnostiek. Voor hygiënemaatregelen bij afname, zie Generiek draaiboek, bijlage 8: ‘Hygiënemaatregelen’, paragraaf ‘Bescherming bij monsterafname’ (pagina 2). Het advies is om bij afname diagnostisch materiaal minimaal een chirurgisch mondneusmasker type IIR te gebruiken (of een FFP1 masker, mits beschikbaar).
Uitvoerende laboratoria
Na de initiële gefaseerde opschaling van de diagnostiek, is er inmiddels een groot aantal laboratoria waar diagnostiek naar SARS-CoV-2 kan worden uitgevoerd. Meerdere laboratoria kunnen een PCR op speeksel of feces uitvoeren. Neem hiervoor eerst contact op met het microbiologisch laboratorium of dat daar mogelijk is. Ook voor speeksel hebben laboratoria deelgenomen aan een kwaliteitspanelrondzending.
Voor een overzicht van de betreffende laboratoria en voor aanvullende informatie over transport, laboratoriumveiligheid en afnamematerialen, zie de bijlage Aanvullende informatie diagnostiek.
Indirecte diagnostiek
Er zijn diverse antistoftesten in ELISA-format ontwikkeld en geëvalueerd en beschikbaar voor diagnostiek. Er zijn testen voor IgM en IgG apart en testen die totaal Ig meten. Omdat het enige tijd duurt voor een antistof is opgebouwd, zijn deze testen pas toepasbaar vanaf 10 tot 14 dagen na start van klachten en optimaal vanaf een week of drie. De antistofrespons lijkt minder te zijn bij mensen die milde klachten hebben gehad (rapportage taskforce serologie, 15 juli 2020). Hierdoor hebben ze maar beperkte toepassing voor acute patiëntenzorg of als ingang voor bron- en contactonderzoek (Wise 2020). Ook zijn er meerdere antistofsneltesten of point-of-care-testen ontwikkeld. In een gepoolde evaluatie door meerdere Nederlandse laboratoria, schieten deze testen tekort in gevoeligheid bij personen met milde klachten en bij recente klachten (rapportage taskforce serologie, 15 juli 2020).
Antistofbepalingen kunnen een indicatie geven van een doorgemaakte infectie, maar geven geen uitsluitsel over beschermende immuniteit. Ook is nog niet bekend in hoeverre de aanwezigheid van antistoffen transmissie voorkomt.
Niet-microbiologische diagnostiek
Voor opgenomen patiënten kan een CT-scan een goede aanvulling zijn om klinische verdenking op COVID-19 en ernst van de infectie in te schatten (FMS 2020). Een CT-scan is geen vervanging van de meer specifieke PCR om een uiteindelijke diagnose te stellen.
Typering voor bron- en contactonderzoek
Typeren met next generation sequencing is in bijzondere situaties mogelijk bij het Erasmus MC en RIVM-IDS.
Aanvullende informatie ten aanzien van diagnostiek
Zie de bijlage Aanvullende informatie diagnostiek.
NB De situatie verandert snel. Actuele zaken worden door middel van (Lab)inf@ctberichten gecommuniceerd. Bij discrepanties is het (Lab)inf@ctbericht leidend boven deze diagnostiekparagraaf.
Risicogroepen
Verhoogde kans op infectie
Personen ≥ 18 jaar met een verstandelijke handicap die in een instelling wonen en personen woonachtig in een verpleeghuis hebben een verhoogde kans op infectie.
Op basis van de huidige literatuur lijken zwangere vrouwen geen verhoogd risico te hebben om geïnfecteerd te worden met SARS-CoV-2, d.w.z. ze zijn niet ontvankelijker dan andere personen.
Verhoogde kans op ernstig beloop
Personen ouder dan 70 jaar
Mensen die ouder zijn dan 70 jaar hebben een verhoogd risico op ernstig beloop van COVID-19. Kwetsbare ouderen die moeite hebben om hun zelfredzaamheid te behouden, lopen meer risico dan vitale ouderen. Kwetsbaarheid neemt toe met de leeftijd en kan zich uiten op verschillende gebieden. De ene kwetsbare oudere heeft bijvoorbeeld hulp nodig bij de lichamelijke verzorging, de andere bij het organiseren van de dagelijkse activiteiten.
Volwassenen (≥ 18 jaar) met onderliggende ziekten
Volwassenen met bepaalde onderliggende aandoeningen hebben ook een groter risico op een ernstig beloop van COVID-19. Het gaat om volwassenen met:
- chronische afwijkingen en functiestoornissen van de luchtwegen en longen, die vanwege de ernst onder behandeling van een longarts zijn;
- een chronische stoornis van de hartfunctie, die daardoor in aanmerking komen voor de griepprik;
- diabetes mellitus: slecht ingestelde diabetes of diabetes met secundaire complicaties;
- ernstige nieraandoeningen die leiden tot dialyse of niertransplantatie;
- verminderde weerstand tegen infecties door medicatie voor auto-immuunziekten, na orgaan- of stamceltransplantatie, bij hematologische aandoeningen, bij (functionele) asplenie**, bij aangeboren of op latere leeftijd ontstane ernstige afweerstoornissen waarvoor behandeling nodig is, of tijdens en binnen 3 maanden na chemotherapie en/of bestraling bij kankerpatiënten;
- een onbehandelde hivinfectie of een hivinfectie met een CD4-getal < 200/mm3;
- ernstig leverlijden in Child-Pugh classificatie B of C;
- morbide obesitas (BMI > 40).
** Vanwege een mogelijk verhoogd risico op een secundaire pneumokokkenpneumonie en niet een verhoogd risico op ernstige COVID-19.
Zie voor een nadere specificatie in het kader van beroepsuitoefening de bijlage Aandachtspunten rondom inzet kwetsbare medewerkers.
Voor kinderen < 18 jaar met onderliggend lijden zijn separaat adviezen opgesteld door de NVK; zie voor meer informatie het NVK - Documenten COVID-19 / NVK: Coronavirus en kinderen en adolescenten met een chronische ziekte. Op basis van gegevens over de leeftijdsspecifieke incidentie, is het risico op COVID-19 aanzienlijk lager bij kinderen. Er worden in de gegevens uit China vrijwel geen ernstige uitkomsten gemeld voor personen onder de 19 jaar (China CDC, Guan). Zie ook https://www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/kinderen-coronavirus.

Zwangerschap
Zwangerschap
Verhoogde kans op infectie
Op basis van de huidige literatuur lijken zwangere vrouwen geen verhoogd risico te hebben om geïnfecteerd te worden met SARS-CoV-2, d.w.z. ze zijn niet ontvankelijker dan andere personen (FMS).
Verhoogde kans op ernstig beloop
Zwangere zelf
Voor zover bekend is er geen bewijs om aan te nemen dat de symptomen van zwangere vrouwen en het beloop anders zijn in vergelijking met die van niet-zwangeren (Ceulemans et al., Allotey et al.). COVID-19 kan bij een zwangere, net als de meeste andere virale respiratoire infecties, ernstiger verlopen, zeker wanneer er sprake is van onderliggend lijden of van zwangerschapscomplicaties. Dit geldt met name voor het derde trimester (≥ 28 weken) van de zwangerschap vanwege de mechanische beperking door de groeiende buik met als gevolg verkleining van de longcapaciteit waardoor er vaker complicaties zoals een pneumonie optreden (NethOSS/NVOG). Dit geldt dus niet alleen voor SARS-CoV-2-infecties, maar ook voor de meeste andere luchtweginfecties.
In Nederland lijkt de kans op een opname in het ziekenhuis onder zwangeren met COVID-19-gerelateerde klachten licht verhoogd ten opzichte van niet-zwangeren. Ook zijn in ons land enkele vrouwen opgenomen geweest op een IC. Dit percentage ligt mogelijk iets hoger dan de opnamecijfers in de algemene populatie van jonge vrouwen (NethOSS).
Ongeboren kind
Er is geen bewijs dat SARS-CoV-2 de kans verhoogt op een miskraam of aangeboren afwijking op basis van beschikbare literatuur (FMS, NethOSS, Allotey et al.). Een recent systematisch review laat een hoger percentage vroeggeboorte zien, mogelijk te verklaren door eerder medisch ingrijpen (iatrogene vroeggeboorte) en sterk afhankelijk van het gevoerde medisch beleid (Allotey et al.). Er zijn enkele case reports gepubliceerd die transplacentaire transmissie van SARS-CoV-2 in het derde trimester lijken aan te tonen (Vivanti et al.). Dit lijkt vooralsnog beperkt te zijn; het lijkt niet te leiden tot grote problemen bij de neonaat.
Zie ook Bijlage zwangerschap (werk)en COVID-19.
Borstvoeding
Er zijn geen aanwijzingen dat een baby via de borstvoeding besmet kan worden met SARS-CoV. Wel is goede hand- en hoesthygiëne tijdens het geven van borstvoeding en andere contactmomenten belangrijk. Daarnaast wordt een kraamvrouw die COVID-19-positief is tijdens de bevalling, geadviseerd een chirurgisch mondneusmasker te dragen bij het geven van (borst)voeding (en andere contactmomenten) of de (afgekolfde) melk door een andere ouder/verzorger te laten geven tot aan het einde van de besmettelijke periode (standpunt FMS).

Arbo
Aandachtspunten rondom inzet kwetsbare medewerkers
Op lci.rivm.nl/kwetsbare-medewerkers vindt u de definitie en uitgangspunten voor de inzet van kwetsbare medewerkers. Zie ook Bijlage zwangerschap (werk)en COVID-19.
Epidemiologie
Voorkomen in Nederland
Actuele informatie over het nieuwe coronavirus (COVID-19). Zie ook coronadashboard.rijksoverheid.nl. Actuele informatie over het aantal patiënten dat is opgenomen (geweest) op de IC is te vinden op de website van NICE.
Preventie
Immunisatie
Vaccin tegen COVID-19
Vanaf januari 2021 wordt de Nederlandse bevolking gefaseerd opgeroepen voor vaccinatie tegen COVID-19. Op 24 december 2020 is de Richtlijn Uitvoering COVID-19-vaccinatie 2021 gepubliceerd. In deze professionele richtlijn staan de kaders voor de uitvoering van COVID-19-vaccinatie en de medische informatie over de uitvoering. De richtlijn wordt met regelmaat geactualiseerd: COVID-19 is een nieuwe ziekte en diverse vaccins zijn in ontwikkeling. Zodra er een wijziging is, bijvoorbeeld naar aanleiding van uitkomsten van postmarketing surveillance, of als er een nieuw vaccin in Nederland beschikbaar is, zal de richtlijn worden aangepast. Professionals kunnen extra informatie vinden op de website https://www.rivm.nl/covid19vaccinatieprofessionals, in de e-learning of bij de veelgestelde vragen en zich aanmelden voor de nieuwsbrief COVID-19-vaccinatie.
Overige vaccins
BCG-vaccin
Er is (nog) geen bewijs dat het BCG-vaccin werkt tegen coronavirussen. De academische ziekenhuizen in Nijmegen en Utrecht hebben bekend gemaakt een onderzoek te starten naar de mogelijke werkzaamheid van het vaccin om zorgmedewerkers beter te beschermen tegen het coronavirus. Het RIVM levert het BCG-vaccin alleen aan GGD’en voor de indicatie om kinderen te vaccineren tegen tuberculose. Met de huidige kennis is het vooralsnog dus niet zinvol om het voor risicogroepen of gezondheidsmedewerkers buiten de onderzoekssetting te indiceren in het kader van de bestrijding van de huidige epidemie.
BMR-vaccin
Er is (nog) geen bewijs dat het BMR-vaccin ook werkt tegen coronavirussen. Er is een onderzoek gepubliceerd dat suggereert dat de antistoffen die opgewekt worden door het BMR-vaccin (vooral tegen de rodehond) mogelijk ook zou werken tegen het nieuwe coronavirus. Deze zogenaamde kruisreagerende antistoffen zijn echter niet aangetoond in het laboratorium. Er is op dit moment onvoldoende bewijs dat een BMR-vaccinatie echt bescherming biedt tegen het nieuwe coronavirus. Daarom is het dus nog niet zinvol om personen, die niet eerder met BMR gevaccineerd zijn, extra te vaccineren.
Andere vaccins
Aanvullende vaccinatie tegen pneumokokken (PPV23) wordt ten tijde van de COVID-19-pandemie in voorjaar 2020 vooralsnog niet geadviseerd ter preventie van een secundaire bacteriële pneumonie bij 65-plussers met een SARS-CoV-2-infectie (zie advies).
In het licht van de COVID-19-pandemie heeft de Gezondheidsraad op 20 april 2020 geadviseerd om dit jaar met voorrang een pneumokokkenvaccinatie te geven aan ouderen tussen de 70 en 79 jaar, afhankelijk van de beschikbaarheid van vaccin en uitvoeringsaspecten. Mochten er onvoldoende vaccins beschikbaar zijn, dan adviseert de commissie eerst de groep 75 tot en met 79-jarigen te vaccineren. Daarnaast adviseert de Gezondheidsraad om mensen die COVID-19 hebben doorgemaakt en daardoor longschade hebben opgelopen voorlopig ook te kenmerken als medische risicogroep. Lees hier het gehele rapport. De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 30 april 2020 op beide punten een positief advies uitgebracht. In deze link vindt u de bijbehorende kamerbrief. Op basis van de beschikbare hoeveelheid vaccins zal er in het najaar 2020 een nationaal aanbod van pneumokokkenvaccinatie zijn aan iedereen die dit jaar 73 tot en met 79 jaar wordt (iedereen geboren van 1-1-1941 t/m 31-12-1947). Voor aanvullende informatie zie de factsheet Pneumokokkenvaccinatie voor ouderen. Voor personen die COVID-19 hebben gehad, zijn exacte criteria gedefinieerd voor wanneer zij in aanmerking komen voor PPV23-vaccinatie. Deze criteria zijn te vinden op de website van het Zorginstituut NL. De indicatie voor de PPV23-vaccinatie wordt gesteld door de longarts.
Algemene preventieve maatregelen
Zie de informatie 'Nederlandse maatregelen' van de Rijksoverheid.
Vanaf 1 juni moet iedereen* in Nederland met één of meer van de volgende klachten thuisblijven:
*Voor kinderen tot en met 12 jaar kunnen andere regels gelden, zie de Handreiking bij neusverkouden kinderen.
Omdat SARS-CoV-2 met name via druppels maar ook via handen wordt verspreid, zullen algemene hygiënemaatregelen zoals handen wassen, hygiëne bij het bereiden van voedsel en dranken, nies-/hoesthygiëne etc., nuttig zijn om de transmissie te voorkomen en de epidemie te beperken. Deze maatregelen zullen het krijgen van COVID-19 niet volledig kunnen voorkomen.
|
Handhygiëne en reiniging conform de richtlijn Reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare gezondheidszorg. Informatie over preventieve maatregelen ten aanzien van SARS-CoV-2 in afvalwater vindt u op de STOWA-website.

Arbo
Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers
Bij zorgmedewerkers is extra aandacht nodig voor:
- toepassen van handhygiëne;
- geen handen geven;
- hoesten en niezen in de elleboog;
- papieren zakdoekjes gebruiken;
- juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) zoals schort, handschoenen, veiligheidsbril en mondneusmasker (zie tabel);
- gebruik medische hulpmiddelen patiëntgebonden of gebruik disposables.
Toelichting op de kwaliteitseisen waar de verschillende PBM aan moeten voldoen
Persoonlijk beschermingsmiddel |
Minimale eis |
Opmerkingen |
---|---|---|
Handschoenen |
Latex, nitril EN 374-1,2 en EN 455-1,2,3,4 zichtbaar op de doos |
|
Halterschort, schort lange mouwen |
Spatwaterdicht |
|
Veiligheidsbril, faceshield, ruimzichtsbril, disposable bril |
Aanwezigheid oogbescherming aan zijkanten |
Desinfectie met alcohol 70% bij meermalig gebruik |
Ademhalingsbeschermings maskers* |
FFP2/ FFP1
Op ieder masker vermelding CE met 4-cijferig nummer |
Gebruik FFP2 tijdens medische procedures die een infectieus aerosol genereren** |
Chirurgisch mondneusmaskers* |
|
|
* Zowel het chirurgisch mondneusmasker als ademhalingsbeschermingsmasker kan 3 uur achtereen, bij verschillende bevestigde personen, gedragen worden. Tussentijds op- en afzetten mag alleen als de buitenkant van het masker geheel niet wordt aangeraakt door handen of oppervlakken.
** De Federatie Medisch Specialisten heeft een overzicht van deze medische procedures gepubliceerd.
Advies mondneusmaskers
Voor gezondheidszorgmedewerkers wordt geadviseerd een chirurgisch mondneusmasker type IIR te dragen bij de verzorging van patiënten met COVID-19/met een verdenking van COVID-19. Op basis van de huidige kennis over de transmissieroute van COVID-19 biedt dit voldoende bescherming (WHO 2020b).
Bij zorghandelingen waarbij aerosolen vrij kunnen komen, wordt een FFP2-ademhalingsbeschermingsmasker geadviseerd (WHO 2020b).
Bij situaties waarbij de inschatting is dat er mogelijk een verhoogd risico is op het vrijkomen van zeer kleine druppeltjes, zoals bij langdurige blootstelling op een korte afstand aan een COVID-19-positieve/verdachte patiënt, is een FFP2-masker te overwegen (bijvoorbeeld bij het verlenen van intensieve zorg in de laatste levensfase)
Bij een verhoogde incidentie van COVID-19 in een regio (vanaf inschalingsniveau ‘zorgelijk’) gelden aanvullende maatregelen voor het preventief dragen van mondneusmaskers. In de volgende bijlagen en documenten staan adviezen en achtergronden beschreven over het (preventief) dragen van mondneusmaskers en andere PBM in verschillende zorgsettings:
- Onderbouwing beleid mondneusmaskers;
- OMT-advies Preventief gebruik mondneusmaskers langdurige zorg;
- Advies OMT 97, deel 2;
- Leidraad persoonlijke bescherming in de (poli)klinische setting van de Federatie Medisch Specialisten (FMS);
- Mondneusmaskers voor zorgmedewerkers;
- PBM bij verzorging, verpleging, medische behandelingen buiten het ziekenhuis;
- Beleid PBM bij Wmo ondersteuning.
Extramurale zorg
Algemene uitgangspunten voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen buiten het ziekenhuis zijn te vinden in de bijlage Uitgangspunten PBM buiten het ziekenhuis. Ook zijn bij deze richtlijn het Beleid voor PBM in de wijkverpleging en het Beleid voor PBM Wmo-ondersteuning opgenomen.
Intramurale acute zorg
Voor het infectiepreventiebeleid in de intramurale acute zorg wordt het eigen ziekenhuisbeleid gevolgd.


Arbo
Zwangerschap
Preventieve maatregelen op het werk voor zwangeren
Zie bijlage Zwangerschap, werk en COVID-19.
Reiniging, desinfectie en sterilisatie
Conform de richtlijn Reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare gezondheidszorg.
Aanvullende adviezen voor intramurale patiëntenzorg
Specifiek voor intramurale patiëntenzorg gelden de volgende aanvullende adviezen: Intensivering van reiniging en desinfectie van hand- en contactpunten in de patiëntenkamer naar tweemaal per dag. Contactoppervlakten in de onderzoeks- of behandelruimte worden na gebruik gereinigd en gedesinfecteerd. Bij ontslag uit een patiëntenkamer vindt er een eindreiniging- en desinfectie plaats. De medewerkers dragen hierbij persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor de afvoer en verwerking van afval en linnengoed gelden de reguliere hygiënemaatregelen en bijpassende instructies van de schoonmaak- en facilitaire medewerkers.
Maatregelen bij postmortale zorgverlening
Overleden personen worden na overlijden door medewerkers gewassen en verzorgd in persoonlijke beschermingsmiddelen (schort met lange mouwen en handschoenen), gevolgd door handhygiëne. Hierna gelden geen bijzondere maatregelen meer behalve de standaardhygiënemaatregelen rond een stoffelijk overschot, aangezien er geen druppels of aerosolen meer worden geproduceerd. Zie ook Vragen en antwoorden postmortale zorgverlening op de RIVM-website en de bijlage COVID-19 en overlijden.
Volg voor de meest actuele informatie altijd (Lab)Inf@ct.
Maatregelen
Meldingsplicht
COVID-19 is per 28 januari 2020 aangemerkt als groep A-meldingsplichtige ziekte. Normaliter betekent dit dat al bij een vermoeden van de ziekte direct de GGD van de woon- of verblijfplaats van de bevestigde persoon geïnformeerd dient te worden. Omdat bij ongeveer 80% van de personen met COVID-19 de infectie (zeer) mild verloopt en men zich bij klachten direct kan laten testen (per 1 juni 2020) heeft het melden van een vermoeden van deze ziekte zijn functie verloren. Voor de huidige epidemie geldt daarom tot nader order dat alleen bevestigde personen gemeld dienen te worden aan de GGD.
Melding van een bevestigde persoon stelt de GGD in staat om maatregelen te nemen om verdere verspreiding tegen te gaan. Bij een groep A-meldingsplichtige ziekte coördineert de LCI de respons. De GGD meldt binnen 24 uur aan het CIb en levert gegevens voor de landelijke surveillance van meldingsplichtige ziekten.
Ondanks dat COVID-19 een A-ziekte is, hoeft een vermoeden van een SARS-CoV-2-infectie niet gemeld te worden. Informeer wel de GGD bij een bevestigde persoon én indien iemand met COVID-19 komt te overlijden. De GGD zal contactonderzoek instellen.
Als zich er in een instelling meerdere personen met klachten en symptomen passend bij COVID-19 zijn, kan er sprake zijn van meldingsplicht op basis van artikel 26 Wet publieke gezondheid (zie draaiboek Artikel 26-meldingen).
Bevestigde persoon: iedereen bij wie door middel van gevalideerde PCR of andere nucleïnezuuramplificatietest of een in Nederland gevalideerde antigeen(snel)test een infectie met SARS-CoV-2 is vastgesteld. (Zie aanvullende informatie diagnostiek.
N.B. GGD’en kunnen in OSIRIS, het landelijke surveillancesysteem van meldingsplichtige ziekten van het CIb/RIVM, aangeven of het een herinfectie betreft.
De volgende definities worden hiervoor gebruikt:
- 'Bewezen' herinfectie: persoon met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie, met een symptoomvrije periode EN een periode van ten minste 8 weken na de eerste ziektedag* van een eerdere bevestigde SARS-CoV-2-infectie.
- 'Mogelijke' herinfectie: persoon met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie, met een symptoomvrije periode EN een periode van ten minste 8 weken na de eerste ziektedag* van een eerdere ziekteperiode waarbij een SARS-CoV-2-infectie waarschijnlijk was, omdat de persoon nauw contact was (categorie 1 of 2) van een index met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie.
* Of na de datum van testen als de 1e ziektedag ontbreekt.
De periode van 8 weken na de eerste ziektedag (of na de datum van testen als de 1e ziektedag ontbreekt) is gebaseerd op de waarschijnlijkheid dat de positieve test daadwerkelijk een herinfectie is. Deze grens van 8 weken wordt momenteel nog niet onderbouwd door uitgebreide literatuur. Soms treden herinfecties na een kortere klachtenvrije periode op, met bijvoorbeeld verschillende virus-lineages (zie paragraaf Maatregelen naar aanleiding van een geval). Voorlopig houden we echter de grens van 8 weken aan voor het melden van een herinfectie in OSIRIS. Dit beleid kan herzien worden indien nieuwe wetenschappelijke inzichten hiervoor aanleiding geven.
Bronopsporing
Bij een persoon met bevestigde COVID-19 voert de GGD bron- en contactonderzoek uit. Zie: https://lci.rivm.nl/COVID-19-bco
Bronopsporing:
- Vraag bij elke bevestigde persoon na waar hij/zij denkt de infectie mogelijk te hebben opgelopen.
- Wees lokaal, regionaal en landelijk alert op bijzondere clustering van cases. Doe nader onderzoek als dat het geval is en neem zo nodig aanvullende maatregelen.
Monitoring bron- en contactonderzoek:
Om de effecten van het bron- en contactonderzoek te monitoren wordt dagelijks vanuit HPZone informatie over contacten doorgegeven aan het RIVM middels een checkbox in HPZone. Dit systeem is eerder al gebruikt aan het begin van de pandemie.
In HPZone worden de volgende gegevens gerapporteerd per contact:
- persoonskenmerken;
- monitorings- of quarantaineperiode;
- link aan index (Osiris-nummer) of situatie;
- ontstaan van klachten inclusief eerste ziektedag en soort klachten;
- afgenomen diagnostiek;
- GGD-regio;
- aard contact.
Reguliere evaluatie zal plaatsvinden om het beleid waar noodzakelijk en mogelijk bij te stellen.
Contactonderzoek
Zie ook de bijlage Protocol bron- en contactonderzoek COVID-19 voor de uitgangspunten en het beleid.
Bij een persoon met bevestigde COVID-19 voert de GGD bron- en contactonderzoek uit. De GGD initieert het contactonderzoek zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen 24 uur nadat een melding van een persoon met (laboratorium)bevestigde COVID-19 is ontvangen. Snelle melding bij GGD door laboratorium en behandelend arts, inclusief contactgegevens, is essentieel voor de start van een bron- en contactonderzoek.
Besmettelijke periode Bij symptomatische infecties begint de besmettelijke periode 2 dagen voor de start van de klachten, en eindigt als de persoon 24 uur klachtenvrij is en minimaal 7* dagen na start van de symptomen.
Bij asymptomatische infecties begint de besmettelijke periode op de testdatum en eindigt 5 dagen na de testafname.
Definitie contacten
3a. Personen die langdurig contact (langer dan 15 minuten) hadden met de bevestigde persoon op meer dan 1,5 meter afstand in dezelfde ruimte, bijvoorbeeld op kantoor, in de klas of tijdens vergaderingen. 3b Personen die op minder dan 1,5 meter contact hadden met de bevestigde persoon tijdens diens besmettelijke periode gedurende minder dan 15 minuten (waarbij geen sprake was van hoogriscoblootstelling, zie 2b)
* Bij immuungecompromitteerde patiënten wordt minimaal 14 in plaats van 7 dagen gehanteerd (zie Richtlijn, paragraaf Besmettelijke periode).
** Indien een contact (huisgenoot of overig nauw contact) zelf een infectie heeft doorgemaakt met een eerste ziektedag minder dan 8 weken geleden (aangetoond door PCR of klinisch gevalideerde antigeensneltest), worden de maatregelen conform categorie 3-contacten (overige (niet nauwe) contacten), gevolgd. Dit advies geldt niet voor personen van 70 jaar of ouder, immuungecompromitteerden, verpleeg- of verzorgingshuisbewoners en anderen met een verminderde weerstand.
*** Zorgmedewerkers die volledige persoonsbeschermende middelen (chirurgisch mondneusmasker ten minste type IIR, handschoenen, bril en schort) hebben gebruikt worden niet als contact geïncludeerd in het contactonderzoek. Bij zorgmedewerkers die (preventief) een chirurgisch mondneusmasker ten minste type II en handschoenen hebben gedragen of adequate handhygiëne hebben toegepast bij het contact met een bevestigde persoon tijdens diens besmettelijke periode, zonder tevens een bril en een schort, kan het beleid voor overige (niet nauwe) contacten, categorie 3, gevolgd worden.
NB Een zorgmedewerker die zorg verleent aan een persoon met een bewezen of verdachte SARS-CoV-2-besmetting dient te allen tijde volledige PBM (chirurgisch mondneusmasker minimaal type IIR, handschoenen, bril en schort) te gebruiken!
|

Arbo
Maatregelen bij zorgmedewerkers (buiten het ziekenhuis)
De maatregelen voor zorgmedewerkers kunnen afwijken van de maatregelen voor het algemene publiek om de continuïteit van zorg voor oudere en kwetsbare personen in stand te houden. Voor de uitgangspunten rondom de inzet en testen zorgmedewerkers, zie de bijlage Uitgangspunten testbeleid en inzet zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis.
Zie ook de paragraaf 'Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers' (onder Algemene preventieve maatregelen) en Zie ook rivm.nl/informatie voor professionals.
Maatregelen voor zorgmedewerkers na contact met een persoon met bevestigde COVID-19
Na (onbeschermd) contact met een persoon met bevestigde COVID-19 wordt een inschatting van het risico op besmetting gemaakt op basis van:
- Het gebruik van persoonlijke beschermingsmaatregelen;
- Het soort zorg. Bijvoorbeeld tijdens medische procedures die een infectieus aerosol genereren (zie Besmettingsweg) is er een hoger risico op besmetting dan bij andere zorghandelingen. Aan de hand hiervan kan de aard van het contact worden vastgesteld (zorgmedewerker niet geldend als contact of bestempelen als nauw/overig contact). Hieruit volgen de maatregelen conform bron- en contactonderzoek.
- In uitzonderingssituaties kan voor een nauw contact afgeweken worden van het advies voor thuisquarantaine; zie de bijlage Uitgangspunten testbeleid en inzet zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis.
Maatregelen naar aanleiding van een geval
Iedereen met klachten passend bij COVID-19 laten testen:
- Bij een positieve testuitslag volgt bron-en contactopsporing door de GGD. Iedereen in het huishouden blijft thuis. Er zijn informatiebrieven met leefregels voor verschillende situaties beschikbaar.
- Bij een negatieve testuitslag mag iedereen in het huishouden weer doen wat ze normaal ook zouden doen (bijvoorbeeld werken of naar school). Ook de persoon met klachten hoeft niet meer thuis te blijven en mag weer doen wat hij/zij normaal ook zou doen. Als er nieuwe klachten ontstaan of de bestaande klachten verergeren nadat materiaal voor de test was afgenomen, dan moet de persoon met klachten thuisblijven en opnieuw naar het landelijke afsprakennummer coronatest bellen voor een nieuwe test. Bij ernstig ziek zijn moet direct telefonisch contact worden opgenomen met de huisarts of huisartsenpost.
- De geldende instructies op Rijksoverheid.nl moeten opgevolgd worden. Er zijn informatiebrieven voor bevestigde personen en contacten beschikbaar.
- Alle met moleculaire laboratoriumtechnieken bevestigde personen moeten in isolatie blijven tot de periode beschreven in onderstaande tabel.
Persoon met COVID-19 | Beschrijving | Advies opheffen isolatie |
---|---|---|
In het ziekenhuis | Patiënten en zorgmedewerkers met COVID-19 in ziekenhuizen | Zie het advies van FMS-expertisegroep infectiepreventie |
In overige instellingen, (verpleeghuis of gehandicaptenzorg) | Persoon met bewezen COVID-19 niet opgenomen in ziekenhuis | Ten minste 24 uur symptoomvrij2 EN 48 uur koortsvrij1 EN minimaal 14 dagen na de start symptomen3 |
Immuungecompromitteerde4 patiënt met COVID-19 niet opgenomen in ziekenhuis | Ten minste 24 uur symptoomvrij2 EN 48 uur koortsvrij1 EN minimaal 14 dagen na de start symptomen3; overweeg 2 keer testen met 24 uur ertussen | |
Binnen en buiten instellingen | Zorgmedewerkers met COVID-19 | Ten minste 24 uur symptoomvrij2 EN 48 uur koortsvrij1 EN minimaal 7 dagen na de start symptomen3 (indien immuungecompromitteerd4 zie hierboven) |
Buiten instellingen | Persoon met COVID-19 in thuissituatie | Ten minste 24 uur symptoomvrij2 EN minimaal 7 dagen na de start symptomen3 |
Immuungecompromitteerde patiënt | Ten minste 24 uur symptoomvrij2 EN minimaal 14 dagen na de start symptomen3; overweeg 2 keer testen met 24 uur ertussen | |
Bijzondere situaties | Bij aanhoudende hoestklachten | Ten minste 24 uur sterk afgenomen hoestklachten EN 48 uur koortsvrij1 EN minimaal 14 dagen na start symptomen3; overweeg eenmalig testen |
Bij op het moment van afname asymptomatische personen | 5 dagen na afname van monster5 |
- Koortsvrij: temperatuur onder de 38 graden, zonder koortsremmende medicatie.
- Symptoomvrij van COVID-19: geen koorts, geen diarree, geen spierpijn, geen keelpijn, geen benauwdheid, geen neusverkoudheid. Symptomen zoals door bevestigde persoon en/of behandelaar herkenbaar bij hooikoorts, astma, chronische hoest om andere redenen vallen niet onder symptomen van COVID-19. Moeheid, anosmie, dysgeusie en postvirale hoest spelen geen rol bij de definitie van symptoomvrij. Deze klachten kunnen een paar dagen tot weken langer aanhouden, zoals bekend is bij andere virale verwekkers, zonder dat nog sprake is van besmettelijkheid.
- Start symptomen: ook wel de eerste ziektedag. Indien deze niet bekend is kan de datum van de monsterafname genomen worden.
- Immuungecompromitteerd: een onbehandelde hivinfectie of een hivinfectie met een CD4-celaantal < 200/mm3, zie verder onder het hoofdstuk Risicogroepen het punt over ‘verminderde weerstand’ onder het kopje 'Volwassenen (≥ 18 jaar) met onderliggende ziekten'.
- Om uit te sluiten dat een bevestigde persoon in de presymptomatische fase verkeert. Indien bevestigde persoon in de presymptomatische fase verkeert, zal deze binnen 5 dagen symptomen ontwikkelen.
Personen met nieuwe klachten passend bij COVID-19 na een eerder doorgemaakte infectie met SARS-CoV-2 en/of met een bewezen of mogelijke herinfectie
Vooralsnog is er onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing om uitspraken te doen over de mate en duur van natuurlijke immuniteit na een doorgemaakte infectie en of (en in welke mate) personen bij een herinfectie besmettelijk zijn en wat de gevolgen zijn voor de maatregelen hierbij. Wereldwijd is hier ook nog geen beleid over vastgesteld.
Totdat er nieuwe inzichten zijn, geldt voor immuuncompetente personen in Nederland het volgende advies:
- Nieuwe klachten > 8 weken na een eerder doorgemaakte SARS-CoV-2-infectie: Immuuncompetente personen die meer dan 8 weken na de eerste ziektedag* van een eerder doorgemaakte SARS-CoV-2-infectie opnieuw klachten ontwikkelen passend bij COVID-19 (aangetoond door PCR of klinisch gevalideerde antigeensneltest), wordt geadviseerd opnieuw te testen. Bij een positieve testuitslag geldt het reguliere beleid rondom bron- en contactonderzoek en isolatie.
- Nieuwe klachten < 8 weken na een eerder doorgemaakte SARS-CoV-2-infectie: Immuuncompetente personen die binnen 8 weken na de eerste ziektedag* van een eerder doorgemaakte SARS-CoV-2-infectie opnieuw klachten ontwikkelen passend bij COVID-19 (aangetoond door PCR of klinisch gevalideerde antigeensneltest), worden vooralsnog als niet besmettelijk beschouwd. Opnieuw testen en isolatie is in principe niet nodig. Echter, als er evidente aanwijzingen zijn die een herinfectie sterk doen vermoeden, dan kan hiervan afgeweken worden. Denk hierbij aan een duidelijke nieuwe episode met typische en/of ernstige COVID-19-klachten (bijvoorbeeld anosmie of nieuwe ziekenhuisopname) na contact met een nieuwe (bron)index. In zo’n geval kan geadviseerd worden dat de persoon in isolatie gaat en getest wordt met PCR. Eventueel kan dit in combinatie met het inzetten van serologie en een breder respiratoir pakket ter ondersteuning van de interpretatie.
* Of na de datum van testen als de 1e ziektedag ontbreekt.
Let op: Dit beleid geldt niet voor:
- personen >70 jaar;
- immuungecompromitteerden;
- verpleeg- of verzorgingshuisbewoners en andere kwetsbare personen die langdurige (thuis)zorg ontvangen.
Bij kwetsbare groepen met een verhoogde kans op een ernstig verloop van COVID-19 wordt een advies op maat geadviseerd. Vroege herinfecties zijn beschreven bij immuungecompromitteerden; de besmettelijke periode kan bij hen langer zijn.
Maatregelen voor reizigers uit een hoogrisicoland/-gebied
Reizigers die komen uit een hoog-risicoland voor COVID-19 (zie Nederlandwereldwijd.nl), moeten 10 dagen in thuisquarantaine gaan. Zie ook Handreiking reizen, toerisme en COVID-19.
Als een reiziger klachten ontwikkelt, dan maakt hij/zij direct een testafspraak. Als een reiziger positief test, volgt het reguliere bron- en contactonderzoek door de GGD en gelden de daarbij horende isolatiemaatregelen.
Een reiziger kan zich vanaf 5 dagen na aankomst in Nederland laten testen via de GGD-teststraat, waarbij zowel een PCR, antigeen of ademtest volstaat. Als die test negatief is, kan de quarantaine worden opgeheven.
Zie informatiebrief leefregels voor reizigers uit een risicogebied.
Personen met een CoronaMeldernotificatie
Personen die een notificatie van de CoronaMelder-app* hebben gekregen dienen, vanaf het risicocontact gerekend, 10 dagen in thuisquarantaine** te gaan. Zij krijgen het quarantaineadvies via de app, en daarnaast ook het advies om zich te laten testen bij klachten. De quarantaine kan worden opgeheven na 10 dagen, of als 5 dagen na het risicocontact de PCR voor SARS-CoV-2-negatief is. Zie ook: leefregels overige nauwe contacten (categorie 2).
Voor een genotificeerd persoon wordt in CoronIT genoteerd dat deze persoon een notificatie van de CoronaMelder heeft ontvangen. Het is mogelijk dat een genotificeerde persoon ook geïdentificeerd wordt middels een regulier bron- en contactonderzoek door de GGD. Het GGD-advies prevaleert in een dergelijke situatie boven het advies gegeven via de CoronaMelder.
* Meer informatie over CoronaMelder via coronamelder.nl; over de accuraatheid van de techniek via Rijksoverheid.nl veldtest-bluetooth-validatie-covid-19-notificatie-app.
** NB De CoronaMelder-app kan niet herkennen of een genotificeerde persoon persoonlijke beschermingsmiddelen draagt. Zorgmedewerkers die contact hebben met een persoon met bevestigde COVID-19 kunnen de app tijdelijk pauzeren, zodat deze tijdelijk geen codes uitwisselt met andere telefoons. Dit wordt duidelijk gemaakt in de app onder ‘veelgestelde vragen’.

Arbo
Maatregelen bij zorgmedewerkers (binnen het ziekenhuis)
Zie ook rivm.nl/informatie voor professionals. Ziekenhuizen hebben een apart beleid opgesteld rondom het testen en de inzet van zorgmedewerkers binnen een ziekenhuis.
Wering van werk, school of kindercentrum
Zie onder algemene preventieve maatregelen.

Arbo
Wering van werk - zorgmedewerkers
Voor zorgmedewerkers met klachten passend bij COVID-19 zijn algemene uitgangspunten ontwikkeld in de bijlage Testbeleid en inzet zorgmedewerkers. Deze uitgangspunten ondersteunen een optimale inzet van zorgmedewerkers binnen en buiten het ziekenhuis. Daarbij is aandacht besteed aan de inzet wanneer klachten spelen en de testuitslag nog niet bekend is alsook wanneer een nauw contact of huisgenoot positief test/klachten heeft. In de bijlage Uitgangspunten PBM buiten het ziekenhuis is informatie opgenomen over maatregelen ter bescherming van de patiënt bij een medewerker met klachten.
Profylaxe & Behandeling
Profylaxe
Geen.
Behandeling
Het antivirale middel remdesivir heeft van de EMA in juli 2020 een voorlopige registratie voor 1 jaar gekregen. Op basis van nieuwe onderzoeksdata verschenen na die datum, zal deze registratie worden herbeoordeeld in december 2020. Verder is er met dexamethason bij patiënten met extra zuurstofbehoefte aangetoond dat daarmee mortaliteit bij COVID-19 afneemt.
De medicamenteuze behandelopties worden besproken in het voorlopige advies Medicamenteuze behandelopties bij patiënten met COVID-19 dat door de Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB) wordt beheerd. Zie ook de bijlage met informatie over de tijdelijke toegang tot remdesivir; hiermee kan door de ziekenhuisapotheker via DVP-RIVM medicatie verkregen worden voor opgenomen COVID-19-patiënten, indien de behandelend arts dat geïndiceerd vindt.
Historie
In de regio Wuhan in China startte in december 2019 een uitbraak van een nieuw coronavirus. Op 30 januari 2020 heeft de WHO de uitbraak tot een internationale bedreiging voor de volksgezondheid (PHEIC-status) uitgeroepen, op 11 maart verklaarde de WHO COVID-19 tot een pandemie. Op 27 februari 2020 werd een eerste geval van de infectieziekte COVID-19 in Nederland gemeld.
Literatuur
- Abou Ghayda R, Hwa Lee K, Joo Han Y et al. (2020). Estimation of global case fatality rate of coronavirus disease 2019 (COVID-19) using meta-analyses: comparison between calendar date and days since the outbreak of the first confirmed case. Int J Infect Dis. 2020 Nov; 100: 302-308. doi: 10.1016/j.ijid.2020.08.065. Epub 2020 Sep 1.
- van Asten L, Harmsen CN, Stoeldraijer L et al. (2021). Excess deaths during influenza and coronavirus disease and infection-fatality rate for severe acute respiratory syndrome coronavirus 2, the Netherlands. Emerg Infect Dis. 2021 Feb; 27(2). doi: 10.3201/eid2702.202999
- Aydillo T, Gonzalez-Reiche A, Aslam S et al. (2020). Shedding of Viable SARS-CoV-2 after Immunosuppressive Therapy for Cancer. N Engl J Med 2020; 383:2586-2588, doi: 10.1056/NEJMc2031670.
- Bai Y, Yao L, Wei T et al. (2020). Presumed asymptomatic carrier transmission of COVID-19. JAMA 2020 Apr 14; 323(14): 1406-1407. doi: 10.1001/jama.2020.2565.
- Cevik M, Tate M, Lloyd O et al. (2020). SARS-CoV-2, SARS-CoV, and MERS-CoV viral load dynamics, duration of viral shedding, and infectiousness: a systematic review and meta-analysis. The Lancet Microbe, Volume 2, Issue 1, January 2021, Pages e13-e22. doi:
10.1016/S2666-5247(20)30172-5. - Corman VM, Landt O, Kaiser M et al.(2020). Detection of 2019 novel coronavirus (2019-nCoV) by real-time RT-PCR. Euro Surveill 2020 Jan; 25(3): 2000045. doi: 10.2807/1560-7917.ES.2020.25.3.2000045.
- COVID-19 Health System Response Monitor (2020). Policy responses for Denmark. Website geraadpleegd december 2020. https://www.covid19healthsystem.org/countries/denmark/livinghit.aspx?Section=1.5%20Testing&Type=Section.
- van Doremalen N, Bushmaker T, Morris DH et al. (2020). Aerosol and surface stability of SARS-CoV-2 as compared with SARS-CoV-1. N Engl J Med. 2020 Apr 16; 382(16): 1564-1567. doi: 10.1056/NEJMc2004973. Epub 2020 Mar 17.
- Du Z, Xu X, Wu Y, Wang L, Cowling BJ, Meyers LA (2020). Serial interval of COVID-19 among publicly reported confirmed cases. Emerg Infect Dis. 2020 Jun; 26(6): 1341-1343. doi: 10.3201/eid2606.200357. Epub 2020 Jun 17.
- ECDC (2020a). Rapid risk assessment: novel coronavirus disease 2019 (COVID-19) pandemic: increased transmission in the EU/EEA and the UK – sixth update, 12 March 2020. Stockholm: European Centre for Disease Prevention and Control; 2020. https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/rapid-risk-assessment-novel-coronavirus-disease-2019-covid-19-pandemic-increased.
- ECDC (2020b). Rapid risk assessment: coronavirus disease 2019 (COVID-19) pandemic: increased transmission in the EU/EEA and the UK – seventh update, 25 March 2020. Stockholm: European Centre for Disease Prevention and Control; 2020. https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/rapid-risk-assessment-coronavirus-disease-2019-covid-19-pandemic.
- ECDC (2020c). Contact tracing: public health management of persons, including healthcare workers, having had contact with COVID-19 cases in the European Union – second update, 31 March 2020. Stockholm: European Centre for Disease Prevention and Control; 2020. https://www.ecdc.europa.eu/sites/default/files/documents/Public-health-management-persons-contact-novel-coronavirus-cases-2020-03-31.pdf.
- ECDC (2020d) Rapid risk assessment: coronavirus disease 2019 (COVID-19) in the EU/EEA and the UK – eighth update – 8 april 2020. Stockholm: European Centre for Disease Prevention and Control; 2020. https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/rapid-risk-assessment-coronavirus-disease-2019-covid-19-pandemic-eighth-update.
- ECDC (2020e) Threat assesment brief: reinfection with SARS-CoV-2: considerations for public health response, 21 Sep 2020. Stockholm: European Centre for Disease Prevention and Control; 2020. https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/threat-assessment-brief-reinfection-sars-cov-2.
- ECDC (2020f). Questions and answers on COVID-19. Stockholm: European Centre for Disease Prevention and Control; 2020. https://www.ecdc.europa.eu/en/covid-19/questions-answers.
- Ghinai I, McPherson TD, Hunter JC et al. (2020). First known person-to-person transmission of severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (SARS-CoV-2) in the USA. Lancet 2020 Apr 4; 395(10230): 1137-1144. doi: 10.1016/S0140-6736(20)30607-3. Epub 2020 Mar 13.
- Guan WJ, Ni Z, Hu Y et al. (2020). Clinical characteristics of coronavirus disease 2019 in China. N Engl J Med. 2020 Apr 30; 382(18): 1708-1720. doi: 10.1056/NEJMoa2002032. Epub 2020 Feb 28.
- Guo ZD, Wang ZY, Zhang SF et al. (2020). Aerosol and surface distribution of severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 in hospital wards, Wuhan, China, 2020. Emerg Infect Dis. 2020 Jul; 26(7): 1583-1591. doi: 10.3201/eid2607.200885. Epub 2020 Jun 21.
- Haagmans BL, Timen A, Koopmans MPG (2020). Nieuw van de markt? Coronavirusuitbraak in Wuhan. Ned Tijdschr Geneeskd 2020; 164: D4847. https://www.ntvg.nl/artikelen/nieuw-van-de-markt-coronavirusuitbraak-wuhan.
- He X, Lau EHY, Wu P et al. Temporal dynamics in viral shedding and transmissibility of COVID-19. Nat Med 2020 May; 26(5): 672-675. doi: 10.1038/s41591-020-0869-5. Epub 2020 Apr 15.
- Hoehl S, Rabenau H, Berger A et al. (2020). Evidence of SARS-CoV-2 infection in returning travelers from Wuhan, China. N Eng J Med. 2020 Mar 26; 382(13): 1278-1280. doi: 10.1056/NEJMc2001899. Epub 2020 Feb 18.
- Hopkins C, Kumar N (2020). Loss of sense of smell as marker of COVID-19 infection. ENT UK. March 19, 2020. https://www.entuk.org/sites/default/files/files/Loss%20of%20sense%20of%20smell%20as%20marker%20of%20COVID.pdf.
- Huang C, Wang Y, Li X et al. (2020). Clinical features of patients infected with 2019 novel coronavirus in Wuhan, China. Lancet 2020 Feb 15; 395(10223): 497-506. doi: 10.1016/S0140-6736(20)30183-5. Epub 2020 Jan 24.
- Iwasaki A (2020). What reinfections mean for COVID-19. Lancet Infect Dis. 2020 Oct 12; 21(1): 3-5. doi: 10.1016/S1473-3099(20)30783-0. Online ahead of print.
- Kim JY, Ko JH, Kim, Y et al. (2020). Viral load kinetics of SARS-CoV-2 infection in first two patients in Korea. J Korean Med Sci. 2020 Feb 24; 35(7): e86. doi: 10.3346/jkms.2020.35.e86.
- Liu D, Li L, Wu X et al. Pregnancy and perinatal outcomes of women with coronavirus disease (COVID-19) pneumonia: a preliminary analysis. AJR Am J Roentgenol. 2020 Jul; 215(1): 127-132. doi: 10.2214/AJR.20.23072. Epub 2020 Mar 18.
- Mao L, Wang M, Chen S et al. (2020) Neurological manifestations of hospitalized patients with COVID-19 in Wuhan, China: a retrospective case series study. medRxiv 2020.02.22.20026500. doi: 10.1101/2020.02.22.20026500.
- Mizumoto K, Kagaya K, Zarebski A et al. (2020). Estimating the asymptomatic proportion of coronavirus disease 2019 (COVID-19) cases on board the Diamond Princess cruise ship, Yokohama, Japan, 2020. Euro Surveill. 2020 Mar; 25(10): 2000180. doi: 10.2807/1560-7917.ES.2020.25.10.2000180.
- Moriarty LF, Plucinski MM, Marston BJ et al. (2020). Public health responses to COVID-19 outbreaks on cruise ships - worldwide, February-March 2020. MMWR Morb Mortal Wkly Rep. 2020 March 27; 69(12): 347-352. doi: 10.15585/mmwr.mm6912e3.
- Mullins E, Evans D, Viner RM et al. (2020). Coronavirus in pregnancy and delivery: rapid review. Ultrasound Obstet Gynecol. 2020 May; 55(5): 586-592. doi: 10.1002/uog.22014. Online ahead of print. https://obgyn.onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.1002/uog.22014.
- Oke J, Howdon D, Heneghan (2020). Declining COVID-19 case fatality rates across all ages: analysis of German data. Website CEBM (The Centre for Evidence-Based Medicine website). Published September 9, 2020. https://www.cebm.net/covid-19/declining-covid-19-case-fatality-rates-across-all-ages-analysis-of-german-data/.
- Ong SWX, Tan YK, Chia PY et al. (2020). Air, surface environmental, and personal protective equipment contamination by severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (SARS-CoV-2) from a symptomatic patient. JAMA. 2020 Apr 28; 323(16): 1610-1612. doi: 10.1001/jama.2020.3227.
- Our World in Data (2020). Coronavirus Source Data. Website geraadpleegd december 2020. https://ourworldindata.org/coronavirus-source-data.
- Pan X, Chen D, Xia Y et al. (2020). Asymptomatic cases in a family cluster with SARS-CoV-2 infection. Lancet Infect Dis 2020 Apr; 20(4): 410-411. doi: 10.1016/S1473-3099(20)30114-6. Epub 2020 Feb 19.
- Pastor-Barriuso R, Pérez-Gómez B, Hernán MA et al. (2020). Infection fatality risk for SARS-CoV-2 in community dwelling population of Spain: nationwide seroepidemiological study. BMJ. 2020 Nov 27; 371: m4509. doi: 10.1136/bmj.m4509.
- RIVM (2020). Volksgezondheid Toekomst Verkenning: thema COVID-19. Website geraadpleegd december 2020. https://www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/c-vtv/covid-19/ziekte.
- Tilett R, Sevinksy JR, Hartley PD et al. (2020). Genomic evidence for reinfection with SARS-CoV-2: a case study. Lancet Infect Dis. 2020 Oct 12; 21(1): 52-58. doi: 10.1016/S1473-3099(20)30764-7. Online ahead of print.
- Tong ZD, Tang A, Li KF et al. (2020). Potential presymptomatic transmission of SARS-CoV-2, Zhejiang Province, China, 2020. Emerg Infect Dis. 2020 May; 26(5): 1052-1054. doi: 10.3201/eid2605.200198. Epub May 17.
- Vaira LA, Salzano G, Deiana G et al. (2020). Anosmia and ageusia: common findings in COVID-19 patients. Laryngoscope. 2020 Jul; 130(7): 1787. doi: 10.1002/lary.28692. Epub 2020 Apr 15.
- Wang W, Xu Y, Gao R et al. (2020). Detection of SARS-CoV-2 in different types of clinical specimens. JAMA. 2020 May 12; 323(18): 1843-1844. doi: 10.1001/jama.2020.3786. Epub 2020 Mar 11.
- Wang Y, Wang Y, Chen Y et al. (2020). Unique epidemiological and clinical features of the emerging 2019 novel coronavirus pneumonia (COVID-19) implicate special control measures. J Med Virol. 2020 Jun; 92(6): 568-576. doi: 10.1002/jmv.25748. Epub 2020 Mar 29. Review.
- WHO (2020a). Rational use of personal protective equipment for coronavirus disease (COVID-19): interim guidance, 27 February 2020. World Health Organization. https://apps.who.int/iris/handle/10665/331215.
- WHO (2020b): Mask use in the context of COVID-19: interim guidance, 1 December 2020. World Health Organization. https://apps.who.int/iris/handle/10665/337199.
- WHO (2020c). Tranmission of SARS-CoV-2: implications for infection prevention precautions. 9 July 2020. World Health Organization. https://www.who.int/publications-detail/modes-of-transmission-of-virus-causing-covid-19-implications-for-ipc-precaution-recommendations.
- Wilson N, Kvalsvig A, Barnard LT et al. (2020). Case-fatality risk estimates for COVID-19 calculated by using a lag time for fatality. Emerg Infect Dis. 2020 Jun; 26(6): 1339–1441. doi: 10.3201/eid2606.200320. Epub 2020 Jun 17.
- Wise J (2020). Covid-19: timing is critical for antibody tests, finds Cochrane review. BMJ. 2020 Jun 25; 369: m2584. Doi: 10.1136/bmj.m2584.
- Wölfel R, Corman VM, Guggemos W et al. (2020). Virological assessment of hospitalized patients with COVID-2019. Nature. 2020 May; 581(7809): 465-469. doi: 10.1038/s41586-020-2196-x. Epub 2020 Apr 1.
- Xu Y, Li X, Zhu B et al. Characteristics of pediatric SARS-CoV-2 infection and potential evidence for persistent fecal viral shedding. Nat Med. 2020 Apr; 26(4): 502-505. doi: 10.1038/s41591-020-0817-4. Epub 2020 Mar 13.
- Yung CF, Kam KQ, Wong MSY et al. (2020). Environment and personal protective equipment tests for SARS-CoV-2 in the isolation room of an infant with infection. Ann Intern Med. 2020 Aug 4; 173(3): 240-242. doi: 10.7326/M20-0942. Epub 2020 Apr 1.
- Zhang W, Du RH, Li B et al. (2020). Molecular and serological investigation of 2019-nCoV infected patients: implication of multiple shedding routes. Emerg Microbes Infect. 2020 Feb 17; 9(1): 386-389. doi: 10.1080/22221751.2020.1729071.
- Zhou P, Yang XL, Wang XG et al. (2020). A pneumonia outbreak associated with a new coronavirus of probable bat origin. Nature. 2020 Mar; 579 (7798): 270-273. doi: 10.1038/s41586-020-2012-7. Epub 2020 Feb 3.
- Zou L, Ruan F, Huang M et al. (2020). SARS-CoV-2 viral load in upper respiratory specimens of infected patients. N Engl J Med. 2020 Mar 19; 382(12): 1177-1179. doi: 10.1056/NEJMc2001737. Epub 2020 Feb 19.